Jaarrekening – Waarderingsgrondslagen en resultaatbepaling

Grondslagen voor waardering

Terug naar navigatie - Grondslagen voor waardering

Grondslagen voor waardering

Activa
Voor zover niet anders vermeld, zijn de activa gewaardeerd tegen verkrijging- of vervaardigingprijs. De verkrijgingprijs omvat de inkoopprijs en de bijkomende kosten. De vervaardigingprijs omvat de aanschaffingskosten van de gebruikte grond- en hulpstoffen en de overige kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. ln de vervaardigingprijs kan verder een redelijk deel van de indirecte kosten worden opgenomen. Als in de vervaardigingprijs is opgenomen de rente over het tijdvak dat aan de vervaardiging van het actief kan worden toegerekend, moet worden toegelicht dat deze rente is geactiveerd. Op vaste activa met een beperkte gebruiksduur wordt jaarlijks afgeschreven volgens een stelsel dat is afgestemd op de verwachte toekomstige gebruiksduur. Conform de voorschriften van de BBV (notitie MVA, artikel 6.2.2.) vindt voor investeringen met een startdatum in 2019 de afschrijving plaats na volledige  ingebruikname van het  kapitaalgoed/actief.

Immateriële vaste activa
De immateriële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijgingprijs verminderd met de afschrijvingen en/of eventuele beschikkingen over reserves voor zover het investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut betreft. De afschrijvingstermijn op kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en disagio is maximaal gelijk aan de looptijd van de lening. De afschrijvingstermijn van kosten voor onderzoek en ontwikkeling bedraagt ten hoogste vijf jaar.

Materiële vaste activa
De materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen verkrijging- of vervaardigingprijs verminderd met afschrijvingen en/of bijdragen van derden (voor zover een directe relatie bestaat met het actief) en/of beschikkingen over reserves (voor zover het investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut betreft). De in erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen uitgifteprijs van eerste uitgifte. De in eeuwigdurende erfpacht uitgegeven gronden zijn gewaardeerd tegen registratiewaarde.

De geactiveerde investeringen in activa met een maatschappelijk nut zijn geactiveerd op basis van het gestelde in de Verordening ex artikel 212 dan wel op basis van afzonderlijke raadsbesluiten. De afschrijvingsmethode is vastgelegd in de door de raad vastgestelde Verordening ex artikel 212. Als hierop extra wordt afgeschreven, wordt dit toegelicht.

Financiële vaste activa
Kapitaalverstrekkingen, leningen, overige langlopende leningen en overige uitzettingen worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs onder aftrek van eventuele aflossingen. Deelnemingen worden in afwijking hiervan gewaardeerd tegen marktwaarde als deze waarde lager is dan de verkrijgingprijs. De bijdrage in activa in eigendom van derden wordt gewaardeerd tegen het bedrag van de verstrekte bijdrage verminderd met afschrijvingen. Onder uitzettingen worden aandelen, obligaties, maar ook leningen en vorderingen verstaan. Uitzettingen met een looptijd korter dan één jaar worden opgenomen onder de vlottende activa. Uitzettingen met een oorspronkelijke looptijd van langer dan één jaar worden gedurende de gehele looptijd onder de financiële vaste activa opgenomen.

Voorraden
Voorraden worden gewaardeerd tegen verkrijgingprijs dan wel tegen lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw- en woonrijpmaken). Voor winstneming geldt de percentage of completion methode: voor zover gronden zijn verkocht en opbrengsten zijn gerealiseerd kan tussentijds naar rato van de voortgang van de grondexploitatie winst worden genomen.

Hiervoor moet het resultaat op de grondexploitatie wel op betrouwbare wijze kunnen worden ingeschat. Indien aan de volgende voorwaarden is voldaan, bestaat er voldoende zekerheid om winst te kunnen nemen:
1. Het resultaat op de grondexploitatie kan betrouwbaar worden ingeschat.
2. De grond (of het deelperceel) moet zijn verkocht.
3. De kosten zijn gerealiseerd (winst wordt naar rato van de realisatie gerealiseerd). Zolang daarvan geen sprake is, worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht.

