Jaarverslag - Paragrafen

Jaarverslag - Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

De gemeente Nunspeet is qua oppervlakte uitgestrekt (ruim 12.500 ha) en een groot deel hiervan is bij de gemeente als openbare ruimte in beheer. Veel activiteiten vinden plaats zoals wonen, werken en recreëren. Voor de activiteiten zijn veel kapitaalgoederen nodig: wegen, riolering, verlichting, openbaar groen, gebouwen en bossen. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan zijn bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard de (jaarlijkse) lasten.

Het beleid van de gemeente Nunspeet voor het onderhoud van de kapitaalgoederen is onder meer opgenomen in de nota’s:

  • ‘Afvalwaterketenplan Nunspeet-Elburg’(2013-2020);
  • ‘Beleids- en beheerplan wegen’ (2014-2018);
  • ‘Beleids- en beheerplan gemeentelijke gebouwen’ (2014-2017);
  • ‘Beleidsplan openbare verlichting’ (2022-2030);
  • ‘Bestemming en beheer van de bossen gemeente Nunspeet’;
  • ‘Groenbeleid- en beheerplan’ (2019-2029);
  • ‘Beheerplan heideterreinen gemeente Nunspeet’ (2011-2021).

Waterbeheer

Terug naar navigatie - Waterbeheer

Het Afvalwaterketenplan is het resultaat van een planproces met de gemeente Elburg en het waterschap Vallei en Veluwe en omvat o.a. de aan de riolering te stellen doelen, de maatregelen om deze doelen te bereiken en de daarvoor in te zetten middelen. Het Afvalwaterketenplan is opgesteld voor de periode 2013-2020. Het onderhoud en het doen van nieuwe investeringen alsmede de verbetermaatregelen worden overeenkomstig de kaders van het Afvalwaterketenplan uitgevoerd.

Onderhoudsbudget rioleringen
Voor het onderhoud/overige werkzaamheden aan rioleringen was binnen de begroting 2022 een budget beschikbaar van € 591.000,--. De werkelijke kosten hebben € 507.000,-- bedragen. 

Wegenbeheer

Terug naar navigatie - Wegenbeheer

In 2014 is een geactualiseerd beleids- en beheerplan wegen opgesteld voor de periode 2014-2018. In het plan wordt onder meer aangegeven dat het gemiddelde onderhoudsniveau in de gemeente Nunspeet redelijk tot goed te noemen is. Om dit niveau te handhaven dan wel te verbeteren, is een aanzienlijk onderhoudsbudget, voor met name groot onderhoud asfaltverhardingen, nodig. De financiële gevolgen van het Wegenplan zijn vanaf 2015 verwerkt in de begroting.

Tweejaarlijks worden de wegen door derden geïnspecteerd om een zuiver beeld te krijgen van de staat van onderhoud. De andere jaren vindt inspectie plaats door eigen medewerkers. De inspectiegegevens worden telkens toegevoegd aan het wegenbeheersysteem en op basis daarvan worden uitvoeringsmaatregelen voorgesteld. De uitvoeringsmaatregelen worden getoetst aan de praktijk (kan onderhoud van een weg nog worden uitgesteld ten gunste van een andere weg?) en op basis van deze toets wordt het noodzakelijke onderhoud uitgevoerd. Op deze wijze wordt dus niet puur theoretisch onderhoud gepland maar op een efficiënte wijze gewerkt.

Onderhoudsbudget wegen
Voor het onderhoud aan wegen is binnen de begroting 2022 een budget beschikbaar van € 1.228.000 ,--. De werkelijke kosten bedroegen € 893.000,--. De planning is dat in 2023 een nieuw beleids- en beheerplan Wegen wordt opgesteld.

Openbaar groen

Terug naar navigatie - Openbaar groen

Groenbeleidsplan 2019-2029

Het groenbeleidsplan 2019-2029 is in oktober 2019 vastgesteld voor beheer en onderhoud van openbaar groen in de gemeente Nunspeet.  Het onderhoud van het openbaar groen wordt zowel door derden als in eigen beheer uitgevoerd. De door derden uit te voeren werken zijn opgenomen in zes onderhoudsbestekken. Het huidige onderhoudsniveau is, gelet op het beschikbare budget, redelijk tot goed.

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Het Beleidsplan openbare verlichting (2011-2020) is in 2011 door de raad vastgesteld. Het vervangingsschema maakt hier deel van uit en geeft aan welke vervanging er in een bepaald jaar moet plaatsvinden. De gemeente Nunspeet telt momenteel ruim 4.600 lichtmasten van diverse typen, kwaliteit en leeftijd.

Afhankelijk van de wegfunctie wordt gekozen voor een verlichtingsniveau gerelateerd aan minimaal de normen van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde. Deze richtlijnen worden door de meeste gemeenten en nutsbedrijven gehanteerd. Het vervangen van verouderde armaturen en lichtmasten wordt de komende jaren verder voortgezet. In het Beleidsplan openbare verlichting is in het kader van energie- en onderhoudskostenbesparing een zo neutraal mogelijk lichtniveau aangehouden met gebruikmaking van de meest efficiënte verlichtingsmiddelen. Hierbij worden verkeersveiligheid, openbare orde, sociale beleving en de woon- en leefbaarheid gewaarborgd. In het kader van de financiële heroverwegingen is rekening gehouden met de verwachte besparingen door gebruik van duurzame producten. Vanaf 2014 wordt rekening gehouden met een structurele energiebesparing van € 10.000,--. De komende jaren wordt ingestoken op de vervanging van oudere armaturen door energiezuinige led-armaturen.

Onderhoudsbudget openbare verlichting
Voor het onderhoud aan straatverlichting was binnen de begroting 2022 een budget beschikbaar van € 216.250--. De werkelijke kosten bedroegen € 191.000,--.

Bossen en natuurterreinen

Terug naar navigatie - Bossen en natuurterreinen

De gemeente Nunspeet heeft een groot areaal aan bos- en natuurterreinen (circa 3.200 ha). Het beheer en onderhoud ervan vergt een grote inspanning. Sinds 2002 is voor het bosbeheer het FSC-certificaat (Forest Stewardship Council) verkregen. De onderhoudswerkzaamheden worden overeenkomstig de voorwaarden hieruit uitgevoerd. In 2011 is het Beheerplan heideterreinen 2011-2021 vastgesteld.

Jaarlijks wordt circa 5.000 m3 hout uit de gemeentelijke bossen middels aanbesteding verkocht aan houthandelaren, die zelf zorg dragen voor het oogsten en verwijderen van dit hout.

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

In 2014 is het Beleids- en beheerplan gemeentelijke gebouwen door de raad vastgesteld. Een onderdeel hiervan is het meerjarenonderhoudsplan dat jaarlijks wordt bijgesteld en de basis vormt voor het bepalen van de onderhoudsbudgetten. Naast adequaat onderhoud is het aspect veiligheid van groot belang. Veiligheid is een blijvend punt van aandacht. In de komende tijd wordt ingezet (uit financiële motieven en ter reducering van de milieubelasting) om de energieverbruiken verder omlaag te brengen door het uitvoeren van energiebesparende maatregelen.

Jaarverslag - Paragraaf Weerstandsvermogen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Om inzicht te verschaffen in de robuustheid van de begroting van de gemeente bepaalt artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) dat in de paragraaf weerstandsvermogen een relatie wordt gelegd tussen de gemeentelijke weerstandscapaciteit en de risico’s.

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit de aanwezige middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwacht en aanzienlijk zijn, af te dekken. Weerstandsvermogen is dat deel van de weerstandscapaciteit dat niet nodig is voor afdekking van alle risico’s ofwel:

Weerstandsvermogen is weerstandscapaciteit minus totaal van alle risico’s.

De omvang van de weerstandscapaciteit is van belang voor de beoordeling van de financiële positie van de gemeente. De weerstandscapaciteit omvat de mogelijkheden voor een gemeente om financiële tegenvallers (risico’s) op te kunnen vangen.

Er kan onderscheid gemaakt worden tussen structurele en incidentele weerstandscapaciteit. Met het eerste worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de programma’s. Met de incidentele weerstandscapaciteit wordt bedoeld het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau.

Gemeente Nunspeet gebruikt in eerste instantie de incidentele weerstandscapaciteit om zowel incidentele als structurele tegenvallers te dekken. Mochten zich gedurende een jaar structurele tegenvallers voordoen, zonder dat daar meevallers tegenover staan, dan mogen deze eerst incidenteel worden afgedekt door middel van incidentele weerstandscapaciteit. Vervolgens zal hiervoor bij de eerstvolgende begroting structurele dekking gezocht worden. Lukt dit niet dan wordt de structurele weerstandscapaciteit als dekkingsmiddel ingezet.

Structurele weerstandscapaciteit

De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit:

  1. Onvoorziene uitgaven structureel.
  2. Onbenutte belastingcapaciteit.

Incidentele weerstandscapaciteit

De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit:

  1. Het vrije deel van de algemene reserve
  2. De bestemmingsreserves.
  3. Stille reserves (gesteld op nihil).
  4. Onvoorzienbare uitgaven incidenteel.

Ad 1 Onvoorziene uitgaven

Artikel 8 (lid 1 en lid 6) van het BBV verplicht iedere gemeente een bedrag voor onvoorziene uitgaven op te nemen in de begroting. De post onvoorzien is een buffer voor externe onvoorzienbare tegenvallers. Het dekt uitgaven die voldoen aan de drie “O’s” (Onvoorzien, Onvermijdbaar en Onuitstelbaar). Er is een bedrag geraamd van € 90.000. Dit bedrag wordt gesplitst in onvoorzienbare uitgaven incidenteel € 64.000 en onvoorzienbare uitgaven structureel € 26.000. Per ultimo boekjaar resteert van de onvoorziene uitgaven incidenteel € 10.777 en van de onvoorziene uitgaven structureel € 22.400.

Ad 2 Onbenutte belastingcapaciteit

De onbenutte belastingcapaciteit is de verhouding tussen de opbrengst onroerendezaakbelastingen (OZB) versus het normtarief OZB-artikel 12 van de Financiële verhoudingswet (Fvw). Wanneer de algemene middelen van de gemeente aanmerkelijk en structureel tekort zullen schieten om in noodzakelijke behoeften te voorzien, kan een aanvullende uitkering worden aangevraagd. De Fvw bepaalt dat de eigen inkomsten van een gemeente een bepaald redelijk peil moeten hebben, wil zij in aanmerking komen voor een aanvullende uitkering op basis van artikel 12 Fvw. Daarbij gaat het om de eigen inkomsten uit:

1. de onroerendezaakbelastingen (OZB);

2. de rioolheffingen;

3. de afvalstoffenheffingen en reinigingsrechten

Voor 2022 is het percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 vastgesteld op 0,1729.

       

      Onroerende zaakbelastingen                
 

             
  Woz-waarde 1-1-2021 x € 1.000 x € 1.000      
  Woningen 4.200.276        
  Niet-woningen eigenaar 558.210        
  Niet-woningen gebruiker 452.493        
  Totaal 5.210.979        
  Tarief artikel 12 Financiële verhoudingswetg: 0,1729%   9.009      
  Baten jaarrekening 2022   6.078      
  Onbenut (uitgaande van netto baten)   2.931      
             

              
  
                

        
 

Ad 3 Het vrije deel van de algemene reserve, de vrije reserve en de bestemmingsreserve

Algemene reserve

De doelstelling van de algemene reserve is het tijdelijk opvangen van negatieve exploitatieresultaten en van onvoorziene ontwikkelingen waarvoor geen voorziening is getroffen. Per 31 december 2022 wordt er vanuit het rekeningsaldo

€ 13.497.000,-- toegevoegd aan de algemene reserve. Een bedrag van € 4.755.000,-- is vanuit de overhevelingen toegevoegd.

Ad 4 De bestemmingsreserves

Bestemmingsreserves kunnen worden verdeeld in geblokkeerde of beklemde reserves en overige bestemmingsreserves. Onder geblokkeerde of beklemde reserves verstaan we reserves waarover niet (geheel of gedeeltelijk) vrij kan worden beschikt, omdat deze reserves worden gebruikt om structurele dekkingsmiddelen voor de gemeente begroting te genereren. Deze geblokkeerde of beklemde reserves maken geen onderdeel uit van de weerstandscapaciteit.

De overige bestemmingsreserves zijn gevormd voor een bepaald doel. De raad heeft de bevoegdheid de bestemming te wijzigen en deze in te zetten voor het opvangen van tegenvallers. De stand van de bestemmingsreserves op 31 december 2022 bedraagt € 58,6 miljoen. Een belangrijk deel van de bestemmingsreserves is geblokkeerd vanwege de structurele inzet van de renteopbrengst als dekkingsmiddel. In onderstaand overzicht is aangegeven welke overige bestemmingsreserves niet geblokkeerd of beklemd zijn.

tabel overige bestemmingsreserves (niet geblokkeerd of beklemd)
Soort reserve bedrag
Reserve grote projecten
2.840.000
Reserve precario heffing
6.184.000
Egalisatiereserve bouwleges 98.000
Reserve restauratie gem monumenten 241.000
Reserve bodemverontreiniging 458.000
Reserve uitbreiding begraafplaatsen
192.000
Reserve bosexploitatie 6.000
Reserve grondexploitatie 8.190.000
Reserve wachtgeldverplichtingen 593.000
Reserve onderwijshuisvesting
1.229.000
Reserve 5 mei
30.000
Reserve stimulering goedkope woningbouw 3.408.000
Reserve BWS gelden 7.000
  14.452.000
   

Ad 5 Stille reserves

Bij stille reserves moet worden gedacht aan bezittingen die beneden de marktwaarde in de boeken staan en die zonder bezwaar direct te verkopen zijn. De gemeente heeft echter nauwelijks nog bezittingen anders dan panden en gronden die nodig zijn voor de grondexploitatie in haar bezit. De gemeente is aandeelhouder van NV Bank Nederlandse Gemeente (BNG), NV Alliander en waterleidingmaatschappij Vitens. Aangenomen kan worden dat de aandelen bij een eventuele verkoop meer opbrengen dan de boekwaarde. Er is hier dus sprake van een stille reserve. Deze ruimte kan echter niet direct benut worden onder het huidige beleid en de huidige taakuitvoering, omdat de inkomsten uit deze aandelen structureel geraamd zijn in de begroting.

Weerstandscapaciteit 2022

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit 2022

In onderstaande tabel wordt de weerstandscapaciteit voor de jaarrekening 2022 weergegeven:

tabel weerstandscapaciteit

onderdeel weerstandscapaciteit

bedrag

 

 

Structurele weerstandscapaciteit

 

1. Onvoorzien structureel

26.000

2. Onbenutte belastingcapaciteit

2.931.420

 

 

Structurele weerstandscapaciteit

2.957.420

 

 

Incidentele weerstandscapaciteit

 

3. Vrije deel algemene reserve

14.753.000

3. Vrije deel bestemmingsreserves

14.452.000

4. Stille reserves

0

5. Onvoorzien incidenteel

64.000

 

 

Incidentele weerstandscapaciteit

29.269.000

 

 

Totale weerstandscapaciteit

32.226.420

 

 

Risico’s

Tegenover de hierboven geïnventariseerde weerstandscapaciteit staan de risico’s die de gemeente loopt. Deze risico’s zijn van uiteenlopende aard en hangen samen met onder andere de schaalgrootte en gemeente specifieke factoren. Het managen van deze risico’s wordt risicomanagement genoemd.

Risicomanagement in relatie tot het weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Risicomanagement in relatie tot het weerstandsvermogen

Bij risicomanagement gaat het om het uitvoeren van een systematisch en periodiek terugkerend proces van identificeren, beoordelen en kwantificeren van risico’s, het bepalen en uitvoeren van activiteiten en maatregelen die de kans van optreden en/of de gevolgen van risico’s, beheersbaar houden en het evalueren en rapporteren over de verschillende stappen in het proces.

