Bijlage 3 - Begrippenlijst
Balans Onderdeel van de jaarrekening. De balans geeft een overzicht van de bezittingen, vreemd en eigen vermogen (activa en passiva) van de gemeente.
Baten en lasten (stelsel van) Een begrotingssysteem van baten en lasten houdt in dat alle ontvangsten en uitgaven worden toegerekend aan het begrotingsjaar waarop zij betrekking hebben.
Begroting Een begroting geeft aan welke beleidsplannen de gemeente heeft, hoeveel middelen daarmee zijn gemoeid en uit welke bronnen die middelen afkomstig zijn. Het conceptbesluit begroting en verantwoording 2004 onderscheidt een beleidsbegroting en een financiële begroting.
Beleidsbegroting De beleidsbegroting gaat volgens het Besluit begroting en verantwoording 2004 met name in op de (doelstellingen van de) programma’s en via de zogenoemde paragrafen op belangrijke onderdelen van het beheer. De beleidsbegroting bestaat uit:
1. het programmaplan;
2. de paragrafen.
Bestuurlijk belang Een bestuurlijk belang heeft een gemeente wanneer zij een zetel heeft in het bestuur van een derde rechtspersoon of als zij stemrecht heeft.
Categoriale indeling Een categoriale indeling is een indeling van baten en lasten naar soorten zoals salarissen, rente en belastingen. Het Besluit comptabiliteitsvoorschriften 1995 stelt het verplicht dat de begroting en jaarrekening ook een categoriale indeling kennen. Het Besluit begroting en verantwoording 2004 stelt verplicht dat gemeenten de begroting converteren naar categorieën in een apart document. Dit document wordt naar de toezichthouder en het CBS gezonden. De voorgeschreven categorieën worden niet meer bij de comptabiliteitsvoorschriften zelf bepaald, maar bij ministeriële regeling.
Collegeprogramma Het college geeft in een collegeprogramma de inhoudelijke invulling van belangrijke onderwerpen die in de zittingsperiode tot uitvoering moeten komen. Het gaat als regel om onderwerpen die naar het oordeel van het college politiek relevant zijn. In een dualistisch stelsel ligt het in de lijn dat de wethouders het collegeprogramma ondertekenen en dat de fractieleiders van de coalitiepartijen niet (mede)ondertekenen.
Comptabiliteitsvoorschriften De comptabiliteitsvoorschriften zijn bij Koninklijk Besluit uitgevaardigde voorschriften voor de inrichting van de begroting en de jaarrekening en het jaarverslag van de gemeente. Op 17 januari 2003 zijn nieuwe comptabiliteitsvoorschriften in werking getreden, namelijk het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten. Deze voorschriften worden met ingang van het begrotingsjaar 2004 van kracht.
Dualisme Een dualistisch stelsel kenmerkt zich doordat de posities en bevoegdheden ontvlecht zijn. De raad richt zich primair op de kaderstellende en controlerende functie, het college op de uitvoerende functie. De wethouders zijn geen lid van de raad.
Financieel belang Een financieel belang heeft een gemeente als de middelen die deze ter beschikking stelt, verloren gaan in geval van faillissement van de verbonden partij (een derde rechtspersoon) en/of als financiële problemen bij de verbonden partij kunnen worden verhaald op de gemeente.
Financiële begroting De financiële begroting gaat volgens het Besluit begroting en verantwoording 2004 met name in op de budgettaire aspecten en op de financiële gevolgen van de beleidsbegroting. De financiële begroting bestaat uit:
1. het overzicht van de baten en de lasten en toelichting;
2. de uiteenzetting van de financiële positie en toelichting.
Financiële positie Onderdeel van de financiële begroting, ook de tegenhanger van de balans. De financiële positie van een gemeente geeft de grootte en samenstelling van het vermogen in relatie tot de baten en lasten.
Functie (functionele indeling) Een functie is een eenheid waarin de begroting en jaarstukken worden onderverdeeld volgens bet Besluit comptabiliteitsvoorschriften 1995. Dit besluit definieert tachtig functies. Het Besluit begroting en verantwoording 2004 laat de indeling van de begroting aan de gemeente vrij, maar stelt verplicht dat gemeenten de begroting converteren naar functies in een apart document. Dit document wordt naar de toezichthouder en het CBS gezonden. De voorgeschreven functies zullen niet meer bij de comptabiliteitsvoorschriften zelf worden bepaald, maar bij ministeriële regeling.
Jaarrekening De jaarrekening is de tegenhanger van de financiële begroting; de jaarrekening gaat in op de realisaties van het afgelopen begrotingsjaar. De jaarrekening is een onderdeel van de jaarstukken en bestaat uit:
1. de programmarekening en toelichting;
2. de balans en toelichting.
Jaarstukken De jaarstukken zijn onderverdeeld in het jaarverslag en de jaarrekening en is de tegenhanger van de begroting.