Vorderingen
De vorderingen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen.

Liquide middelen
De liquide middelen zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Overlopende activa
De overlopende activa zijn gewaardeerd tegen de nominale waarde.

Passiva
Voor zover niet anders vermeld, zijn passiva gewaardeerd tegen nominale waarde.

Eigen vermogen
Het eigen vermogen bestaat uit de reserves en het resultaat na bestemming volgend uit de staat van baten en lasten.

Voorzieningen

Voorzieningen worden gevormd ter afdekking van:
• verliezen waarvan de omvang op de balansdatum onzeker is, maar welke redelijkerwijs is in te schatten;
• op de balansdatum bestaande risico's ter zake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten;
• kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt, als het maken van die kosten zijn oorsprong ook vindt in het begrotingsjaar of in een voorafgaand begrotingsjaar en de voorziening strekt tot gelijkmatige verdeling van lasten over een aantal begrotingsjaren.

Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten en gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume.

Voorzieningen zijn gewaardeerd tegen de actuele waarde. Uitzondering is de voorziening pensioenaanspraken welke is  gewaardeerd tegen de netto contante waarde.

Aan voorzieningen wordt geen rente toegevoegd.

Grondslagen voor resultaatbepaling

Terug naar navigatie - Grondslagen voor resultaatbepaling

Onder baten worden verstaan de baten die rechtstreeks aan het jaar zijn toe te rekenen en die in het jaar als
gerealiseerd kunnen worden beschouwd.

De lasten worden bepaald met inachtneming van de hiervoor al vermelde grondslagen voor waardering en
toegerekend aan het verslagjaar waarop zij betrekking hebben. Baten worden verantwoord in het jaar waarin de goederen zijn geleverd en/of de diensten zijn verricht. Verliezen worden in aanmerking genomen in het jaar waarin
deze voorzienbaar zijn.

De afschrijvingen gebeuren tijdsevenredig op basis van de verwachte economische levensduur. Op
aanschaffingen in het verslagjaar wordt naar tijdsbeslag afgeschreven. Afschrijvingen gebeuren onafhankelijk van
het resultaat van het boekjaar.

De volgende afschrijvingstermijnen zijn gehanteerd zoals deze zijn omschreven in artikel 10 van de Financiële Verordening:

Artikel 10 – Waardering en afschrijving vaste activa
1. Geactiveerde kosten voor onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief en het saldo van agio en disagio worden lineair in maximaal vijf jaar afgeschreven.
2. Kosten voor het afsluiten van geldleningen worden direct ten laste van de exploitatie gebracht.
3. De materiële vaste activa met economisch nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het BBV, worden lineair afgeschreven in:

Automatisering
• hardware (voor zover niet geleased); 5 jaar
• software 7 jaar

Begraafplaatsen
• voorzieningen 10 jaar

Gebouwen (exclusief ondergrond)
• stenen gebouwen 40 jaar
• andere gebouwen 25 jaar
• verbouwing (uitbreiding) 20 jaar
• renovatie gebouwen (onderhoud) 15 jaar
• woonwagens/woonwagencentra 15 jaar
• installaties (lift, cv et cetera) 15 jaar
• inrichting speelzalen 15 jaar

Terreinen
• sportterreinen 15 jaar
• speelterreinen 10 jaar

Installaties 10 jaar

Kantoorinrichting
• inventaris 10 jaar
• communicatiemiddelen 5 jaar

Machines en gereedschappen 10 jaar

Onderwijs
• noodlokalen 15 jaar
• eerste inrichting 15 jaar
• uitbreiding inrichting 15 jaar
• leer- en hulpmiddelen 10 jaar

Riolering
• drukriolering (BBL) 25 jaar
• vrijvervalriolering 25 jaar
• baggerwerk 15 jaar
• pompen en gemalen 15 jaar

Speeltoestellen en voorzieningen 10 jaar

Vervoermiddelen 5-15 jaar*

Gronden
Op gronden en ondergrond van gebouwen wordt niet afgeschreven.