Doelstellingen

De volgende doelstellingen streeft gemeente Nunspeet na met risicomanagement:

  1. Reduceren van de gevolgen van risico’s
  2. Voldoen aan wet- en regelgeving
  3. Actualisering van het weerstandsvermogen
  4. Verhogen van risicobewustzijn
  5. Beoordelen en optimaliseren van het weerstandsvermogen

Indeling risico’s

Gemeente Nunspeet hanteert voor de identificatie van de risico’s de volgende indeling:

  1. Juridische risico’s;
  2. Financiële risico’s;
  3. Personele / organisatorische risico’s
  4. Grondexploitatie en strategische aankopen risico’s
  5. Milieurisico’s
  6. Verbonden partijen
  7. Risico’s sociaal domein
  8. Reguliere risico’s

Analyse en beoordelen van de risico’s

Terug naar navigatie - Analyse en beoordelen van de risico’s

Om risico’s te kunnen beoordelen worden de kans en het (financiële) gevolg van elk risico bepaald. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van zogenaamde referentiebeelden. Als wordt geschat dat een risico zich bijvoorbeeld eenmaal in de tien jaar zal voordoen is de kans op optreden 10%. Als een risico zich eenmaal per jaar kan voordoen is de kans 90%. Bij 100% is het geen risico meer.

Daarna wordt per risico het financiële gevolg ingeschat in het geval het risico zich daadwerkelijk zou voordoen.

Hierna treft u twee tabellen met de indeling van de kansen en financiële gevolgen aan. Voor de beoordeling van de kans dat een risico daadwerkelijk optreedt hanteren we vijf klassen met de volgende referentiebeelden:

 

Klasse

Aantal keren dat risico, zich naar verwachting voordoet

Kans

1

< 1 x per 10 jaar

10%

2

1 x per 5 – 10 jaar

30%

3

1 x per 2 – 5 jaar

50%

4

1 x per 1 – 2 jaar

70%

5

1 x per jaar of <

90%

Voor het bepalen van de financiële gevolgen wordt gebruik van de volgende indeling:

Klasse

Bandbreedte

Financieel gevolg

0

Geen gevolgen

Geen

1

€ 0 < € 5.000

Zeer laag

2

€ 5.000 < € 25.000

Laag

3

€ 25.000 < € 75.000

Midden

4

€ 75.000 < € 250.000

Hoog

5

>€ 250.000

Zeer hoog

Het reële financiële gevolg wordt dus bepaald door de ‘Kans’ en het ‘Financiële gevolg’ met elkaar te vermenigvuldigen. De risico’s met het grootste financiële gevolg krijgen de hoogste prioriteit bij het beheersen van de risico’s.

a. Juridische risico’s

Terug naar navigatie - a. Juridische risico’s

Dwangsommen

Op 1 oktober 2009 is de Wet dwangsom en beroep bij niet-tijdig beslissen in werking getreden. Als gevolg hiervan kunnen burgers de gemeente in gebreke stellen en verbeurt de gemeente, na ontvangst van de ingebrekestelling, een dwangsom als niet tijdig op een aanvraag is beslist. In een procedure zijn werkafspraken gemaakt om beslistermijnen te bewaken. In 2022 is er 11 keer een ingebrekestelling ingediend. In 2 zaken  is de maximale dwangsom van € 1.445,-- betaald.

Proceskosten
Voor bezwarenprocedures en (hoger) beroepsprocedures waarin de gemeente in het ongelijk wordt gesteld, wordt de gemeente veroordeeld in de proceskosten. De hoogte van de proceskostenvergoeding is gerelateerd aan het aantal proceshandelingen dat in de betreffende procedure is verricht. De afgelopen jaren is het aantal verzoeken dat wordt ingediend op grond van de Wet Open Overheid (Woo) toegenomen. De ontevredenheid  over het optreden van de overheid neemt toe, dat is terug te zien in het aantal Woo verzoeken en bezwaren. Afgaande op de verzoeken die het afgelopen jaren zijn ingediend, leidt dit in enkele gevallen tot een verplichting om proceskosten te vergoeden. Per einde boekjaar zijn er geen lopende zaken waar de gemeente proceskosten zou moeten vergoeden.

Inkoop en aanbesteding
Door de invoering van de Aanbestedingswet 2012 is het risico van een juridische procedure toegenomen. Bij de keuze van een inkoopprocedure wordt uitgegaan van indicatieve bedragen. Dit geeft ruimte voor verschillen van inzicht en is daardoor een risico. Daarnaast is de economische situatie dusdanig, dat partijen eerder bereid zijn gunning via de rechter af te dwingen. Per einde boekjaar zijn er geen lopende zaken waar de gemeente en partijen verschillen van inzicht die kunnen leiden tot een juridische procedure.

Claims van derden
Bij het opstellen van de jaarrekening  2022 is een inventarisatie gehouden van de op dat moment bekende verzoeken of te verwachten verzoeken voor planschade en de diverse juridische procedures (afkoopbedrag; schadeclaims). Hiervoor is de voorziening Planschades en Juridische procedures gevormd. De risico’s voor planschade zijn zo veel mogelijk bij de initiatiefnemer ondergebracht. (Plan)schades die onvermijdelijk ten laste van de gemeente komen, worden ten laste van het rekening resultaat gebracht. Ook de kosten van het opstellen van een schadeanalyse komen ten laste van de gemeente. Omdat steeds meer juridisch adviesbureaus zich gaan specialiseren in planschaden, is het risico van schade-analysekosten steeds groter. In de begroting wordt hiermee geen rekening gehouden. In de voorziening is wel rekening gehouden met schade-analysekosten waarvan de melding bekend is. Ultimo 2022 zijn er 2 claims in behandeling met een totaal bedrag van € 6.500,--.

tabel juridische risico's

S=Structureel I=Incidenteel

 

Risico

S of I

Kans van optreden

Financieel gevolg

Reëel financieel gevolg

Dwangsom

I

50%

10.000

5.000

Proceskosten

I

50%

10.000

5.000

Inkoop en aanbesteding

I

10%

100.000

10.000

Claims van derden

I

50%

20.000

10.000

Totaal juridische risico's

   

 

30.000

 

 

 

 

 

 

b. Financiële risico’s

Terug naar navigatie - b. Financiële risico’s

Financiële risico’s

Rente
Eind 2013 is de Wet verplicht schatkistbankieren van kracht geworden. Dit houdt in dat decentrale overheden verplicht hun liquide middelen aanhouden bij de Nederlandse schatkist. Tijdelijke overschotten aan liquide middelen kunnen niet uit oogpunt van een optimaal liquiditeitsbeheer in deposito uitgezet of tegen een gunstige rente op een spaarrekening bij een commerciële bank gezet worden. Dit kan in situaties met hogere rentetarieven een negatief effect op de rendementsverwachting hebben. Wel biedt de staat de mogelijkheid om overtollige gelden voor langere periodes in depot weg te zetten.  Gezien de gemiddelde rentelast van het per 31 december 2022 met vreemd vermogen gefinancierde deel kan worden geconcludeerd dat de geraamde financieringsstructuur en in relatie hiermee ook het weerstandsvermogen van onze gemeente op 31 december 2022 als voldoende kan worden beoordeeld.

Omslagrente
De berekening van de renterisiconorm is opgenomen in de paragraaf financiering. Uit dit overzicht blijkt dat de gemeente een renterisico loopt. Wanneer de omslagrente lager is dan de marktrente ontstaat er een risico. Dit is een gevolg van het feit dat hieruit een financieel nadeel voortvloeit voor de begroting. Als het rentepercentage van aan te trekken leningen lager is dan de geraamde omslagrente van 0,5% (2023: 2%)  blijft het renterisico acceptabel. In het afgelopen jaar heeft de ECB (Europees centrale bank) een ruim monetair beleid gevoerd. De verwachting is dat de kapitaalmarktrente (lange rente), gezien de verwachte economische ontwikkelingen (zoals economische groei, inflatie) in het komende jaar gaat stijgen. Op grond van deze conclusies is er op dit moment een renterisico dat beperkt is.

Gemeentefondsuitkeringen
In de Programmabegroting 2022-2025 is de raming van de uitkeringen uit het Gemeentefonds gebaseerd op de meicirculaire 2021. In de latere circulaires 2022 zijn door het ministerie voor diverse maatstaven actuele (soms al definitieve) aantallen opgenomen. Dit heeft voor 2022 geresulteerd in een hogere Algemene Uitkering. De onderdelen vanuit de Algemene Uitkering m.b.t. het sociaal domein zijn op begrotingsbasis budgettair neutraal verwerkt. Aanvullend is er een onttrekking gedaan uit de reserve sociaal domein. Eventuele voordelige / nadelige resultaten zijn verwerkt in de jaarrekening.

Verstrekte garanties
In totaal zijn voor € 109.445.000,-- aan gemeentegaranties waarover risico wordt gelopen,  aan instellingen verstrekt (peildatum 31 december 2022). Dit zijn garanties voor geldleningen waar de gemeente samen met het Rijk een achtervangpositie inneemt. Deze garanties zijn in eerste instantie gegarandeerd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).

Aan particulieren is voor € 475.146,--  (peildatum 31 december 2022) aan gemeentegaranties verstrekt Deze leningen zijn in eerste instantie gegarandeerd door de Nationale Hypotheek Garantie (NHG / onderdeel startersleningen). De gemeente heeft voor deze leningen een achtervangpositie. Gezien de kredietwaardigheid van de geldnemers van zowel instellingen als particulieren is het aan de garanties verbonden risico zeer gering.

Prijsstijgingen grondstoffen
Als gevolg van enkele mondiale oorzaken zijn de bouwkosten in Nederland binnen een kort tijdsbestek extreem gestegen en momenteel nog aan het stijgen. Prijsstijgingen van enkele tientallen procenten binnen een tijdsbestek van één of enkele weken zijn geen uitzondering meer. Omstandigheden díe daartoe bijdragen zijn onder meer de (nasleep van de) Coronacrisis, de stijgende energieprijzen en vooral de schaarste en prijsstijgingen door de oorlog in Oekraïne en bijbehorende sancties tegen Rusland. Onduidelijk is of en hoe lang de prijsstijgingen aanhouden. Dit brengt risico's en onzekerheid met zich mee voor zowel bestaande overeenkomsten als ook voor nieuw te sluiten overeenkomsten. Op balansdatum is rekening gehouden met de op dat moment bekende prijsstijgingen van 1%, de forse stijging van begin 2022  is echter een gebeurtenis na balansdatum die niets zegt over de situatie op balansdatum maar wel iets zegt over de situatie na balansdatum en voordat de jaarstukken worden vastgesteld.

De stijging van de prijzen in het jaar 2022 heeft gevolgen voor de uitgangspunten voor de programmabegroting 2024-2027. De effecten van de prijsstijgingen zijn op dit moment onzeker, waarbij ook de financiële impact nu onmogelijk te bepalen is. We monitoren onze risico’s voortdurend. Met betrekking tot de balansposities aangaande de grondexploitaties zijn deze met de kennis per 31 december 2022 beoordeeld op een toereikende waardering. De toename en ontwikkeling van de prijsstijgingen in 2023 kan mogelijk leiden tot onzekerheden aangaande de terugverdiencapaciteit van de grondexploitaties in 2023 en de jaren daarna. De raad wordt tussentijds geïnformeerd over de risico’s en beheersmaatregelen ten gevolge van deze prijsstijgingen.

tabel financiële risico's

S=Structureel I=Incidenteel

 

Risico

 

Kans van optreden

Financieel gevolg

Reëel financieel gevolg

Rente

S

30%

800.000

240.000

Omslagrente

S

30%

105.000

31.500

Gemeentefondsuitkering

S

30%

200.000

60.000

Prijsstijging grondstoffen

S

50%

500.000

250.000

Spoortunnel

S

10%

6.000.000

600.000

Sportpark de Wiltsangh

S

50%

500.000

250.000

Verstrekte garanties

S

0%

0

0

Opvang vluchtelingen

S

0%

250.000

0

Totaal financiële risico's

      1.431.500

 

 

 

 

 

 

c. Personele / organisatorische risico’s

Terug naar navigatie - c. Personele / organisatorische risico’s

Personele / organisatorische risico’s

Op moment van opstellen van de jaarrekening is er geen verwachting op risico's / claims ten aanzien van personeel. Daarom wordt er financieel ook geen rekening gehouden met eventuele financiële gevolgen.

tabel personele/organisatorische risico's

S=Structureel I=Incidenteel

 

Risico

 

Kans van optreden

Financieel gevolg

Reëel financieel gevolg

Personele / organisatorische risico's

I

30%

100.000

30.000

Totaal personele/organisatorische risico's

   

 

30.000

 

 

 

 

 

 

d. Grondexploitatie en strategische aankopen risico’s

Terug naar navigatie - d. Grondexploitatie en strategische aankopen risico’s

Grondexploitatie
Voor de grondexploitaties zijn de ramingen van de nog te realiseren kosten en opbrengsten geactualiseerd, resulterend in een bijstelling van het verwachte resultaat op eindwaarde. Deze actualisatie heeft plaatsgevonden aan de hand van de inzichten op peildatum 1-1-2023, waaronder contractuele verplichtingen, geformuleerde beleidsuitgangspunten en ontwikkelingen op de markt voor gebiedsontwikkeling. Als dit resulteert in een neerwaartse bijstelling van de resultaten, wordt onderzocht op welke wijze dit kan worden gecompenseerd.
De reserve grondexploitatie kent een bodembedrag (financiële buffer) die wordt aangehouden om risico’s binnen de grondexploitaties (in voorbereiding) en strategische aankopen op te kunnen vangen. Tussentijdse winstnemingen uit de grondexploitaties worden voorzichtigheidshalve binnen de reserve grondexploitatie gehouden totdat de projecten zijn afgerond. Jaarlijks vindt op grond van artikel 12, lid 1 van de Financiële verordening van de gemeente Nunspeet en artikel 212 van de Gemeentewet de bijstelling plaats na het vaststellen van de jaarrekening.

Toelichting per grondexploitatie

Molenbeek
Ten opzichte van de vorige begroting kan geconstateerd worden dat het risico in dit project verder is afgenomen. Fase 1 t/m 3 zijn bouwrijp gemaakt en voor fase 2 dient een deel van het plangebied nog woonrijp gemaakt te worden. In 2022 is begonnen met de kavelverkoop voor fase 3 en op één kavel na zijn alle kavels in fase 3 verkocht. In 2022 is ook begonnen met de bouw van de supermarkt en de appartementen. De verwachting is dat eind 2024 alle kavels verkocht zijn, inclusief de CPO-kavel voor 4 woningen naast de supermarkt en de kantoorkavel die dit jaar aan de grondexploitatie is toegevoegd.  Het project Molenbeek bevindt zich in de laatste fase en de nog resterende risico’s worden steeds beperkter qua omvang. Het resultaat op eindwaarde, rekening houdend met de al genomen winstnemingen, is nog € 0,5 miljoen positief. Omdat de boekwaarde positief is (meer opbrengsten gerealiseerd dan kosten) is het risico verdwenen dat de gemeente met een verlies achterblijft in het worst case scenario. Zelfs als de nog te maken kosten voor het woonrijp maken van de boekwaarde worden afgetrokken blijft de boekwaarde positief. Daarom is Molenbeek niet meer meegenomen in het benodigde weerstandsvermogen.

Weversweg
De civiele werkzaamheden voor het oorspronkelijke deel zijn in 2022 volledig afgerond. In 2023 wordt een nieuw bestemmingsplan in procedure gebracht waardoor het mogelijk wordt om woningen toe te voegen aan het plan. Deze woningen maken nog geen onderdeel uit van de huidige grondexploitatie in het MPG 2023. Wel is er een extra budget opgenomen in de grondexploitatie voor de planontwikkelingskosten in 2023. Zodra het nieuwe bestemmingsplan in procedure gaat wordt ook een nieuwe grondexploitatie aangeboden, met daarin ook de grondopbrengsten voor de aanvullende woningen. Naar aanleiding van de wijziging in het verwachte eindresultaat van € 78.000,-- negatief naar € 336.000,-- negatief is de verliesvoorziening op het project verhoogd, ter dekking van het negatieve eindsaldo.