Jaarverslag Het jaarverslag is de tegenhanger van de beleidsbegroting en gaat met name in op de uitkomsten van de programma’s over het afgelopen begrotingsjaar. Het jaarverslag is een onderdeel van de jaarstukken en bestaat uit:
1. de programmaverantwoording;
2. de paragrafen.
Overzicht van baten en lasten Onderdeel van de financiële begroting dat een overzicht geeft van alle baten en lasten die in de programma’s zijn opgenomen.
Paragrafen Een paragraaf geeft volgens het Besluit begroting en verantwoording 2004 een dwarsdoorsnede van de begroting op financiële aspecten. Het gaat dan om de beleidslijnen van beheersmatige aspecten die belangrijk zijn, financieel, politiek of anderszins. De paragrafen zijn onderdeel van zowel de beleidsbegroting als het jaarverslag.
Product Een product van een productenraming of productenrealisatie kan omschreven worden als het resultaat van samenhangend handelen, meetbaar gemaakt in tijd, geld en kwaliteit. Een product wordt in de handreiking ruim geïnterpreteerd. Het kan zijn: een voorziening, een dienst, een goed of een activiteit. Een kern is dat er taakstellende afspraken aan verbonden kunnen worden. Een product omvat zo veel mogelijk kwantitatieve normen voor zowel financiële als niet-financiële prestatie-indicatoren.
Productenraming De productenraming wordt volgens het Besluit begroting en verantwoording 2004 opgebouwd vanuit de programmabegroting en geeft alle gemeentelijke activiteiten weer in termen van producten. De productenraming is het begrotingsdocument van het college en heeft met name een beheersfunctie voor de uitvoering van de begroting.
Productenrealisatie Een productenrealisatie is de tegenhanger van de productenraming en wordt na afloop van het begrotingsjaar opgesteld.
Programma Een samenhangende verzameling van producten, activiteiten en geldmiddelen gericht op het bereiken van vooraf bepaalde maatschappelijke effecten, waaraan idealiter indicatoren kunnen worden gekoppeld.
Programmabegroting Een programmabegroting is een typering voor de nieuwe beoogde begroting doordat de programma's in de begroting centraal staan. In het Besluit begroting en verantwoording 2004 wordt het woord programmabegroting niet gebruikt. Het kenmerk van de begroting volgens het concept van de nieuwe comptabiliteitsvoorschriften is dat de begroting is onderverdeeld in programma's, daarom wordt naar de begroting volgens de nieuwe voorschriften ook wel verwezen als programmabegroting. Een programmabegroting bestaat idealiter uit tien tot vijftien programma’s. De gemeente is vrij in de keuze van de programma’s en het aantal.
Programmaplan Een programmaplan behandelt per programma expliciet de maatschappelijke effecten en de wijze waarop ernaar gestreefd wordt die effecten te verwezenlijken. Dit wordt gedaan aan de hand van de volgende drie vragen: Wat willen wij? Wat gaan wij ervoor doen? Wat gaat het kosten?
Programmarekening Onderdeel van de jaarrekening. De programmarekening geeft een overzicht van de gerealiseerde baten en lasten van het begrotingsjaar.
Programmaverantwoording Onderdeel van het jaarverslag. In de programmaverantwoording wordt per programma expliciet ingegaan op de beoogde maatschappelijke effecten en de wijze waarop getracht is deze effecten te verwezenlijken. De vragen ‘Wat wilden wij? Wat hebben wij ervoor gedaan? Wat heeft het gekost?’ zijn de centrale vragen die in dit deel worden beantwoord.
Raadsprogramma De raad geeft in een raadsprogramma een agendering van de onderwerpen die in de raadsperiode aan de orde moeten komen. Het gaat als regel met name om de onderwerpen die in de visie van de raad politiek relevant zijn. Het raadsprogramma is de basis voor de planning en control van de raad. In een dualistisch stelsel kunnen alle raadsfracties een raadsprogramma ondertekenen.
Verbonden partij Een verbonden partij is een derde rechtspersoon waarbij de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft.
Vernieuwingsimpuls De vernieuwingsimpuls biedt ondersteuning aan gemeenten die zich goed willen voorbereiden op de invoering van het dualistische bestuursmodel, dat bij de raadsverkiezingen in 2002 zijn intrede doet. Meer informatie vindt u op de website www.vernieuwingsimpuls.nl.
Weerstandscapaciteit De weerstandscapaciteit is het geheel van geldmiddelen (zoals de algemene reserve) waaruit tegenvallers eventueel bekostigd kunnen worden, zonder dat de begroting en het beleid (direct) aangepast hoeven te worden.
Incidentele weerstandscapaciteit Het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de hoogte van de voorzieningenniveaus van de programma’s.
Structurele weerstandscapaciteit Hiermee worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de programma’s.
Weerstandsvermogen Het weerstandsvermogen is de weerstandscapaciteit in relatie tot de risico’s.
|