De weerstandscapaciteit bestaat uit de aanwezige middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwacht en aanzienlijk zijn, af te dekken. Weerstandsvermogen is dat deel van de weerstandscapaciteit dat niet nodig is voor afdekking van alle risico’s ofwel:
Weerstandsvermogen is weerstandscapaciteit minus totaal van alle risico’s.
De omvang van de weerstandscapaciteit is van belang voor de beoordeling van de financiële positie van de gemeente. De weerstandscapaciteit omvat de mogelijkheden voor een gemeente om financiële tegenvallers (risico’s) op te kunnen vangen.
Er kan onderscheid gemaakt worden tussen structurele en incidentele weerstandscapaciteit. Met het eerste worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de programma’s. Met de incidentele weerstandscapaciteit wordt bedoeld het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau.
Gemeente Nunspeet gebruikt in eerste instantie de incidentele weerstandscapaciteit om zowel incidentele als structurele tegenvallers te dekken. Mochten zich gedurende een jaar structurele tegenvallers voordoen, zonder dat daar meevallers tegenover staan, dan mogen deze eerst incidenteel worden afgedekt door middel van incidentele weerstandscapaciteit. Vervolgens zal hiervoor bij de eerstvolgende begroting structurele dekking gezocht worden. Lukt dit niet dan wordt de structurele weerstandscapaciteit als dekkingsmiddel ingezet.
Structurele weerstandscapaciteit
De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit:
- Onvoorziene uitgaven structureel.
- Onbenutte belastingcapaciteit.
Incidentele weerstandscapaciteit
De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit:
- Het vrije deel van de algemene reserve
- De bestemmingsreserves.
- Stille reserves (gesteld op nihil).
- Onvoorzienbare uitgaven incidenteel.
Ad 1 Onvoorziene uitgaven
Artikel 8 (lid 1 en lid 6) van het BBV verplicht iedere gemeente een bedrag voor onvoorziene uitgaven op te nemen in de begroting. De post onvoorzien is een buffer voor externe onvoorzienbare tegenvallers. Deze dekt uitgaven die voldoen aan de drie “O’s” (Onvoorzien, Onvermijdbaar en Onuitstelbaar). Er is een bedrag geraamd van € 90.000,- Dit bedrag wordt gesplitst in onvoorzienbare uitgaven incidenteel € 64.000,- en onvoorzienbare uitgaven structureel € 26.000,-. Per ultimo boekjaar resteert van de onvoorziene uitgaven incidenteel € 19.791,- en van de onvoorziene uitgaven structureel € 12.000,-.
Ad 2 Onbenutte belastingcapaciteit
De onbenutte belastingcapaciteit is de verhouding tussen de opbrengst onroerendezaakbelastingen (OZB) versus het normtarief OZB-artikel 12 van de Financiële verhoudingswet (Fvw). Wanneer de algemene middelen van de gemeente aanmerkelijk en structureel tekort zullen schieten om in noodzakelijke behoeften te voorzien, kan een aanvullende uitkering worden aangevraagd. De Fvw bepaalt dat de eigen inkomsten van een gemeente een bepaald redelijk peil moeten hebben, wil zij in aanmerking komen voor een aanvullende uitkering op basis van artikel 12 Fvw. Daarbij gaat het om de eigen inkomsten uit:
1. de onroerendezaakbelastingen (OZB);
2. de rioolheffingen;
3. de afvalstoffenheffingen en reinigingsrechten
Voor 2023 is het percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 vastgesteld op 0,1729.
Onroerende zaakbelastingen
|
|
|
|
|
|
|
|
Woz-waarde 2023
|
x € 1.000,- |
x € 1.000,- |
|
|
|
|
Woningen |
4.805.989 |
|
|
|
|
|
Niet-woningen eigenaar |
594.005 |
|
|
|
|
|
correctie niet woning zonder vrijstelling
|
-68.069 |
|
|
|
|
|
Totaal |
5.331.925 |
|
|
|
|
|
Tarief artikel 12 Financiële verhoudingswetg: 0,1729% |
|
9.219 |
|
|
|
|
Baten jaarrekening 2022 |
|
6.575 |
|
|
|
|
Onbenut (uitgaande van netto baten) |
|
2.644 |
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Ad 3 Het vrije deel van de algemene reserve, de vrije reserve en de bestemmingsreserve
Algemene reserve
De doelstelling van de algemene reserve is het tijdelijk opvangen van negatieve exploitatieresultaten en van onvoorziene ontwikkelingen waarvoor geen voorziening is getroffen. Per 31 december 2023 wordt er vanuit het rekeningsaldo
€ 13.497.000,-- toegevoegd aan de algemene reserve. Een bedrag van € 4.755.000,-- is vanuit de overhevelingen toegevoegd.
Ad 4 De bestemmingsreserves
Bestemmingsreserves kunnen worden verdeeld in geblokkeerde of beklemde reserves en overige bestemmingsreserves. Onder geblokkeerde of beklemde reserves verstaan we reserves waarover niet (geheel of gedeeltelijk) vrij kan worden beschikt, omdat deze reserves worden gebruikt om structurele dekkingsmiddelen voor de gemeente begroting te genereren. Deze geblokkeerde of beklemde reserves maken geen onderdeel uit van de weerstandscapaciteit.
De overige bestemmingsreserves zijn gevormd voor een bepaald doel. De raad heeft de bevoegdheid de bestemming te wijzigen en deze in te zetten voor het opvangen van tegenvallers. De stand van de bestemmingsreserves op 31 december 2023 bedraagt € 49.9 miljoen. Een belangrijk deel van de bestemmingsreserves is geblokkeerd vanwege de structurele inzet van de renteopbrengst als dekkingsmiddel. In onderstaand overzicht is aangegeven welke overige bestemmingsreserves niet geblokkeerd of beklemd zijn.
tabel overige bestemmingsreserves (niet geblokkeerd of beklemd) |
Soort reserve |
bedrag |
Reserve grote projecten
|
6.707.000
|
Reserve duurzaamheid
|
1.634.000
|
Egalisatiereserve bouwleges |
98.000 |
Reserve restauratie gemeentelijke monumenten |
166.000 |
Reserve bodemverontreiniging |
458.000 |
Reserve grondexploitatie
|
9.667.000 |
Reserve wachtgeldverplichtingen |
546.000 |
Reserve onderwijshuisvesting
|
1.229.000
|
Reserve 5 mei
|
35.000
|
Reserve beschermd wonen
|
4.091.000 |
Reserve BWS gelden |
3.400 |
|
16.293.400 |
|
|
Ad 5 Stille reserves
Bij stille reserves moet worden gedacht aan bezittingen die beneden de marktwaarde in de boeken staan en die zonder bezwaar direct te verkopen zijn. De gemeente heeft echter nauwelijks nog bezittingen anders dan panden en gronden die nodig zijn voor de grondexploitatie in haar bezit. De gemeente is aandeelhouder van NV Bank Nederlandse Gemeente (BNG), NV Alliander en waterleidingmaatschappij Vitens. Aangenomen kan worden dat de aandelen bij een eventuele verkoop meer opbrengen dan de boekwaarde. Er is hier dus sprake van een stille reserve. Deze ruimte kan echter niet direct benut worden onder het huidige beleid en de huidige taakuitvoering, omdat de inkomsten uit deze aandelen structureel geraamd zijn in de begroting.