De Kolk
Begin 2022 heeft het laatste deel van de uitgifte van de totaal 14 hectare bedrijfskavels in het oorspronkelijke deel plaatsgevonden. Voor het oorspronkelijke deel resteren alleen nog de laatste werkzaamheden voor het inrichten van de openbare ruimte. Omdat het deel gronden GPS in feite nog moet opstarten, liggen de risico’s vooral in een toename van kosten voor het bouw- en woonrijp maken. Daarnaast bestaat het risico dat de grondopbrengsten van dat deel lager uitvallen dan nu geraamd of dat er vertraging optreedt in de kaveluitgifte.

Bedrijventerrein Elspeet
Begin 2023 heeft de Raad van State ingestemd met de ontwikkeling en daardoor kunnen in 2023 en 2024 de werkzaamheden voor het slopen, saneren, grondwerk en bouwrijp beginnen. In verband met de overbelasting van het stroomnet is er nog geen instemming van de netbeheerder voor aansluiten op het stroomnet voor het bedrijventerrein. Dit heeft tot gevolg dat de uitgifte mogelijk vertraging oploopt. Daarnaast is het een risico dat de kosten verder zullen stijgen. Voor het tekort op eindwaarde van ca. € 250.000,-- is een verliesvoorziening getroffen.

Kijktuinen
In 2022 is het bouwrijp maken afgerond en is de riolering verlegd. Er is een kavel opgeleverd voor de realisatie van 4 middeldure huurwoningen, een kavel voor 18 middeldure huurwoningen en een kavel voor 23 sociale huurwoningen. In 2023 en 2024 worden de resterende kavels opgeleverd en vervolgens wordt in 2024 en 2025 het gebied woonrijp gemaakt. De totale looptijd van het project is tot en met 2025. Het resultaat op eindwaarde is € 129.000,-- positief. De risico’s in dit project zitten vooral in een verdere toename van de kosten voor het woonrijp maken, daling van grondprijzen en vertraging in de afname van gronden. Dit laatste wordt met name ingegeven door de gewijzigde marktsituatie, waarin de woningbouwkosten blijvend toenemen, maar het leenvermogen van kopers afneemt.

Elspeterbosweg 9 Vierhouten
De bouw van de woningen is reeds gestart en in 2023 vinden de laatste werkzaamheden voor het woonrijp maken plaats, waarna het project kan worden afgerond. De looptijd van de grondexploitatie is nog één jaar. De nog te maken kosten in de grondexploitatie zijn van beperkte omvang. Daarom zijn ook de risico’s die er nog zijn binnen dit project minimaal.
Het financiële gevolg en de kans van optreden van de risico’s in de grondexploitatie zijn in onderstaande tabel weergegeven. Het financiële gevolg is gebaseerd op het worst case scenario. Dit zijn de boekwaardes per 31 december 2022 van de grondexploitaties, er vanuit gaande dat de gemaakte investeringen niet kunnen worden terugverdiend als het project in een worst case scenario volledig komt stil te vallen. Ten opzichte van de begroting zijn de risico’s per saldo nagenoeg gelijk gebleven (afgerond € 1,5 miljoen).





Tabel Grondexploitatie en strategische risico's

S=Structureel I=Incidenteel

 

Risico

 

Kans van optreden

Financieel gevolg

Reëel financieel gevolg

Molenbeek

I

0%

0

0

Weversweg

I

10%

513.000

51.300

De Kolk

I

30%

4.666.000

1.399.800

Bedrijventerrein Elspeet

I

30%

2.413.000

723.900

Kijktuinen

I

30%

443.000

132.900

Elspeterbosweg 9 Vierhouten

I

10%

200.000

20.000

 

 

 

 

 

Voorziening risico's grondexploitatie

I

 

 

-876.000

Totaal grondexploitatie en strategische risico's

   

 

1.451.900

 

e. Milieurisico’s

Terug naar navigatie - e. Milieurisico’s

Het algemeen beleid op dit punt is dat de kosten van een eventuele sanering worden verhaald op de veroorzaker. Is dit niet meer mogelijk, dan wordt bij een mobiele verontreiniging (een zich verplaatsende verontreiniging) gesaneerd en bij een immobiele verontreiniging nagegaan of er gevaren zijn voor de volksgezondheid. Is dit het geval, dan volgt sanering (zo mogelijk binnen de begrote budgetten). Is dit niet het geval, dan wordt nagegaan of op een nader geschikt moment sanering mogelijk is op een manier die effectief en doelmatig is (ook in relatie tot de hiermee gepaard gaande financiële middelen). Voor de bekende bodemverontreinigingen is de reserve bodemverontreiniging gevormd.

In 2018 is de raad voorgesteld een budget beschikbaar te stellen uit deze reserve om te inventariseren welke bodemverontreinigingen er zijn en welke omvang deze hebben. Vervolgens kan berekend worden of de omvang van de reserve voldoende is of gedeeltelijk kan vervallen. Omdat er nog geen duidelijkheid is over enkele grotere bodemsaneringslocaties zoals bijvoorbeeld de herinrichting van stortplaats De Wiltsangh, wordt de reserve nog in stand gehouden. Inzake de locatie Berkenhorst is bekend geworden dat er bekalking plaatsvind waardoor het milieurisico naar een aanvaardbaar niveau is teruggebracht voor het huidige gebruik. Begin 2022 heeft de gemeenteraad ingestemd met een krediet t.a.v. de sanering van de verontreiniging in overleg met de provincie. Naar verwachting kan de veroorzaker de gemaakte kosten vergoeden. Wel bestaat er de mogelijkheid dat bij faillissement van bedrijven met een bodemverontreiniging de saneringskosten alsnog deels of geheel voor rekening van de gemeente komen. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat bij schuren met asbestdaken zonder dakgoot, in sommige gevallen sprake is van bodemverontreiniging. Onderzoeks- en saneringskosten hiervan komen voor rekening van de eigenaar. Daar waar de gemeente eigenaar is of wordt, kan de gemeente hier op worden aangesproken. Bij aankoop zal hier rekening mee gehouden worden. Het is niet direct in te schatten of en welke kosten hieruit voortvloeien.

Voor niet bekende bodemverontreinigingen zijn de financiële gevolgen lastig in te schatten. Deze zijn afhankelijk van de aard en omvang van de verontreiniging en het tijdstip van het ontstaan van de verontreiniging. Een verontreiniging van na 1987 is een nieuw geval en moet volledig opgeruimd worden en een verontreiniging van voor 1987 is een oud geval en mag functioneel gesaneerd worden. Daarnaast is het afhankelijk van de mogelijkheid om de kosten te verhalen op de veroorzaker. Om toch een inschatting te maken van de kosten wordt een bedrag van € 150.000 aangehouden met een risico van voorkomen van 10%. In dit bedrag is rekening gehouden met een afgenomen risico. De reserve bodemsanering maakt onderdeel uit van het weerstandsvermogen.

tabel milieu en bodemverontreiniging risico's

S=Structureel I=Incidenteel

 

Risico

 

Kans van optreden

Financieel gevolg

Reëel financieel gevolg

Bodemverontreiniging

 

50%

500.000

250.000

Milieu en bodemverontreiniging

I

10%

150.000

15.000

Totaal milieu en bodemverontreiniging risico's

 

 

265.000

 

 

 

 

 

 

f. Verbonden partijen

Terug naar navigatie - f. Verbonden partijen

De gemeente is financieel mede aansprakelijk voor een aantal samenwerkingsverbanden (paragraaf Verbonden partijen).

Directe deelnemingen in vennootschappen:

  • Bank Nederlandse Gemeenten NV;
  • NV Alliander;
  • Vitens NV
  • NV Afvalsturing Friesland;
  • NV Inclusief Groep.

Overige deelnemingen:

  • Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe;
  • Omgevingsdienst Noord-Veluwe;
  • Leasurelands;
  • Coöperatie Gastvrije randmeren
  • Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland;
  • Inclusief Groep
  • Stichting Primair Openbaar Onderwijs Noord-Veluwe;
  • Sportbedrijf
  • Gemeentelijke of gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) Gelre-IJssel.

Per verbonden partij is een risicoanalyse gemaakt. Via deze risicoanalyse wordt gekeken naar de mate van risico die de gemeente bij de verbonden partijen loopt. Bij sommige verbonden partijen is een beoordeling op cijfers lastig. Bij deze verbonden partijen is gekeken naar de bijdrage die de gemeente levert en het financiële nadeel dat de gemeente loopt bij een eventueel faillissement. Hierbij is een inschatting gemaakt van de kans dat een faillissement zich voordoet.

Van de directe deelnemingen in vennootschappen is de nominale waarde van het belang van onze gemeente in de vennootschap als risico opgenomen, verhoogd met de ontvangen dividenden. Van de overige deelnemingen in vennootschappen is als financieel gevolg opgenomen de jaarbijdrage.

De kans van optreden wordt geclassificeerd met risico laag, gemiddeld of hoog. Per verbonden partij is het risico (kans van optreden) op grond daarvan, uitgedrukt in een percentage. De toelichting op de belangen voor onze gemeente vindt u terug in de paragraaf verbonden partijen. In onderstaande tabel zijn de risico’s per verbonden partij uitgedrukt in geld. Bij een kans van optreden die als “laag” is gekwalificeerd, is rekening gehouden met een percentage van 10%. Bij een ‘hoge’ kwalificatie is een percentage van 30%, 50% of 70% aangehouden, afhankelijk van de inschatting van de kans van optreden. Er is één deelneming (de Inclusief Groep) waarbij het risico voor de gemeente Nunspeet als “zeer hoog” wordt ingeschat. Dit houdt verband met de teruglopende subsidie-inkomsten die op korte termijn niet worden gecompenseerd door een hoger operationeel resultaat.

tabel risico's verbonden partijen

S=Structureel I=Incidenteel

 

Risico

 

Kans van optreden

Financieel gevolg

Reëel financieel gevolg

NV Bank Nederlandse Gemeenten

I

10%

359.000

35.900

NV Alliander

I

10%

285.000

28.500

NV Vitens

I

10%

4.000

400

NV Afvalsturing Friesland

I

10%

65.000

6.500

Streekarchivaat Noordwest Veluwe

I

10%

188.000

18.800

Omgevingsdienst Noord Veluwe

I

10%

710.000

71.000

Leisurelands (recreatiegemeenschap Veluwe)

I

10%

0

0

Coöperatie Gastvrije randmeren

I

10%

30.000

3.000

Veiligheidsregio Noord Oost Gelderland

I

10%

1.510.000

151.000

Inclusief Groep

I

50%

687.000

343.500

Stichting Primair Openbaar Onderwijs Noord Veluwe

I

10%

0

0

GGD Gelre-IJssel

I

10%

486.000

48.600

Sportbedrijf Nunspeet

I

50%

407.000

203.500

Totaal  risico's verbonden partijen

   

 

910.700

 

g. Risico’s sociaal domein

Terug naar navigatie - g. Risico’s sociaal domein

Op 1 januari 2015 zijn drie nieuwe wetten in werking getreden binnen het sociaal domein, namelijk de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), de Participatiewet en de Jeugdwet. Met ingang van 2019 is de financiering niet meer gebaseerd op een integreerbaar deel maar is deze opgenomen in de Algemene Uitkering, net als alle andere gemeentelijk taken. Tevens bestaat er nog een Reserve Sociaal Domein.

WWB / Participatiewet (Buig)
In de begroting word uitgegaan van een budgettaire raming voor de uitkeringen en de te ontvangen rijksbijdrage, de zogenaamde BUIG gelden. Als blijkt dat de uitgaven op de uitkeringen hoger zijn dan de rijksbijdrage, kan onder voorwaarden een aanvullende uitkering bij het Rijk worden aangevraagd. Hierbij geldt dat de eerste 7,5% van de rijksbijdrage voor rekening van de gemeente komt. Voor het tekort op de uitkeringen tussen 7,5% en 12,5% van de voor dat jaar toegekende rijksbijdrage, geldt dat van dit bedrag 50% op basis van deze regeling kan worden aangevraagd en vergoed. Om in aanmerking te komen voor een aanvullende uitkering moet sprake zijn van een goedkeurende accountantsverklaring en een door de gemeenteraad vastgesteld verbeterplan. Een tekort moet ten laste gebracht worden van de lopende exploitatie. Via de tussenrapportages worden eventuele afwijkingen aangegeven.

Jeugdwet
Sinds het inwerking treden van de Jeugdwet in 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp. Het Centrum voor Jeugd en Gezin vormt de toegang voor de niet vrij-toegankelijke jeugdhulp. Naast het Centrum voor Jeugd en Gezin kunnen ook huisartsen, praktijkondersteuners, medisch specialisten en de rechter in geval van jeugdbescherming en jeugdreclassering verwijzen naar niet vrij toegankelijke jeugdhulp. Ongeveer 50% van alle verwijzingen loopt via een huisarts en praktijkondersteuner, met name de verwijzingen naar JGGZ. Op deze trajecten heeft de gemeente niet direct invloed. Door het creëren van een hoogwaardige toegang hopen we het percentage verwijzingen dat via het CJG loopt te verhogen en het percentage verwijzingen dat via de huisartsen loopt te verlagen en zo het beroep op zwaardere jeugdhulp te laten afnemen.


De uitgaven voor jeugdzorg laten de laatste jaren een aanmerkelijke groei zien. Dit is een landelijke ontwikkeling. Er is sprake van sterke toename van complexiteit en behandeltijd en een toename van het aantal cliënten. Toename is met name te zien bij de ambulante begeleiding (regulier en specialistisch) en bij de GGZ hulp specialistisch. Op dit moment constateren we een regionale ontwikkeling waarbij het budget dat door het rijk beschikbaar wordt gesteld flink zal worden overschreden. Wel zijn er maatregelen ingezet om te komen tot een betere indicatiestelling met een mogelijke andere zorgvorm die leidt tot lagere uitgaven voor de hulpverlening.


Daarnaast hebben we te maken met een bezuinigingstaakstelling sinds het inwerking treden van de Jeugdwet. De transformatieslag die hiervoor gemaakt moet worden neemt meerdere jaren in beslag. Beoogde effecten (afname van problematiek en van jeugdhulpkosten) zullen daarom pas na een aantal jaren zichtbaar worden.

tabel  risico's sociaal domein

S=Structureel I=Incidenteel

 

Risico

 

Kans van optreden

Financieel gevolg

Reëel financieel gevolg

WWB

S

10%

449.000 44.900

Jeugdwet

S

30%

850.000

255.000

Totaal risico's sociaal domein

   

 

299.900

 

 

 

 

 

 

h. Reguliere risico’s

Terug naar navigatie - h. Reguliere risico’s

Btw-compensatiefonds / SPUK

Per 1 januari 2003 is het btw-compensatiefonds ingevoerd. Uit het fonds krijgen gemeenten de betaalde btw op nota’s van derden gecompenseerd, met uitzondering van de btw die wordt betaald over onderwijsuitgaven en de btw die samenhangt met de subsidiëring van derden. Tegenover deze lagere lasten voor de gemeente staat een uitname uit het Gemeentefonds. Dit houdt in dat de invoering van het btw-compensatiefonds voor de gemeenten gezamenlijk geen voordeel heeft. Voor een individuele gemeente kan de invoering van het btw-compensatiefonds echter wel gevolgen hebben. Vanaf 2019 loopt de gemeente Nunspeet risico over de voorschotregeling BCF. Hiermee is reeds rekening gehouden in de financiële verkenning en de meerjaren raming. Sinds een aantal jaren is de BTW op sport niet meer verrekenbaar. Hiervoor is de zogenaamde SPUK-regeling in werking getreden. Deze regeling is bedoeld om BTW t.a.v. sport te compenseren. Echter is er een totaalbedrag voor alle gemeenten beschikbaar. Het kan dus zijn dat er naar rato uitbetaald wordt en niet de totale aanvraag. Aangezien het ingediende bedrag t.a.v. sport groot is, gezien het project De Wiltsangh, loopt de gemeente hier een risico. Daarom wordt in de risicoparagraaf rekening gehouden met een eventueel lagere uitkering.

