Portefeuillehouder
W. Stoffer

In 2019 is gestart met een inventarisatie van de verschillende mogelijkheden en wenselijkheden om eventueel tot een andere heffingswijze van de toeristenbelasting te komen. 

2019 2020 2021 2022
inventariseren wensen en mogelijkheden verschillende manieren van heffen toeristenbelasting  eventueel uitwerken mogelijkheden en keuzes voorleggen aan recreatieondernemers en vervolgens aan de gemeenteraad   effectueren gemaakte keuze
communiceren keuze met (recreatie)ondernemers 
  eventueel met ingang van 2022 tot een andere heffingswijze van de recreatieve heffingen te komen


         

Kwaliteit

G

Kwaliteit (toelichting)

Ten aanzien van deze maatregel volgt in het eerste kwartaal van 2023 een collegevoorstel met daarin een uitzetting van de heffingsmethodiek van de toeristen- en forensenbelasting, alsmede zal de commissie M&M hierover geïnformeerd worden.

Tijd

R

Tijd (toelichting)

In 2019/2020 is gestart met het inventariseren van de verschillende manieren van heffen van recreatieve heffingen. De planning was erop gericht om eventueel vanaf 2022 tot een andere heffingswijze ten aanzien van de recreatieve heffingen te komen. Voor 2021 was verder onderzoek in overleg met recreatieondernemers en raad gepland. Gelet op de situatie rondom covid-19 wat ook een grote impact heeft gehad op de recreatieondernemers, alsmede vanuit het oogpunt van het doorlopen van een zorgvuldig proces, was het niet wenselijk het betreffende onderzoek voort te zetten.  Via de mededelingsbrief heeft de wethouder in de commissie M&M van 6 oktober 2022 het volgende medegedeeld: in het collegeprogramma 2018-2022 was deze maatregel opgenomen.  Via een mededelingsbrief wethouders is uw commissie op 8 april en 29 november 2021 geïnformeerd dat het onderzoek, als gevolg van de situatie rondom corona, voorlopig niet werd uitgevoerd. Het betreffende onderzoek is nu weer opgepakt en in de eerste helft van 2023 wordt uw commissie geïnformeerd over de stand van zaken.