Activa met een verkrijgingprijs van meer dan € 20.000,-- worden geactiveerd. Activa met een waarde kleiner dan € 20.000,-- kunnen worden geactiveerd. Gronden en terreinen worden altijd geactiveerd.

4. Onder activa met een meerjarig maatschappelijk nut, zoals bedoeld in artikel 35 van het BBV, worden verstaan investeringen in aanleg en onderhoud van: (inrichting) waterwegen; waterbouwkundige werken, permanente terreinwerken, wegen, straten, fietspaden, voetpaden, bruggen, viaducten, tunnels, verkeerslichtinstallaties, openbare verlichting, straatmeubilair, reconstructie openbare ruimte, parken, overig openbaar groen.
5. Aankoop en vervaardiging van activa met een meerjarig maatschappelijk nut worden onder aftrek van bijdragen van derden en bestemmingsreserves ten laste van de exploitatie gebracht. Hiervan kan bij raadsbesluit worden afgeweken. In geval van activering bij raadbesluit wordt het actief lineair afgeschreven over de verwachte levensduur van het actief of een kortere, door de raad aan te geven tijdsduur.
6. In afwijking van dit artikel, lid 1 tot en met 5, worden vaste activa, die op 31 december 2003 op een andere wijze zijn gewaardeerd en afgeschreven dan gesteld in dit artikel, volgens de op dat moment aanwezige boekwaarde voor de rest van de periode afgeschreven volgens de gehanteerde afschrijvingsmethodiek.

Grondslagen rechtmatigheidsverantwoording

Terug naar navigatie - Grondslagen rechtmatigheidsverantwoording

Algemene grondslagen voor de Rechtmatigheidsverantwoording 
De in de jaarrekening opgenomen rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld op basis van de kaders zoals besloten in de  Financiële verordening en op basis van de Kadernota Rechtmatigheid. Dat betekent dat: 
-       De rechtmatigheidsverantwoording toeziet op de financiële rechtmatigheid van baten, lasten, balansmutaties, alsmede de baten en lasten inzake de specifieke uitkeringen op grond van art. 17 Financiële-verhoudingswet; 
-       De financiële rechtmatigheid waaronder het voorwaardencriterium, het begrotingscriterium en het misbruik- en oneigenlijk gebruik criterium omvat: 
o    Voor het voorwaardencriterium bestaat de norm uit het normenkader zoals op 26 oktober 2023 door de raad is vastgesteld; 
o    Voor het begrotingscriterium geldt dat alle overschrijdingen van lasten en investeringskredieten op programmaniveau onrechtmatig zijn, waarbij voor een aantal scenario’s in de Financiële verordening is beschreven wanneer deze overschrijdingen acceptabel zijn. Voor over- en onderschrijdingen van baten, onderschrijdingen van lasten en onderschrijdingen van investeringskredieten geldt dat deze als onrechtmatig zijn aangemerkt indien ze niet tijdig aan de raad zijn gemeld. 
o    Ten aanzien van het M&O criterium is de Nota M&O beleid van onze organisatie leidend bij het voorkomen en opsporen van misbruik- en oneigenlijk gebruik. Omdat alleen bij misbruik sprake is van een onrechtmatigheid, zijn eventuele gevallen van misbruik (mits cumulatief met andere fouten of onduidelijkheden boven de verantwoordingsgrens) opgenomen in de rechtmatigheidsverantwoording. 
-        De rechtmatigheidsverantwoording is opgesteld binnen de kaders van de Kadernota Rechtmatigheid 2023 van de Commissie BBV alsmede onze eigen Financiële verordening 2023. Dit betekent dat: 
o    Een verantwoordingsgrens van 1% is gehanteerd waarboven cumulatieve fouten en onduidelijkheden in de rechtmatigheidsverantwoording worden opgenomen; 
o    Een rapporteringstolerantie van € 50.000 is gehanteerd waarboven fouten en onduidelijkheden in de paragraaf Bedrijfsvoering worden opgenomen.