Vennootschapsbelasting

Vanaf 2016 moeten de gemeenten vennootschapsbelasting betalen over de winsten die ze met hun ondernemingsactiviteiten maken. Het financiële gevolg daarvan voor onze gemeente is naar verwachting gering. Voor de uitoefening van haar publieke taak levert de vennootschapsbelasting voor de gemeente geen risico op.

Tegenvallende subsidieverwachtingen

Een risico dat gelopen wordt, is dat projecten of activiteiten worden uitgevoerd die (deels) gedekt worden door subsidies vanuit de Provincie. Wanneer achteraf blijkt dat er niet voldaan wordt aan de subsidievoorwaarden, ontstaat het risico van een dekkingstekort. Tot op heden is steeds voldaan aan de subsidievoorwaarden. Voor de bepaling van het weerstandsvermogen wordt daarom het risico op vooralsnog op nihil gesteld.

Gemeentelijke gebouwen

De gemeente heeft verschillende gebouwen in eigendom. Er worden daarbij verschillende risico’s gelopen. De belangrijkste risico’s zijn: asbest, legionellabesmetting, brandveiligheid, veilig werken op daken en wateraccumulatie. De risico’s worden per gebouw geïnventariseerd en in kaart gebracht. Op het gebied van asbest worden de grootste risico’s gelopen. Van de meeste gemeentelijke gebouwen is de asbestsanering uitgevoerd. Van enkele gemeentelijke woningen en kleine objecten moeten de inventarisaties nog plaatsvinden.

tabel reguliere risico's

S=Structureel I=Incidenteel

 

Risico

 

Kans van optreden

Financieel gevolg

Reëel financieel gevolg

Btw compensatiefonds / SPUK

I

10%

150.000

15.000

Vennootschapsbelasting

I

10%

150.000

15.000

Tegenvallende subsidieverwachtingen

I

0%

0

0

Gemeentelijke gebouwen

I

10%

20.000

2.000

Totaal reguliere risico's

   

 

32.000

 

 

 

 

 

 

Beheersing van risico’s

Terug naar navigatie - Beheersing van risico’s

Voor elk risico moet een keuze gemaakt worden uit de volgende maatregelen:

  • Vermijden: het beleid waar een risico door ontstaat, wordt beëindigd of op een andere manier vormgegeven of er wordt geen beleid gestart dat een risico met zich meebrengt.
  • Verminderen: het risico wordt afgedekt via een verzekering, een voorziening of een ander budget in de begroting zodat de gevolgen van een risico worden beperkt.
  • Overdragen: dit kan door het beleid dat een risico met zich meebrengt, te laten uitvoeren door een andere betrokken partij, die daarbij ook de financiële risico’s overneemt.
  • Accepteren: risico’s kunnen ook bewust genomen worden. Als een risico niet wordt vermeden, verminderd of overgedragen, wordt een risico geaccepteerd en moet de eventuele financiële schade volledig via de weerstandscapaciteit gedekt worden

Financiële vertaling van de risico’s

Terug naar navigatie - Financiële vertaling van de risico’s

Voor vrijwel alle financiële risico’s die zijn te voorzien en kwantificeerbaar zijn, zijn toereikende voorzieningen of bestemmingsreserves gevormd. Van de risico’s die van materiële betekenis en niet goed te kwantificeren zijn, is een financiële vertaling gemaakt zodat deze risico’s meegenomen worden bij het bepalen van het weerstandsvermogen. Van onderstaande risico’s is de kans van optreden uitgedrukt in een percentage. Het reële financiële gevolg wordt berekend door dit percentage te vermenigvuldigen met het financiële gevolg.

Tabel totalen incidentele en structurele risico's  
Risico Reëel financieel gevolg
Structurele risico's:  
Financiële risico's 1.431.500
Personele risico's 0
Sociaal domein 250.000
Totaal structureel 1.731.000
   
Incidentele risico's  
Juridische risico's 30.000
Financiële risico's 0
Personele risico's 30.000
Grondexploitaties 1.451.900
Milieu en bodemverontreiniging 265.000
Verbonden partijen 910.690
Reguliere risico's 32.000
Totaal incidenteel 2.719.590
   
Totaal  risico's 4.450.990
   

 

Beoordeling weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Beoordeling weerstandsvermogen

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moet de relatie gelegd worden tussen de hierboven genoemde financieel vertaalde risico’s en de eerder genoemde beschikbare weerstandscapaciteit. Dit wordt uitgedrukt in een ratio. De berekeningswijze van de ratio weerstandsvermogen is als volgt:

Ratio weerstandsvermogen:      Beschikbare weerstandscapaciteit / Benodigde weerstandscapaciteit

Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen wordt gebruikt gemaakt van onderstaande waarderingstabel:

Ratio

Betekenis

> 2,0

Uitstekend

1,4 tot 2,0

Ruim voldoende

1,0 tot 1,4

Voldoende

0,8 tot 1,0

Matig

0,6 tot 0,8

Onvoldoende

< 0,6

Ruim onvoldoende

Kwantificering van de incidentele risico’s in tijd en geld, waarvoor de gemeente geplaatst zou kunnen worden is arbitrair. Geconstateerd kan worden dat het incidentele weerstandsvermogen onvoldoende. Daartegenover is het structurele weerstandsvermogen ruim voldoende. In onderstaande tabel zijn de structurele en incidentele weerstandscapaciteit versus de structurele en incidentele risico’s, weergegeven.

Ratio weerstandsvermogen 32.226.420/4.450990 = 7,2

Met een uitkomst van het ratio weerstandsvermogen van 7,2 (niet afgerond 7,24) kan worden geconcludeerd worden dat het totale weerstandsvermogen als uitstekend kan worden aangemerkt. De positieve ontwikkeling van deze ratio wordt veroorzaakt door de ruimte binnen de belastingcapaciteit en de toename van met name het vrij besteedbare deel van de algemene reserve..

Continuïteit

Gemeente Nunspeet heeft een sluitende meerjarenbegroting daarnaast geven de kengetallen in deze paragraaf inclusief het weerstandsrisico geen reden tot twijfel of gemeente Nunspeet haar activiteiten in continuïteit kan voortzetten.

 

 

Tabel totaal incidenteel en structureel weerstandsvermogen      
    weerstands capaciteit
Risico's
weerstands vermogen
         
Incidenteel   29.269.000 2.719.590 26.549.410
         
Structureel   2.957.420 1.731.400 1.226.020
         
Totaal   32.226.420 4.450990 27.775.430

Toekomstige ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Toekomstige ontwikkelingen

De prognose van de risico’s voor de komende jaren voor de gemeente Nunspeet is als volgt:

De verwachting is dat de totale weerstandscapaciteit voldoende zal zijn voor de financiële gevolgen van de risico’s.

Grondexploitatie en strategische aankopen
In de komende jaren worden de volgende projecten verder ontwikkeld / afgerond: het bedrijventerrein De Kolk, het plan Molenbeek fase 3, Weversweg, Bedrijvenstrip Elspeet, de Kijktuinen, 't Hul Noord  en de mogelijke ontwikkelingen van strategische aankopen.

Ook zien we dat de decentralisatie in het sociaal domein gepaard is gegaan met een bezuinigingstaakstelling, terwijl organisaties en gemeenten onvoldoende tijd hebben gehad om de daarvoor noodzakelijke transformatieslag te kunnen maken. Beoogde effecten blijven met name bij het onderdeel jeugd uit. Zo wordt nu fors geïnvesteerd in de toegang tot jeugdhulp (Stichting Jeugd Noord-Veluwe), terwijl het beroep op zwaardere hulp nog onvoldoende afneemt. Daar tegenover staan wel extra incidentele middelen welke zijn ontvangen via de Algemene Uitkering.

Tabel prognose meerjarige incidentele en structurele risico's        
Risico   financieel gevolg
    2024 2025 2026 2027
Structurele risico's          
Financiële risico's   1.431.500 2.031.500 2.631.500 3.231.500
Personele risico's   0 0 0 0
Sociaal domein   299.900 299.900 799.900 799.900
           
Totaal structurele risico's   1.731.400 2.331.400 3.431.400 4.031.400
           
Incidentele risico's          
Juridische risico's   30.000 30.000 30.000 30.000
Financiële risico's   0 0 0 0
Personele risico's   30.000 30.000 30.000 30.000
Grondexploitaties   1.451.900 1.451.900 1.451.900 1.451.900
Milieu en bodemverontreiniging   265.000 250.000 250.000 250.000
Verbonden partijen   910.690 1.160.690 1.410.690 1.660.690
Reguliere risico's   32.000 32.000 32.000 32.000
Totaal incidenteel          
           
Totaal  risico's verbonden partijen   2.719.590 2.954.590 3.204.590 3.454.590
           
Totaal reëel financieel gevolg   4.450.990 5.285.990 6.635.990 7.485.990
           

Financiële kengetallen

Ingevolge artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) worden in deze paragraaf kengetallen opgenomen die inzicht geven in de financiële positie van onze gemeente.

De volgende financiële kengetallen worden hieronder weergegeven:

  • Netto schuld quote (bezittingen / schulden)
  • Solvabiliteitsratio (eigen vermogen / vreemd vermogen)
  • Kengetal grondexploitatie (boekwaarde in- / nog niet in exploitatie gebruik genomen gronden / totale baten voor bestemming)
  • Structurele exploitatieruimte (structurele baten – structurele lasten) / totale baten voor bestemming)
  • Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden.
  Verloop van de kengetallen
Kengetallen: Jaarrekening 2022 Begroting 2022 Jaarrekening 2021
Netto schuldquote 14,3% 31,3% 11,5%
Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen 11,2% 31,3% 11,5%
Solvabiliteitsratiorisico 61,4% 59,5% 65,4%
Structurele exploitatieruimte 14,5% 0,5% 7,4%
Grondexploitatie 7,0% 15,0% 14,5%
Belastingcapaciteit 652,08 696,78 613,80

Toelichting kengetallen

Terug naar navigatie - Toelichting kengetallen

Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Voor Gemeente Nunspeet ligt dit rond de 14%. Een percentage boven de 100% geeft aan dat de schuldenlast hoger is dan de baten, waardoor het voldoen aan de betalingsverplichtingen een probleem kan worden. Het uitblijven van de  stijging t.o.v. de begroting 2022 wordt o.a. veroorzaakt door de toename van de overlopende activa en de toename van de overige baten.

Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen
Met deze berekening wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en wat dit betekent voor de schuldenlast. Voor onze gemeente wijkt dit percentage in 2022 niet veel af van de netto schuldquote. Ofwel het aandeel van de verstrekte leningen is klein.

Solvabiliteitsratio
Deze ratio geeft inzicht in de mate waarin onze gemeente in staat is aan haar verplichtingen te voldoen. Wanneer dit percentage onder de 50%, komt is het aandeel van eigen vermogen in het balanstotaal minder dan de helft. Dit kan een signaal zijn dat het moeilijker wordt om aan de verplichtingen te voldoen. Het percentage voor onze gemeente komt uiteindelijk in 2022 uit op 61% en is ongeveer gelijk aan het begrote percentage van 60%.

Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte onze gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Het percentage bedraagt voor onze gemeente 14%. De conclusie is dat er op dit moment  ruimte is om een toename van de lasten op te vangen.

Grondexploitatie
Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale baten. Het percentage  van 7% is iets lager uitgekomen dan begroot. Hoe hoger het percentage, hoe groter het risico. Wanneer dit percentage boven de 100% uit komt, kan er aanleiding zijn om maatregelen te nemen.

Belastingcapaciteit
De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in onze gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De totale woonlasten voor een gemiddeld gezin bij een gemiddelde WOZ waarde in Nunspeet bedraagt voor 2021 € 652. Het landelijk gemiddelde bedraagt € 766 (2021).

Jaarverslag - Paragraaf Financiering

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

De financieringsparagraaf is samen met het financieringsstatuut (treasurystatuut) een belangrijk instrument voor het transparant maken van het treasurybeheer. De treasuryfunctie houdt in dat de geldstromen van en naar de gemeente zo optimaal mogelijk op elkaar worden afgestemd, met als resultaat dat de rentelasten zo laag mogelijk en/of de rentebaten zo hoog mogelijk zijn.

In het financieringsstatuut van de gemeente Nunspeet, dat op 17 februari 2015 is vastgesteld, zijn de uitgangspunten, de doelstellingen en de beleidsmatige en organisatorische kaders (inclusief toezicht op de uitvoering van treasury) bepaald. De voor de gemeente Nunspeet relevante uitvoeringsregels zijn hierin opgenomen.

De financierings- en beleggingsactiviteiten van de gemeente Nunspeet vinden plaats binnen het formele kader van het financieringsstatuut en de financiële verordening van de gemeente Nunspeet. De uitvoering van het treasurybeleid vindt zijn weerslag in de financieringsparagraaf van de begroting en het jaarverslag. In de begroting komen de concrete beleidsplannen aan de orde. In het jaarverslag gaat het om de realisatie van de plannen en om een verschillenanalyse tussen de plannen en de uitkomsten.

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Sinds eind 2013 is het schatkistbankieren voor de gemeente van toepassing. Het heeft een wettelijke basis in de wet Financiering decentrale overheden (wet FIDO). Concreet betekent dit dat decentrale overheden verplicht zijn om hun liquide middelen aan te houden in de schatkist bij het rijk. Gemeenten mogen alleen positieve banksaldi voor het betalingsverkeer op eigen bankrekeningen aanhouden.  Dit moet leiden tot een verminderde externe financieringsbehoefte van het Rijk, met als gevolg een lagere staatsschuld en een lagere EMU schuld van de collectieve sector.

Voor de aan te houden middelen in ’s Rijks schatkist is vanaf 1 juli 2021 een drempel van toepassing, die is vastgesteld op 2% van het begrotingstotaal met een minimum van € 1.000.000,--. Het schatkistbankieren kan voor de gemeente een negatieve uitwerking hebben op de rendementsverwachting. De hoogte van het negatieve effect is afhankelijk van de afwijking tussen de door het Rijk gehanteerde rentepercentages en de percentages van marktconforme partijen. Uitzettingen (verstrekken van leningen) uit hoofde van de publieke taak blijven mogelijk. Ook het onderling lenen tussen decentrale overheden biedt wellicht mogelijkheden voor het behalen van een hoger rendement. Voorwaarde hierbij is dat er geen toezichtrelatie mag bestaan tussen de betrokken decentrale overheden.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Het treasurybeleid van onze gemeente is erop gericht binnen de financiële mogelijkheden een zo optimaal mogelijk rendement te verkrijgen dan wel de rentelasten zo veel mogelijk te beperken. Hierbij moeten de risico's zo goed mogelijk worden onderkend en beheerst. Het tot nu toe gehanteerde beleid is, dat het eigen vermogen volledig wordt ingezet als intern financieringsmiddel en niet wordt belegd. Ook wordt geen gebruik gemaakt van rente-instrumenten. Dit beleid wordt in 2023 voortgezet. Binnen de in het financieringsstatuut opgenomen randvoorwaarden worden eventuele tijdelijke financieringsoverschotten of -tekorten tegen gunstige rentepercentages uitgezet of aangetrokken.

Rentebeleid (renterisico's)

Terug naar navigatie - Rentebeleid (renterisico's)

Toerekening rente aan investeringen
Onze gemeente streeft naar een evenwichtige samenstelling van de balans. Er wordt in een aantal gevallen gewerkt met een vast rentepercentage voor de toerekening van de rentelasten aan investeringen (bijvoorbeeld rioleringsinvesteringen). Dit rentepercentage blijft gedurende de hele levensduur van de investering aan deze investering gekoppeld.

Aan grondexploitaties met negatieve boekwaardes wordt op werkelijke basis rente toegerekend. Op begrotingsbasis wordt geen rekening gehouden met rentebaten vanuit de grondexploitaties. Uitgangspunt hierbij is dat de verschillende exploitaties budgettair neutraal verlopen.

Daarnaast maken wij voor de aan de taakvelden toe te rekenen rente gebruik van de zogenoemde ‘renteomslag’. Deze methodiek van rentetoerekening is ook in 2022 toegepast. In onderstaand schema wordt weergegeven hoe de rentetoerekening plaats vindt.

Rentetoerekening
Vanaf 2017 is een BBV wijziging voor de rentetoerekening en renteberekening van toepassing. Een belangrijk onderdeel van deze wijziging betreft de renteberekening over het eigen vermogen en de grondexploitatie. De commissie BBV adviseert vanwege het inzicht, de eenvoud en transparantie geen rentevergoeding over het eigen vermogen te berekenen. Voor de grondexploitatie moet gebruik worden gemaakt van een gewogen gemiddeld rentepercentage.

Een ander onderdeel betreft de verantwoording van de rentelasten op één centraal taakveld Treasury. Wel mag vanuit dit taakveld rente  worden doorbelast naar andere taakvelden voor de activa behorend tot deze taakvelden. 

Met deze aanbeveling van de commissie BBV wordt met ingang van 2017 geen rente meer berekend over het eigen vermogen. Om te voorkomen dat deze reserves onvoldoende dekking bieden aan het doel waarvoor ze dienen, worden ze gecompenseerd met een inflatiecorrectie. Deze inflatiecorrectie bedroeg voor 2022 totaal € 59.810.--.

 

RENTESCHEMA 2022

 

 

a.

Externe rentelasten korte en lange financiering

 

 403.037

b.

Externe rentebaten (waarvan € 267.000,- rente SVN-leningen over voorgaande jaren)

 

319.411

 

 

 

 

c.

Totaal door te berekenen externe rente

 

 83.626

 

Rente die aan de Grondexploitatie moet worden doorberekend

128.012

 

 

Rente projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

n.v.t.

 

 

 

 

 128.012

 

 

 

 

d1.

Saldo door te rekenen externe rente

 

- 44.386

 

Rente over het Eigen Vermogen

 

0

d2.

Rente voorzieningen (waardering op contante waarde)

0

 

De aan taakvelden toe te rekenen rente

 

- 44.386

 

 

 

 

e.

De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (incl. overhead)

 

-  762.461

 

 

 

 

f.

Renteresultaat taakveld Treasury

 

-  806.847

Financieringspositie

Terug naar navigatie - Financieringspositie

De financieringspositie per 1 januari 2022 geeft een begroot financieringstekort. Opgemerkt moet worden dat hierbij de middelen van bijna € 22,8 miljoen (peildatum: 1 januari 2022) uit de reserve verkoopopbrengst NUON-aandelen buiten beschouwing zijn gelaten. Dit vanwege het feit dat het rendement op deze middelen dient ter compensatie van de weggevallen dividendopbrengsten. In het algemeen wordt geprobeerd een financieringstekort tijdelijk aan te vullen door het aantrekken van kort geld. Dit is niet altijd toegestaan in verband met de zogenoemde kasgeldlimiet.

Op grond van de Wet Fido is de gemeente verplicht per kwartaal de gemiddelde netto vlottende schuld te berekenen. Als deze gemiddelde liquiditeitspositie van drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet overschrijdt, moet de gemeente de drie kwartaalrapportages toezenden aan de toezichthouder, vergezeld van een plan om weer aan de kasgeldlimiet te voldoen.

De gemiddelde netto schuld in elk van de kalenderkwartalen van 2022 in verhouding tot de kasgeldlimiet is in onderstaand overzicht weergegeven:

Netto vlottende schuld (x € 1.000,--)

  1e kwartaal 2022 2e kwartaal 2022 3e kwartaal 2022 4e kwartaal 2022
Gemiddelde schuld -8.230 -15.916 -13.805 -9.320
Toegestane kasgeldlimiet 5.807 5.807 5.807 5.807
Ruimte 14.037 21.723 19.612 15.127

De werkelijke financieringspositie en de daarbij behorende financieringsbehoefte zijn, ondanks de periodieke berekening van de liquiditeitspositie, vaak moeilijk in te schatten. Dit heeft onder andere te maken met de voortgang van de uitvoering van diverse projecten en de daaruit voortvloeiende investeringen. Ook uitgaven als gevolg van de in exploitatie zijnde bestemmingsplannen spelen hierbij een belangrijke rol. Bij de grondexploitatie moet overigens enerzijds rekening worden gehouden met het aankopen van grond, de kosten van bouw- en woonrijp maken en anderzijds met de verkoop van grond.

Liquiditeitspositie

Terug naar navigatie - Liquiditeitspositie

Door een goed beheer van de dagelijkse saldi wordt gestreefd naar een optimaal rendement en wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie steeds voldoende is om aan de betalingsverplichtingen te kunnen voldoen. Het betalingsverkeer verloopt daarbij voornamelijk via onze huisbankier de BNG.

Bij het optimaliseren van het renteresultaat kunnen voor het aantrekken of uitzetten van geld als gevolg van de liquiditeitspositie, in overeenstemming met het financieringsstatuut en de regelgeving voor het schatkistbankieren, meerdere partijen benaderd worden voor offertes. Aan de hand van deze offertes wordt een keuze gemaakt.

Als de rentepercentages van kort geld aanzienlijk lager liggen dan die van langlopende leningen, wordt zo veel mogelijk met kort geld gefinancierd. Uiteraard voor zover dit mogelijk is binnen het wettelijk kader van de kasgeldlimiet en de voorwaarden van de rekening-courantovereenkomst met de huisbankier.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

De omvang van de in het begrotingsjaar aan te trekken geldleningen hangt mede af van de te ramen investeringen. Dit wordt in de programmabegroting bepaald aan de hand van bijlage B. Overzicht investeringen en uitgaven per programma.

In 2022 is er een nieuwe langlopende lening aangetrokken van 15 miljoen euro. Een overzicht van de lopende leningen is opgenomen in het bijlagenboek van de jaarrekening. De werkelijke stand van de opgenomen leningen per 31 december 2022 bedraagt ruim 21 miljoen euro. Door de verschillen in rentepercentages is ook in 2022  maximaal met kort geld gefinancierd.

Geïnvesteerd vermogen/financieringsstructuur

Terug naar navigatie - Geïnvesteerd vermogen/financieringsstructuur

Het geïnvesteerd vermogen per 1 januari en 31 december 2022 bedroeg respectievelijk € 79 en € 93 miljoen euro. Het gaat hierbij om de totale boekwaarde van de geactiveerde kapitaaluitgaven. De verstrekte geldleningen maken onderdeel uit van het geïnvesteerde vermogen. Deze hebben echter geen budgettaire gevolgen voor de gemeente (bijv. duurzaamheidsleningen, startersleningen en de verstrekte hypothecaire geldleningen aan het personeel). Het gaat hierbij om een totaalbedrag van ca. € 2,7 miljoen euro.

Het deel van het per 31 december 2022 geïnvesteerde vermogen dat budgettaire lasten voor de gemeente veroorzaakt, bedraagt € 90,3 miljoen euro (€  93 miljoen -/- € 2,7 miljoen euro). Het totaal geïnvesteerd vermogen is voor ruim 21 miljoen euro gefinancierd met vreemd vermogen (= opgenomen langlopende geldleningen) en het restant van € 69,3 miljoen euro met eigen middelen.

Gezien de gemiddelde rentelast van het per 31 december 2022 met vreemd vermogen gefinancierde deel, kan worden geconcludeerd dat de financieringsstructuur en in relatie hiermee ook het weerstandsvermogen van onze gemeente, op 31 december 2022 als voldoende kan worden beoordeeld.

Omslagrente

Terug naar navigatie - Omslagrente

De berekening van de renterisiconorm is opgenomen in onderstaand overzicht. Uit dit overzicht blijkt dat onze gemeente vrijwel geen renterisico loopt. Wanneer de omslagrente lager is dan de marktrente, ontstaat er een risico. Dit is een gevolg van het feit dat hieruit een financieel nadeel voortvloeit voor de begroting. Als het rentepercentage van aan te trekken leningen lager is dan de geraamde omslagrente van 0,5%, blijft het renterisico in de rekening 2022 acceptabel. Verwacht wordt dat de kapitaalmarktrente (lange rente), gezien de verwachte economische ontwikkelingen (zoals economische groei, inflatie), in 2023 gaat stijgen. Op grond van deze verwachting is er, naar het zich nu laat aanzien, een beperkt renterisico te verwachten.

De rentegevoeligheid – het renterisico – kan worden gedefinieerd als de mate waarin het saldo van de rentelasten en rentebaten verandert door wijziging in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een rentelooptijd van één jaar of langer.

Bij de inwerkingtreding van de wet FIDO is het begrip ‘renterisiconorm’ ingevoerd. Uitgangspunt hierbij is om zo veel mogelijk spreiding in de looptijden van leningen aan te brengen. De renterisiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal.

 

Renterisico per 2022 (x € 1.000,-)

Uitkomst 2022

Begroot 2023

Begroot 2024

Begroot 2025

1.

Renteherziening op vaste schuld o/g

0

0

0

0

2.

Te betalen aflossingen

1.531

1.831

2.607

2.751

3.

Renterisico op vaste schuld (1+2)

1.531

1.831

2.607

         3.751

4.

Renterisiconorm

13.519

15.210

15.321

15.227

5.

Ruimte (+)/Overschrijding (-); (4-3)

 

11.988

13.379

12.714

11.476

 

Berekening renterisiconorm

 

 

 

 

4a.

Begrotingstotaal lasten

67.593

76.049

76.604

76.136

4b.

Percentage

20%

20%

            20%

20%

4.

Renterisiconorm berekend op basis van cijfers 2022 en programmabegroting 2023-2026 (4a x 4b)

13.519

15.210

15.321

15.227

Beheer beschikbare liquiditeiten

Terug naar navigatie - Beheer beschikbare liquiditeiten

Kasbeheer

Saldo- en liquiditeitsbeheer
Voor het liquiditeitsbeheer zijn overeenkomsten met de BNG (geïntegreerde dienstverlening) en de Rabobank gesloten. Hierdoor kunnen tekorten aan financiële middelen op een voordelige wijze worden geleend en kan de gemeente tegen voordelige voorwaarden snel over voldoende middelen beschikken. Daarnaast is van belang dat het Rijk alle financiële transacties met de gemeente verrekent bij de BNG (dit geldt overigens voor alle gemeenten). Na de invoering van het schatkistbankieren is het eventueel uitzetten van overtollige liquide middelen bij commerciële banken niet toegestaan, maar alleen bij ’s Rijks schatkist of andere lokale overheden, waarbij geen toezichtrelatie bestaat.

Geldstromenbeheer
Voor een optimaal beheer van de geldstromen is een goede liquiditeitsprognose een belangrijk instrument. Dit brengt een inspanningsverplichting voor de totale organisatie met zich mee. Een continu bijstellen van de liquiditeitsprognose, met als basis de planning van de investeringen, is daarbij van groot belang. Het beheersen van de risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsplanning en meerjareninvesteringsplanning, waardoor de financieringskosten hoger kunnen uitvallen dan geraamd, vraagt de nodige inspanning. Het verkrijgen van betrouwbare informatie is hierbij cruciaal. Ook het aanscherpen van het debiteurenbeheer en de invordering van belastingen speelt hierbij een belangrijke rol. Het niet nakomen van betalingsverplichtingen heeft invorderingsmaatregelen tot gevolg. In de eerste fase wordt een betalingsherinnering gestuurd, daarna een aanmaning en in de derde fase een (dwang)invordering, door gebruik te maken van een (gerechts)deurwaarder. Door een adequate uitvoering van deze invorderingsmaatregelen blijft de afboeking van oninbare vorderingen tot een minimum beperkt.

Duurzame toegang tot financiële markten
Een gemeente heeft als overheidsinstelling een zogenoemde AAA-rating. Dit houdt in dat een gemeente door geldverstrekkers als zeer kredietwaardig wordt beschouwd. Als gevolg hiervan is de toegang tot financiële markten gegarandeerd en kan een gemeente tegen gunstige voorwaarden lenen. Bovendien heeft de gemeente Nunspeet door de overeenkomsten met de banken een zeer snelle toegang tot de financiële markten. Overigens worden bij het aantrekken van nieuwe leningen offertes gevraagd bij meerdere geldverstrekkers.

Leningenportefeuille
Onderstaande tabel geeft inzicht in de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen leningen.

De mutaties als gevolg van nieuwe leningen, aflossingen en rente zijn:

 

Mutaties in leningenportefeuille

Bedrag (x € 1.000,-)

Gemiddelde rente

Stand per 1 januari 2022

7.627

1,64%

Nieuwe leningen

15.000

 

Reguliere aflossingen

-1.531

 

Vervroegde aflossingen

0

 

Stand per 31 december 2022

21.096

 

Voor de komende jaren zullen er, gezien de investeringen volgens het overzicht ‘investeringen en uitgaven per product’, nog een aantal nieuwe geldleningen worden aangetrokken. Hierdoor zullen de rentelasten stijgen.

Organisatie
In het Financieringsstatuut en de financiële verordening is opgenomen welke personen bevoegd zijn tot het aantrekken en uitzetten van middelen. In het kader van het gemeentebrede project ‘Risico management’ is de administratieve organisatie van de treasuryfunctie beschreven.

Gemeentefinanciering
De financiering van de gemeentelijke activiteiten is de verantwoordelijkheid van het team Financiën. Hierbij wordt de gemeente als een geheel beschouwd. Dit houdt in dat bij het bepalen van de financieringsbehoefte alle inkomsten en uitgaven betrokken worden. De achterliggende gedachte daarbij is dat tijdelijke overschotten van de ene activiteit kunnen worden ingezet voor het financieren van een andere activiteit. Deze wijze van financieren wordt ook wel aangeduid als ‘totaalfinanciering’. Op deze wijze worden de rentekosten beperkt. Projectfinanciering wordt in principe niet toegepast.

Voor het bepalen van de liquiditeitspositie – dit is de mate waarin op korte termijn aan de opeisbare verplichtingen kan worden voldaan – is de zogenoemde kasgeldlimiet belangrijk. Hieronder wordt verstaan het bedrag dat maximaal als kasgeld mag worden opgenomen. Dit bedrag wordt berekend door een door het ministerie van Financiën vastgesteld percentage (voor 2022 e.v. jaren 8,5%) te vermenigvuldigen met het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar. Per kwartaal wordt de gemiddelde liquiditeitspositie bepaald en getoetst aan de kasgeldlimiet. Als de gemiddelde liquiditeitspositie van drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet overschrijdt, moet de gemeente de drie kwartaalrapportages toezenden aan de provincie als toezichthouder, vergezeld van een plan om weer aan de kasgeldlimiet te voldoen. Voor het begrotingsjaar 2022 bedraagt de berekende kasgeldlimiet € 5.807.000,-.

Onderstaand wordt de berekening van de begrote kasgeldlimiet voor de jaren 2022 tot en met 2025 weergegeven.

 

 

 

 

 

 

Kasgeldlimiet (x € 1.000,-)

 

2022

2023

2024

2025

 

 

 

 

 

 

 

 

Begrotingstotaal

67.593

76.049

76.604

76.136

Begrotingsomvang 1 januari (is grondslag)

 

 

 

 

Toegestaan kasgeldlimiet

8,5%

8,5%

8,5%

8,5%

Kasgeldlimiet in bedrag

5.745

6.464

6.511

6.472

Jaarverslag - Paragraaf Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Nadat de gemeenteraad in de programmabegroting en beleidsnotities heeft bepaald wat de gewenste maatschappelijke effecten en doelstellingen van het beleid zijn en welke budgetten daarvoor beschikbaar zijn, neemt het college de uitvoering ter hand. Het geheel van uitvoeringsmaatregelen – inclusief de effectieve en efficiënte inzet van middelen, het hanteren van een systeem van planning & control en de voorbereiding van raadsbesluiten – noemen wij de gemeentelijke bedrijfsvoering.
De bedrijfsvoering is een bevoegdheid en verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders. In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de bedrijfsvoering.

Organisatieontwikkelingen

Terug naar navigatie - Organisatieontwikkelingen

Als gemeente Nunspeet hebben we te maken met grote maatschappelijke vraagstukken. Denk aan duurzaamheid, energietransitie, woningbehoefte, Omgevingswet, stationsomgeving, stikstofproblematiek en vluchtelingenproblematiek.
De gevolgen van Corona zijn ook nog steeds zichtbaar in de Nunspeetse samenleving. Maar het heeft ook invloed gehad op onze gemeentelijke taken. Velen hebben zich extra of anders ingezet om de inwoners en de bedrijven te ondersteunen bij de gevolgen van de noodzakelijke maatregelen. 

Onze missie: we staan - met het bestuur, onze inwoners en bedrijven voor een mooi en sociaal Nunspeet, Elspeet, Hulshorst en Vierhouten, waar het fijn wonen, werken en recreëren is - waar iedereen telt en waar we samen verantwoordelijk zijn - we zijn een betrouwbare en proactieve partner in het ondersteunen van initiatieven en zetten ons in voor een optimale en klantgerichte dienstverlening.

Onze visie: we doen ons werk voor de Nunspeetse samenleving professioneel, collegiaal en samenwerkend als één geheel. We vertrouwen elkaar, waarderen elkaar, houden rekening met elkaar en zijn open naar elkaar. We investeren in de toekomst van Nunspeet en geven ruimte aan ambities, initiatieven en nieuwe ideeën.

Wij dragen zorg voor een optimale gemeentelijke dienstverlening vanuit een professionele, flexibele en strategisch daadkrachtige organisatie waar het fijn werken is!  Dit gaan we bereiken door een klantgerichte dienstverlening, goed werkgeverschap, samenwerking en burgerparticipatie.

Kwaliteitszorg

Terug naar navigatie - Kwaliteitszorg

Het lijnmanagement is verantwoordelijk voor de kwaliteit en het verbeteren daar van. Hierbij kan gedacht worden aan het verbeteren op basis van feedback van bijvoorbeeld inwoners en uitkomsten van controles of verbeteringen die door het team zelf worden geïnitieerd. Afgelopen jaar is extra capaciteit ingezet op het vaststellen en vastleggen van processen en procedures. De door- en uitstroom van medewerkers is groter dan voorheen. Het is dus des te belangrijker om werkwijzen op een eenduidige wijze vast te leggen zodat het vertrek van iemand niet direct hoeft te leiden tot een daling in de kwaliteit.

Verbeteren naar aanleiding van feedback
Afgelopen jaar is gestart met het verzamelen van feedback bij balie burgerzaken. Op basis van deze feedback zijn enkele verbeteringen doorgevoerd voor de wachtruimte maar ook tijdens de gesprekken. Ook is een start gemaakt met het project ‘participatieplatform’. Er heeft een inventarisatie bij verschillende teams plaats gevonden over hun behoefte om feedback te verzamelen van inwoners, verschillende aanbieders vergeleken en uiteindelijk de keuze gemaakt voor één aanbieder die komend jaar wordt geïmplementeerd. 
Daarnaast is de raadswerkgroep bestuur en dienstverlening gestart. In deze werkgroep worden ook signalen die de raad bereiken over de dienstverlening besproken en waar nodig in de organisaties opgepakt. Ook vanuit team sociaal is een werkgroep klantgerichtheid actief die verbeteringen in de praktijk doorvoert.

Verbeteren bereikbaarheid
Sinds 1 januari 2022 worden alle klantcontacten geregistreerd in Djuma. Onderdeel daarvan zijn ook de terugbelverzoeken. Het voordeel hiervan is dat deze inzichtelijk zijn als iemand afwezig is en op deze manier ook de teammanager over sturingsinformatie beschikt om de bereikbaarheid van het eigen team te verbeteren.
In de zomer heeft een onafhankelijk bereikbaarheidsonderzoek plaats gevonden. Naar aanleiding van de uitkomsten is duidelijk geworden dat er een verbetering moet plaats vinden. Hierin zijn de volgende acties ondernomen:
-    opgenomen als KPI voor de raad
-    teammanagers informeren
-    start project ‘nieuwe telefooncentrale’, dat in 2023 wordt geïmplementeerd

 

Personeel- en organisatiebeleid

Terug naar navigatie - Personeel- en organisatiebeleid

Het bestuur- en managementmodel onderkent dat onze medewerkers het belangrijkste productiemiddel van de gemeente zijn. Binnen de kaders die de gemeenteraad stelt en in opdracht van burgemeester en wethouders, ontwikkelen zij het gemeentelijke beleid en leveren ambtenaren de gemeentelijke diensten. De moderne maatschappij en het moderne bestuur vragen om taakvolwassen vakmensen. Hij/zij is een deskundige sparringpartner voor politiek en bestuur, is een publiek entrepreneur en een netwerker.
De gemeente Nunspeet kiest daarom voor een organisatiebeleid dat daarop is afgestemd. In de samenwerking tussen ambtenaren en college is er respect voor elkaars inbreng, is er ruimte om inhoud te geven aan de eigen verantwoordelijkheden en wordt ingespeeld op de wederzijdse afhankelijk- en duidelijkheid over de grenzen van elkaars handelen. Er is sprake van een cultuur waarbij loyaliteit, respect en motivatie hoog in het vaandel staan.

Wat voor onze gemeente nooit een probleem is geweest, is nu wel een uitdaging geworden. Het behouden en binnen halen van goede medewerkers. Andere gemeenten en organisaties  worstelen met hetzelfde fenomeen. Er is er een recruiter ingeschakeld. Verder wordt op allerlei manieren uitgedragen dat het fijn werken is bij gemeente Nunspeet.

Planning & control

Terug naar navigatie - Planning & control

Voor de beheersing en de regie van werkprocessen is een systeem van planning & control nodig. In het bestuur- en managementmodel wordt rekening gehouden met frequent overleg tussen de diverse spelers: collegeleden, directie en teammanagers.
Daarnaast kent de organisatie een systeem waarin adviezen aan college en gemeenteraad door het stafteam en de concerncontroller worden getoetst op bijvoorbeeld de juridische en financiële kwaliteit. En in de derde plaats is er de periodieke rapportage van de organisatie aan directie, college en gemeenteraad – die gestart wordt met de programmabegroting en afgesloten wordt met de programmarekening.

Planning & control is een belangrijk instrument voor een continue verbetering van de bedrijfsvoering. Hierbij moet – naast de instrumentele kant – het accent vooral worden gelegd op de verantwoordelijkheid en het gedrag. Instrumenten zijn belangrijk, maar nog belangrijker is hoe deze gehanteerd worden binnen de organisatie. Planning & control is ook een gezamenlijke mentaliteit: zeggen wat je doet (planning) en doen wat je zegt (control/verantwoording). Daar hoort ook transparantie bij: fouten maken mag, als er maar open over wordt gecommuniceerd en als er maar van wordt geleerd.

Met ingang van 2021 is de Planning & Controlcyclus aangepast. Belangrijkste aanpassing is het gebruik van de Perspectievennota. Raadsbreed wordt het werken met de Perspectievennota als een verbetering ten opzichte van de oude werkwijze ervaren.  2022 was een verkiezingsjaar. Hierdoor liepen het proces van Perspectievennota en coalitieonderhandelingen door elkaar. Daarom was het volgende afgesproken:
- Er kwam in 2022 geen uitvraag voor de Perspectievennota zoals het voorafgaande jaar. Tijdens het formatieproces konden alle partijen hun input geven. Het raadsakkoord  en het  collegeprogramma vormden de input voor de meerjarenbegroting.

- Het coalitieakkoord kreeg een financiële paragraaf die de basis vormde voor de op te stellen Programmabegroting;
- Er werden wel uitgangspunten voor de begroting (o.a. percentage loon-/prijscompensatie/rentepercentage) aan de raad ter vaststelling voorgelegd.
De huidige werkgroep Indicatoren is geformaliseerd in een commissie Planning & Control. Er is een verordening opgesteld. Verder is er overgegaan naar 4 rapportagemomenten (kwartaalrapportages).

Administratieve organisatie en interne controle

Terug naar navigatie - Administratieve organisatie en interne controle

De controleomgeving is een basisvoorwaarde voor een goed functionerende organisatie. De aspecten ‘soft controls’, cultuur, houding en gedrag zijn hierin belangrijk. De organisatie moet zichzelf voortdurend de volgende vragen stellen:

• Wat is het ambitieniveau als organisatie? Wat kan en wil de organisatie aan? Een hele realistische vraag!
• Is onze organisatie bereid om te leren en te verbeteren?
• Is onze organisatie afgestemd op onze ambities?

Interne beheersing is voor veel organisaties in het publieke domein een uitdaging. Gemeente Nunspeet wil de bedrijfsprocessen goed op orde hebben. De bedrijfsprocessen veranderen door de verdergaande digitalisering en automatisering. De verdergaande digitalisering en automatisering van de processen hebben ook effect op de aanpak van de (verbijzonderde) interne controle. De automatiseringsomgeving en de application controls in de applicaties worden steeds belangrijker. Dit is ook terug te zien in de landelijke aandacht voor de informatiebeveiliging en privacy binnen onze organisatie. Met ingang van 2023 dienen de colleges van burgemeester en wethouders een rechtmatigheidsverklaring af te geven. Een randvoorwaarde is dat de verantwoording over de rechtmatigheid efficiënt en effectief dient te worden vormgegeven.  Om een rechtmatigheidsverklaring te kunnen afgeven, moet de procesbeheersing goed op orde zijn en met behulp van interne controle moet aangetoond worden aan het college dat de getrouwheid en rechtmatigheid op orde zijn. Dit vraagt de nodige voorbereiding. Het college moet kunnen vertrouwen op een kwalitatief goede interne controle op basis waarvan een gefundeerd oordeel kan worden gegeven en een rechtmatigheidsverklaring kan worden afgeven. Dit vereist een professionele interne controle aanpak, vastlegging en een gestructureerde rapportage naar het college waarbij het college meegenomen moet worden in de uitkomsten van de interne controle.

Goed ingerichte processen (procesinrichting) en een goede procesbeheersing (inclusief IT) zijn noodzakelijk voor het “in control” zijn van de organisatie. Een goede procesinrichting versterkt een goede procesbeheersing en andersom versterkt een goede procesbeheersing een goede procesinrichting. In 2022 zijn we begonnen om alle processen te actualiseren, te verbeteren waar nodig aan te passen.

Doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoeken

Terug naar navigatie - Doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoeken

De effectiviteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering vormen een rode draad door het dagelijks bestuur van de gemeente. De middelen zijn beperkt en er is een groot scala aan doelen te behalen. Kritisch doelgericht werken en verspilling voorkomen zijn dan ook aandachtspunten waarmee nagenoeg al het gemeentelijke handelen is doortrokken.

Omdat met beperkte middelen, die bovendien nauwelijks kunnen worden beïnvloed, een heel groot takenpakket moet worden uitgevoerd, hebben de gemeenten doelmatigheid- en doeltreffendheid over het algemeen hoog in het vaandel staan. De wetgever heeft in artikel 213a van de Gemeentewet voorgeschreven dat het college regelmatig onderzoek moet doen naar de doelmatigheid- en doeltreffendheid van het gevoerde beleid. Ook de manier waarop dat moet gebeuren, wordt ten dele voorgeschreven. Dit blijkt voor gemeenten een forse administratieve lastenverzwaring met zich mee te brengen. Middelgrote en kleinere gemeenten komen in de praktijk niet of nauwelijks toe aan de voorgeschreven onderzoekscyclus. Zij zijn wel degelijk bezig met doelmatigheid- en doeltreffendheid, maar voldoen formeel niet aan artikel 213a van de Gemeentewet. Daar staat geen sanctie tegenover en overigens wordt een wijziging van de wet verwacht waarbij artikel 213a wordt geschrapt of minder verplichtend gemaakt.

In Nunspeet wordt de toepassing van artikel 213a uitgevoerd door toetsing op doelmatigheid. Dit wordt met name uitgevoerd door middel van kwaliteitscontroles binnen het sociaal domein, maar ook bij het verlenen en vaststellen van subsidies. Daarnaast komt de doelmatigheid aan de orde in de onderzoeken van de rekenkamercommissie en de accountant.

Informatieveiligheid

Terug naar navigatie - Informatieveiligheid

Het college legt jaarlijks verantwoording af ten aanzien van de informatieveiligheid op basis van de Eenduidige Normatiek Single Information Audit systematiek (ENSIA). Het doel van ENSIA is om de verantwoording over de informatieveiligheidsaspecten van de Basisregistratie Personen (BRP), Paspoortuitvoeringsregeling Nederland (PUN), Digitale persoonsidentificatie (DigiD), Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT), Basisregistratie Ondergrond (BRO), Basisregistratie WOZ, Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Gezamenlijke Elektronische Voorzieningen Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (Suwinet) te bundelen in één systematiek. Voor de informatiebeveiliging wordt onder meer uitgegaan van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). ENSIA sluit aan op de gemeentelijke planning en control cyclus voor informatiebeveiliging. Hierdoor heeft het gemeentebestuur meer overzicht over de informatieveiligheid van de gemeente en kan het bestuur beter sturen en verantwoording afleggen aan de gemeenteraad en andere belanghebbenden.
Voor de informatiebeveiligingsnormen inzake DigiD en Suwinet bestaat een verantwoordingsplicht aan het rijk door middel van een Assurance verklaring van een onafhankelijke IT auditor. De collegeverklaring omvat het op 31 december 2022 in opzet en bestaan voldoen van de beheersingsmaatregelen aan de geselecteerde normen inzake DigiD (Norm ICT-beveiligingsassessments DigiD versie 3.0 (de Norm v3.0) en Suwinet (Specifiek Suwinet normenkader Afnemers, versie 1.0). De normen staan op het openbare deel van de websites van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) en het Bureau Keteninformatisering Werk & Inkomen (BKWI). De verklaring omvat niet de werking van de maatregelen over 2022. De collegeverklaring wordt opgesteld voor de gemeenteraad en de departementen die toezien op de veiligheid van DigiD en Suwinet.

 

Privacy

Terug naar navigatie - Privacy

Bij de uitvoering van de gemeentelijke taken is er sprake van meerdere relevante wetten met ieder hun eigen bepalingen. Sinds mei 2018 vormt de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) het algemeen geldende wettelijk kader. De medewerkers die te maken hebben met strafrechtelijke taken hebben echter te maken met de Wet politiegegevens. De Wet politiegegevens is wel gestoeld op dezelfde uitgangspunten als de AVG, maar heeft wel een aantal specifiek voor de opsporing relevante bepalingen. Daarnaast kent de gemeente nog specifieke regelgeving, waarvan de Wet basisregistratie personen een voorbeeld is. 
De genoemde regelgeving heeft met name tot doel het bevorderen van de juiste en transparante omgang met persoonsgegevens zonder dat er directe beperkingen voor het gebruik worden opgelegd. Nu er steeds meer eisen aan gemeenten gesteld worden op het gebied van transparantie, rechtmatigheid en volgbaarheid is een groei in het volwassenheidsniveau van de omgang met persoonsgegevens noodzakelijk. Voor privacy betekent dit een doorontwikkeling op het gebied van beleid, in de uitvoering en de controle en toezicht op het gebruik van persoonsgegevens. 

Over 2022 heeft er verantwoording plaats gevonden door middel van een zelfevaluatie (Brp) en door middel van een externe audit (Wpg) op de naleving van deze regelgeving.
Naast de conclusies en aanbevelingen uit de zelfevaluatie en de audit zijn ook de signalen die worden ontvangen vanuit de inwoners een belangrijk signaal. In 2022 is er één datalek gemeld. Omdat het een feit betrof met een gering risico, is dit niet gemeld bij de Autoriteit Persoonsgegevens. Gelet op dit geringe aantal bestaat het vermoeden dat niet alle datalekken gemeld worden. Dit onderwerp verdient om die reden meer aandacht in 2023. Verder is drie keer geappelleerd door inwoners van Nunspeet met de vraag of gevraagde informatie wel proportioneel is voor het doel waarvoor deze gebruikt wordt. Deze signalen zijn onderzocht en helpen bij het door ontwikkelen van processen om deze zo in te richten dat recht wordt gedaan aan alle belangen.

Frauderisico

Terug naar navigatie - Frauderisico

Als onderdeel van risicomanagement is het de bedoeling om periodiek een specifieke frauderisico inventarisatie voor onze gemeente uit te voeren om te voorkomen dat er in de interne beheersing kwetsbare onderdelen overblijven die onopgemerkt blijven. Verder wordt in de kadernota rechtmatigheid 2022 aandacht gevraagd voor Misbruik en Oneigenlijk gebruik. Het college dient een uitspraak te doen in hoeverre het M&O beleid  voldoende actueel is; en voldoende zijn afgestemd op de meest recente wetgeving en de praktijk en of het beleid feitelijk ook wordt nageleefd. De fraudeanalyse heeft plaatsgevonden en het M&M beleid is vastgesteld. Er zijn bij de analyse geen onrechtmatigheden geconstateerd.

Subsidies

Terug naar navigatie - Subsidies

INCIDENTELE SUBSIDIES 2022

Naam subsidie ontvangende partij: Humanitas Noord-Veluwe, afdeling Nunspeet
Subsidiebedrag: € 500,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: incidentele subsidie
Korte toelichting: betaald uit nog beschikbare middelen voor 2022 Sociale Samenhang en Leefbaarheid. Incidenteel omdat er € 8.000,-- subsidie was aangevraagd en er maximaal € 7.500,-- subsidie wordt verstrekt. 

Naam subsidie ontvangende partij: Stichting Present Nunspeet
Subsidiebedrag: € 2.500,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: incidentele subsidie
Korte toelichting: betaald uit nog beschikbare middelen voor 2022 Sociale Samenhang en Leefbaarheid. Incidenteel omdat dit bedrag is ontvangen boven op de maximale subsidie van € 7.500,--.

Subsidie ontvangende partij: Icare thuisbegeleiding
Subsidiebedrag: € 52.722,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: incidentele subsidie
Korte toelichting:  l-care Thuisbegeleiding biedt praktische opvoedondersteuning. Omdat nog nader wordt onderzocht of deze hulp via het CJG kan worden aangeboden is deze subsidie als incidentele subsidie verleend.
 
Naam subsidie ontvangende partij: Stichting Welzijn Nunspeet
Subsidiebedrag: € 5.923,51 
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: incidentele subsidie
Korte toelichting: Incidentele subsidie voor de uitvoering van activiteiten project dementievriendelijke gemeente

Naam subsidie ontvangende partij: VV Elspeet
Subsidiebedrag: € 30.322,60
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Het vervangen van afgeschreven en traditionele veldverlichting door ledverlichting. Verstrekt in het kader van een pilot en gedekt vanuit het programma duurzaam Nunspeet. 

Naam subsidie ontvangende partij: Zorggroep Noordwest-Veluwe
Subsidiebedrag: € 199.896,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie 
Korte toelichting: Betreft inzet coördinatie WOC Nunspeet 2022. In afwachting van een definitieve keuze van het college hoe dit in te vullen (ook in afwachting Kulturhus) is deze subsidie incidenteel.

Naam subsidie ontvangende partij: Postduivenvereniging de Zilvermeeuw
Subsidiebedrag: € 1.616,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Een tegemoetkoming in het kader van Corona. Vanwege sluiting en vaste lasten die doorliepen.  

Naam subsidie ontvangende partij: Biljartvereniging SVOP
Subsidiebedrag: € 538,17
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Een tegemoetkoming in het kader van Corona. Vanwege sluiting en vaste lasten die doorliepen.  

Naam subsidie ontvangende partij: MHC Nunspeet 
Subsidiebedrag: € 4.438,85
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Een tegemoetkoming in het kader van Corona. Vanwege sluiting en vaste lasten die doorliepen.  

Naam subsidie ontvangende partij: Tennisvereniging Hulshorst
Subsidiebedrag: € 3.489,42
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Een tegemoetkoming in het kader van Corona. Vanwege sluiting en vaste lasten die doorliepen.  

Naam subsidie ontvangende partij: Nunspeetse Bridgeclub
Subsidiebedrag: € 1.942,95
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Een tegemoetkoming in het kader van Corona. Vanwege sluiting en vaste lasten die doorliepen.  

Naam subsidie ontvangende partij: NTC de Wiltsangh
Subsidiebedrag: €8.574,08
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Een tegemoetkoming in het kader van Corona. Vanwege sluiting en vaste lasten die doorliepen.  

Naam subsidie ontvangende partij: Schietvereniging de Valk
Subsidiebedrag: € 2.758,59
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Een tegemoetkoming in het kader van Corona. Vanwege sluiting en vaste lasten die doorliepen.  

Naam subsidie ontvangende partij: Bestuur Vereniging Dorpshuis De Wieken Hulshorst
Subsidiebedrag: € 7.203,58
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Voor de periode 1-7-2021 t/m 31-3-2022
Ter dekking van vaste lasten vanwege wegvallen inkomsten a.g.v. COVID 19-maatregelen

Naam subsidie ontvangende partij: Beheerder Dorpshuis De Wieken Hulshorst
Subsidiebedrag: € 8.763,97
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Voor de periode 1-7-2021 t/m 31-3-2022 Ter dekking van vaste lasten vanwege wegvallen inkomsten a.g.v. COVID 19-maatregelen

Naam subsidie ontvangende partij: Vereniging Dorpsgemeenschap Vierhouten Vierhou-ten/Dorpshuis Horsterhoek
Subsidiebedrag: € 12.080,96
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Voor de periode 1 juni 2021 t/m 31 maart 2022
Ter dekking van vaste lasten vanwege wegvallen inkomsten a.g.v. COVID

Naam subsidie ontvangende partij: Veluvine Beheer CV
Subsidiebedrag: € 137.117,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Definitieve toekenning coronasteun na eerdere terugvordering van coronasteun 2021. Ter dekking van vaste lasten vanwege wegvallen inkomsten a.g.v. COVID 19. 

Naam subsidie ontvangende partij: Veluvine Beheer CV
Subsidiebedrag: € 60.000,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Ter dekking van vaste lasten vanwege wegvallen inkomsten a.g.v. COVID 19-maatregelen

Naam subsidie ontvangende partij: Bibliotheek Noordwest-Veluwe
Subsidiebedrag: € 50.000,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Incidentele subsidie om de mate van dienstverlening (met name wat betreft de bibliotheek in Elspeet) in 2022 (t.o.v. 2021) te kunnen handhaven.

Naam subsidie ontvangende partij: Vrije Academie Nunspeet
Subsidiebedrag: € 5.500,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Eenmalige ondersteuning Jongerenacademie

Naam subsidie ontvangende partij: Harmonie Nunspeet
Subsidiebedrag: € 2.000,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Ter dekking van vaste lasten vanwege wegvallen inkomsten a.g.v. COVID 19-maatregelen

Naam subsidie ontvangende partij: Elspeets Fanfare Korps
Subsidiebedrag: € 2.000,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Ter dekking van vaste lasten vanwege wegvallen inkomsten a.g.v. COVID 19-maatregelen

Naam subsidie ontvangende partij: NEON
Subsidiebedrag: € 6.400,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Ter dekking van vaste lasten vanwege wegvallen inkomsten a.g.v. COVID 19-maatregelen

Naam subsidie ontvangende partij: Noord-Veluws Museum
Subsidiebedrag: € 40.000,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Ter dekking van vaste lasten vanwege wegvallen inkomsten a.g.v. COVID 19-maatregelen

Naam subsidie ontvangende partij: Oranjevereniging Nunspeet
Subsidiebedrag: € 2.200,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Ter dekking van toenemende kosten viering Koningsdag

Naam subsidie ontvangende partij: Oranjevereniging Elspeet
Subsidiebedrag: € 500,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Ter dekking van toenemende kosten viering Koningsdag

Naam subsidie ontvangende partij: Oranje-/IJsvereniging Vierhouten
Subsidiebedrag: € 500,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Ter dekking van toenemende kosten viering Koningsdag

Naam subsidie ontvangende partij: Buurtvereniging Hulshorst
Subsidiebedrag: € 500,-- 
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Ter dekking van toenemende kosten viering Koningsdag


SUBSIDIES OP BASIS VAN HARDHEIDSCLAUSULE 2022

Geen 

Jaarverslag - Paragraaf Verbonden partijen

Paragraaf Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen

Wat zijn verbonden partijen? Volgens artikel 1 lid b van het Besluit begroting en verantwoording is een verbonden partij:

‘Een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de provincie onderscheidenlijk gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft’.

Vervolgens worden in de leden c en d aangegeven wat een bestuurlijk en een financieel belang is. Een bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Het gaat bij verbonden partijen om de specifieke combinatie van financiële en bestuurlijke inbreng.

Bij de gemeente Nunspeet is sprake van de volgende verbonden partijen:

Directe deelnemingen in vennootschappen:

  • Bank Nederlandse Gemeenten NV;
  • NV Alliander;
  • Vitens NV;
  • NV Afvalsturing Friesland.

Overige deelnemingen:

  • Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe;
  • Omgevingsdienst Noord-Veluwe;
  • Leisurelands;
  • Coöperatie Gastvrije randmeren;
  • Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland;
  • NV Inclusief Groep;
  • Stichting Primair Openbaar Onderwijs Noord-Veluwe;
  • Gemeentelijke of gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) Noord- en Oost Gelderland;
  • Sportbedrijf Nunspeet.

Per verbonden partij is een risicoanalyse opgesteld. Via deze risicoanalyse wordt gekeken naar de mate van risico dat de gemeente bij de verbonden partijen loopt. Een manier van risicometing is te kijken naar de solvabiliteit. De solvabiliteit is de mate waarin de onderneming in staat is het totale vreemd vermogen terug te betalen. Het is de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen van een onderneming. Men berekent de solvabiliteit als verhouding tussen eigen vermogen/totaal vermogen. Een solvabiliteit wordt goed genoemd als deze hoger is dan 25% (eigen vermogen is meer dan 25% van het balanstotaal).

Op grond van het Besluit begroting en verantwoording (artikel 2 BBV) moeten gemeenten voor verbonden partijen informatie opnemen. De volgende informatie moet tenminste worden opgenomen:

  1. de wijze waarop de gemeente een belang heeft in de verbonden partij en het openbaar belang dat ermee gediend wordt;
  2. het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft aan het begin en de verwachte omvang aan het einde van het begrotingsjaar;
  3. de verwachte omvang van het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar;
  4. de verwachte omvang van het financiële resultaat van de verbonden partij in het begrotingsjaar;
  5. de eventuele risico’s, als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van de verbonden partij voor de financiële positie van de gemeente.

Bij de bepaling van de verwachte omvang van het eigen en vreemd vermogen en het financiële resultaat worden de meest recente jaarcijfers als basis gehanteerd. Bij de weging van het risico van verbonden partijen zal gekeken worden naar de bijdrage die de gemeente levert en het financiële nadeel dat de gemeente loopt bij een eventueel faillissement. Hierbij wordt een inschatting gemaakt van de kans dat een faillissement zich voordoet.

Bank Nederlandse Gemeenten NV

Terug naar navigatie - Bank Nederlandse Gemeenten NV

Vestigingsplaats

Den Haag

Publiek belang

De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak.

Bestuurlijk belang

De gemeente heeft zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen die zij bezit (één stem per aandeel van € 2,50). Het aandelenbezit wordt gezien als een duurzame belegging. Gedurende het afgelopen jaar hebben zich geen veranderingen voorgedaan in het belang van onze gemeente in de BNG.

Financieel belang

De gemeente Nunspeet bezit een aandelenbelang van 0,13% in de BNG, met een nominale waarde van € 187.688,--. De gemeente bezit 75.075 aandelen van nominaal € 2,50. Dit financieel belang is in 2022 niet gewijzigd.

Beleidsvoornemens

Geen beleidswijzigingen voorzien

Risicoanalyse

Het eigen en vreemd vermogen is gebaseerd op de  jaarcijfers 2022 van de BNG Bank.

Eigen vermogen per 1 januari  2022 € 5.062 miljoen
Eigen vermogen per 31 december 2022 € 4.615 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2022 € 143.995 miljoen
Vreemd vermogen per 31 december 2022 € 107.459 miljoen
Achtergestelde schulden per 1 januari 2022 € 36 miljoen
Achtergestelde schulden per 31 december 2022 € 38 miljoen
Nettowinst na belastingen 2022 € 300 miljoen

Op basis van de verhouding eigen vermogen/totaal vermogen zou geconcludeerd kunnen worden dat de solvabiliteit niet goed is. Dat zou betekenen dat het risico hoog is. Echter het eigenaarschap ligt bij gemeenten, provincies en de Staat. De bank heeft een (door de statuten) beperkt werkterrein. Dit biedt de financiers vertrouwen en hierdoor is het risico van kredietverlening aan de BNG beperkt. Dit zorgt ervoor dat de bank tegen gunstige tarieven gelden kan aantrekken. Daarnaast vermeldt de BNG in het jaarverslag hoe zij invulling geeft aan de risicobeheersing en -controle. Het risicobeheer is gericht op handhaving van het risicoprofiel van BNG Bank. Het Internal Governance Framework (IGF) vormt de basis voor alle besluitvorming binnen BNG Bank. Het IGF beschrijft het 'Three Lines of Defense'-model en hoe het risicobeheer hierin is gepositioneerd. Onderdeel van het IGF is het Risk Management Framework (RMF), bestaande uit het overkoepelende beleid inzake algemene en specifieke risicogerelateerde onderwerpen, zoals risk governance, risk appetite framework en specifieke risico’s. Het RMF is toegesneden op het specifieke bedrijfsprofiel van BNG Bank. Risicobeheeractiviteiten zijn geïntegreerd in alle delen van de organisatie waar belangrijke risico's kunnen ontstaan. Het continue risicobeheerproces omvat het identificeren, beoordelen, meten, bewaken, rapporteren en sturen van de verschillende soorten risico's. Per saldo wordt geconcludeerd dat het risico van de BNG bank laag is.

NV Alliander

Terug naar navigatie - NV Alliander

Vestigingsplaats

Arnhem

Publiek belang

Het veiligstellen van de levering van elektriciteit onder alle omstandigheden en het genereren van dividend door belegging van middelen. Deze middelen kunnen in beginsel vrij worden aangewend voor gemeentelijke taken (algemeen dekkingsmiddel).

Bestuurlijk belang

De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de algemene vergadering van aandeelhouders.

Financieel belang

Het financiële belang bij aandelenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (lager dividend). Sinds 2004 is het dividend gelijk aan het pay-outpercentage van 45% van de nettowinst uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen. De gemeente bezit 339.318 aandelen met een nominale waarde van € 34.424. Dit belang is in 2022 niet gewijzigd.

Beleidsvoornemens

Geen beleidswijzigingen te voorzien.

Risicoanalyse

Het eigen en vreemd vermogen 2022 en het verwacht resultaat 2022 zijn gebaseerd op de jaarcijfers 2022:

Eigen vermogen per 1 januari 2022 € 4.470 miljoen
Eigen vermogen per 31 december 2022 € 4.570 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2022 € 5.730 miljoen
Vreemd vermogen per 31 december 2022 € 6.106 miljoen
Resultaat 2022 € 198 miljoen

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 42,7%. Algemeen genomen worden een minimaal percentage van 25% als goed of gezond aangemerkt. Het resultaat over 2022 bedroeg € 198 miljoen. Over 2021 bedroeg het resultaat € 242 miljoen. Gezien het hoge eigen vermogen wordt het risico van NV Alliander als laag aangemerkt.

NV Vitens

Terug naar navigatie - NV Vitens

Vestigingsplaats

Lelystad

Publiek belang

De gemeente Nunspeet is aandeelhouder van NV Vitens, het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland. Bij het leveren van vers en betrouwbaar drinkwater wil Vitens respectvol blijven omgaan met de natuur. Om waterbronnen te beschermen werkt het bedrijf samen met waterschappen, natuurorganisaties, gemeenten en provincies. Om verdroging te voorkomen, verplaatst het bedrijf waar nodig waterwingebieden. Ook werkt het bedrijf zo veel mogelijk met milieuvriendelijke installaties. Dit past bij de verantwoordelijkheden van de aandeelhouders: de provincies en gemeenten.

Bestuurlijk belang

De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de algemene vergadering van aandeelhouders.

Financieel belang

De gemeente Nunspeet bezit een aandelenpakket van 24.035 aandelen met een nominale waarde van € 4.062. Dit belang is in 2022 niet gewijzigd. Het financiële belang bij aandelenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (lager dividend). Als de solvabiliteit hoger of gelijk is aan de streefsolvabiliteit (een eigen vermogen (EV) minimaal gelijk aan 25% van het balanstotaal en een garantievermogen (EV + achtergestelde leningen minimaal gelijk aan 30% van het balanstotaal) en als de winst toereikend is, wordt aan de houders van gewone aandelen een dividend uitgekeerd van minimaal 40% en maximaal 75% van het netto resultaat.

Beleidsvoornemens

Net als over boekjaar 2021 heeft Vitens over boekjaar 2022 geen dividend uitgekeerd. Ook voor de komende jaren verwacht Vitens geen dividend uit te kunnen keren.

Risicoanalyse

Onderstaande risicoanalyse is gebaseerd op de jaarcijfers 2022 van Vitens:

Eigen vermogen per 1 januari 2022 € 600 miljoen
Eigen vermogen per 31 december 2022 € 650 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2022 € 1.388 miljoen
Vreemd vermogen per 31 december 2022 € 1.447 miljoen
Resultaat 2022

€ 8,2 miljoen

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 31%. Gezien het percentage kan geconcludeerd worden dat hiermee de solvabiliteit op orde is. Vitens is daarnaast bewust bezig met het verhogen van de solvabiliteit en de versterking van het eigen vermogen. Vitens houdt zich bezig met een primair product waar altijd vraag naar zal zijn: schoon drinkwater. Dit zorgt voor een stabiele en continue afzetmarkt. Op basis van deze argumenten en de bewuste verhoging van de solvabiliteit wordt het risico van Vitens als laag aangemerkt.

NV Afvalsturing Friesland

Terug naar navigatie - NV Afvalsturing Friesland

Vestigingsplaat

Leeuwarden

Algemeen

De NV Afvalsturing Friesland verzorgt voor de gemeente Nunspeet, en de overige SNV gemeenten, de afvalverwerking. In 2015 is de door de RNV uitgeschreven aanbesteding gegund aan NV Afvalsturing Friesland. Mede hierdoor is toen de RNV toegetreden als aandeelhouder van de NV Afvalsturing Friesland. Na de opheffing van de RNV zijn de aandelen overgedragen aan de deelnemende gemeenten.

Bestuurlijk belang

Namens de RNV-gemeenten was de gemeenschappelijke regeling Regio Noord Veluwe (RNV) aandeelhouder van NV Afvalsturing Friesland. Door de opheffing van de RNV is dit niet meer mogelijk. De gemeente Nunspeet is in 2018 zelfstandig aandeelhouder geworden in de NV Afvalsturing Friesland.

Financieel belang

In 2018 heeft de aandelenoverdracht naar de gemeenten plaatsgevonden. Nunspeet heeft 63 aandelen met een totale nominale waarde van € 28.350,--.

Beleidsvoornemens

Geen bijzondere beleidsvoornemens.

Risicoanalyse

Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de jaarrekening 2022 van Afvalsturing Friesland NV.

Eigen vermogen per 1 januari 2022 € 65 miljoen
Eigen vermogen per 31 december 2022 € 70 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2022 € 128 miljoen
Vreemd vermogen per 31 december 2022 € 119 miljoen
Resultaat 2022 € 7,9 miljoen

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen per 31 december 2022 bedraagt 37%. Gezien het percentage kan geconcludeerd worden dat hiermee de solvabiliteit op orde is. Mede gezien de jaarlijks behaalde financiële resultaten over de afgelopen jaren, wordt geconcludeerd dat het risico van NV Afvalsturing Friesland laag is.

NV Inclusief Groep

Terug naar navigatie - NV Inclusief Groep

Vestigingsplaats

Nunspeet

Algemeen

De NV Inclusief Groep (Ondernemer in passend werk) is een geprivatiseerde organisatie die belast is met de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) voor de bij de (voormalige) RNV aangesloten gemeenten en Nijkerk.

De Dienst Sociale Werkvoorziening Noordwest-Veluwe (DSW) is opdrachtgever voor de uitvoering van de wet. De praktische uitvoering is in handen van de Inclusief Groep. Men begeleidt mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt naar werk en biedt hen daarbij scholing en/of leerwerktrajecten. De werkzaamheden voor de doelgroep worden verricht in vier werkbedrijven die eigendom zijn van de Inclusief Groep. Die bedrijven opereren in de sectoren industrie (metaal, hout, elektra, verpakken, montage), dienstverlening (schoonmaak, groen, kwekerij, schilderwerken) en (groeps)detachering.

Bestuurlijk belang

Door de opheffing van de RNV zijn de afzonderlijke gemeenten in 2018 aandeelhouder geworden van de Inclusief Groep. De gemeente heeft 3.120 aandelen met een nominale waarde (incl. agio) van € 416.520,--.

Financieel belang

Via het aandeelhouderschap is de gemeente Nunspeet financieel medeverantwoordelijk voor de Inclusief Groep.

Beleidsvoornemens

In het kader van de komst van de Participatiewet vindt onderzoek plaats naar de toekomst van de sociale werkvoorziening.

Risicoanalyse

Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de concept jaarrekening 2022 van de Inclusief Groep.

Eigen vermogen per 1 januari 2022 € 8,9 miljoen
Eigen vermogen per 31 december 2022 € 6,9 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2022 € 9,2 miljoen
Vreemd vermogen per 31 december 2022 € 9,4 miljoen
Resultaat 2022 -/- € 1.9 miljoen

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 42,3%. Dit veronderstelt een laag risico voor de eigenaren. In het jaarverslag 2022 geeft de Inclusief Groep in de Toekomstparagraaf een doorkijk naar de komende jaren. Zij zien een aantal risico's. Gezien het gepresenteerde meerjarige perspectief en de voor het jaar 2023 begrote negatieve resultaat van € 1,8 miljoen komen de liquiditeit en solvabiliteit van de Inclusief Groep onder druk te staan. Gezien de onderkende risico's, onzekerheden en onduidelijkheden wordt het risico als hoog aangemerkt.

Gemeenschappelijke regeling Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe

Vestgingsplaats

Elburg

Publiek belang

Deelnemende gemeenten zijn Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet en Oldebroek. Deze gemeenten werken samen voor de uitvoering van het bepaalde in hoofdstuk V van de Archiefwet 1995. Het beheer van en het toezicht op archiefbescheiden gebeurt op gemeenschappelijke basis.

Bestuurlijk belang

De gemeente Elburg is centrumgemeente. De Archiefcommissie Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe adviseert het gemeentebestuur van Elburg over beleidzaken. De gemeente is door de burgemeester vertegenwoordigd in de Archiefcommissie.

Financieel belang

De gemeenten betalen een jaarlijkse bijdrage aan het streekarchivariaat. In 2022 bedroeg de gemeentelijke bijdrage  € 187.600,--. Dit is inclusief een stuk nieuw beleid. De gemeente is financieel medeaansprakelijk voor de gemeenschappelijke regeling.

Beleidsvoornemens

Geen bijzondere beleidsvoornemens.

Risicoanalyse

De gemeente loopt een beperkt risico. De kans op een faillissement van het streekarchivariaat wordt laag ingeschat. Het totale risico wordt laag ingeschat.

Omgevingsdienst Noord-Veluwe

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Noord-Veluwe

Vestigingsplaats

Harderwijk

Publiek belang

Omgevingsdienst Noord-Veluwe voert vanaf 1 april 2013 de milieutaken op de Noord-Veluwe uit. Dit gebeurt in opdracht van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten en van de Provincie Gelderland. De adviseurs van ODNV bieden hoogwaardige kennis en expertise op het gebied van vergunningverlening, toezicht, handhaving en milieuadvies.

Bestuurlijk belang

De portefeuillehouder Milieu is lid van het dagelijks bestuur.

Financieel belang

De gemeenten betalen een bijdrage aan de omgevingsdienst voor het uitvoeren van de taken. Voor 2022 bedroeg de gemeentelijke bijdrage € 710.000,--.

Beleidsvoornemens

De Omgevingsdienst Noord-Veluwe zit in een fusietraject met de Omgevingsdienst IJsselland.

Risicoanalyse

Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de (niet-vastgestelde) jaarstukken 2022:

Eigen vermogen per 1 januari 2022 € 785.000
Eigen vermogen per 31 december 2022 € 713.000
Vreemd vermogen per 1 januari 2022 € 880.000
Vreemd vermogen per 31 december 2022 € 1.609.000
Resultaat 2022 € 698.000

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 30,7%. Op basis van dit percentage kan geconcludeerd worden dat de solvabiliteit op orde is. Daarnaast zullen de taken die de ODNV voor de gemeente uitvoert naar de gemeente terugkomen of moeten deze op een andere manier georganiseerd worden. De kans op een faillissement wordt laag ingeschat. De ODNV voert milieutaken voor de gemeenten uit die bij een faillissement anders georganiseerd moeten worden. Dit zal niet snel gebeuren. Per saldo wordt het risico laag ingeschat.

Leisurelands

Terug naar navigatie - Leisurelands

Vestigingsplaat

Arnhem

Publiek belang

Leisurelands beheert en exploiteert de volgende recreatiegebieden: Berendonck, Bussloo, Groene Heuvels, Haven Hattem, Heerderstrand, Surfoever Hoge Bijssel, Strand Horst, Kievitsveld, Mookerplas, Nieuw Hulckesteijn, Strand Nulde, Rhederlaag, Wylerbergmeer, Zandenplas en Zeumeren.

De handelsnaam van RGV Holding B.V. is Leisurelands. Onder RGV Holding vallen drie vennootschappen die actief zijn. Leisurelands Exploitatie B.V. en Leisurelands Onroerend Goed B.V. houden zich bezig met de kernactiviteit van Leisurelands, namelijk het exploiteren van recreatievoorzieningen. De activiteiten van de derde actieve vennootschap, Interhuis B.V., met haar dochtervennootschappen SchatEiland Zeumeren B.V., Zeumeren B.V., RGV Delfstoffen B.V. en Katerbosch B.V. zijn niet direct gerelateerd aan dagrecreatie, maar zijn erop gericht de kernactiviteit te ondersteunen.

Bestuurlijk belang

De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door de portefeuillehouder recreatie.

Financieel belang

De gemeente verstrekt geen bijdrage in de exploitatielasten.

Beleidsvoornemens

Geen bijzondere beleidsvoornemens

Risicoanalyse

Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de jaarrekening 2021 van Leisurelands. De jaarstukken 2022 waren op het moment van opstellen van de jaarrekening niet beschikbaar:

Eigen vermogen per 1 januari 2022 € 80 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2022 € 16 miljoen
Resultaat 2021 € 3,9 miljoen

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 83,6%. Dit veronderstelt een laag risico voor de eigenaren. Het resultaat van Leisurelands is sterk afhankelijk van opbrengsten uit vermogensbeheer. Uit de jaarstukken blijkt dat dergelijke opbrengsten het resultaat van sterk beïnvloeden. De operationele en financiële resultaten laten over de afgelopen jaren een wisselend karakter zien. Leisurelands lijkt hiermee afhankelijk te zijn van de financiële baten en lasten. Dit kan gevolgen hebben voor het risicoprofiel van Leisurelands. Desondanks wordt gezien de solvabiliteit het risico voor de gemeente laag ingeschat.

Coöperatie Gastvrije Randmeren

Terug naar navigatie - Coöperatie Gastvrije Randmeren

Vestigingsplaats

Harderwijk

Publiek belang

Gastvrije Randmeren is een samenwerkingsverband voor de Randmeren, in de vorm van een coöperatieve vereniging. De deelnemers zijn in eerste instantie de gemeenten Almere, Blaricum, Bunschoten, Dronten, Eemnes, Elburg, Ermelo, Harderwijk, Huizen, Kampen, Naarden, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde. De coöperatie heeft de volgende taken:

  • Hoofdtaak van de coöperatie is het structureel onderhouden van de recreatieve voorzieningen in de Randmeren. Het gaat daarbij onder andere om het onderhouden van aanlegplaatsen  voor de recreatievaart, het verminderen van de overlast door waterplanten in dieper water  en het uitvoeren van overig klein onderhoud.
  • De Randmeren staan bekend om hun natuurschoon, rust en ruimte. Er wordt veel aan gedaan om de natuurwaarden in het gebied te versterken. Veel vogels profiteren van het heldere water en de overvloed aan voedsel. De natuur maakt de Randmeren aantrekkelijk voor de recreant, maar is ook kwetsbaar. De coöperatie Gastvrije Meren vindt het belangrijk dat bij de inrichting van het gebied de balans tussen natuur en recreatie voorop staat. Gastvrije Randmeren rekent het bewaren en bevorderen van het natuur- en landschapsschoon in het gebied tot één van haar taken.
  • Een andere belangrijke taak van de coöperatie is het op de recreatieve kaart zetten van de Randmeren via gebiedspromotie. De gebiedspromotie zal de komende jaren verder worden uitgebouwd.
  • Afronding van het project Integrale Inrichting Veluwerandmeren (IIVR) vindt plaats onder verantwoordelijkheid van Gastvrije Randmeren. Daarnaast moet de ontwikkelingsvisie 2030 Zuidelijke Randmeren (Blauwe As) verder vorm gegeven worden.
  • Verder vormt Gastvrije Randmeren een platform waar ruimtelijke-economische ontwikkelingen kunnen worden afgestemd. Ook kan het samenwerkingsverband gecoördineerd haar deskundigheid op het gebied van vergunningen en procedures inzetten en het gezamenlijk belang van gemeenten inbrengen in regionale en landelijke projecten. Voorbeelden zijn de maatregelen rond de zwemwaterkwaliteit, het Delta-programma, etc.

Bestuurlijk belang

De gemeente is vertegenwoordigd in de algemene ledenvergadering door de portefeuillehouder recreatie.

Financieel belang

De gemeente participeert in het eigen vermogen van de coöperatie.  Daarnaast verstrekt de gemeente een jaarlijkse bijdrage van € 19.000,--.

Beleidsvoornemens

Geen bijzondere beleidsvoornemens.

Risicoanalyse

Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de jaarrekening 2021 van coöperatie Gastvrije Randmeren. Op het moment van opstellen van de jaarrekening 2022 waren de jaarcijfers 2022 van de coöperatie niet beschikbaar:

Eigen vermogen per 1 januari 2022 € 12,9 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2022 € 710.000
Resultaat 2021  € 153.000

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen is bijna 94,8%. De gemeente betaalt geen bijdrage in de exploitatielasten van de coöperatie. De coöperatie beheert ontvangen subsidiegelden (ook van de gemeente Nunspeet) en voert daarvoor werkzaamheden uit. Het risico van de coöperatie wordt laag ingeschat.

Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Noord- en Oost Gelderland

Terug naar navigatie - Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Noord- en Oost Gelderland

Vestigingsplaats

Warnsveld

Publiek belang

De GGD Noord- en Oost Gelderland is de gezondheidsdienst van 22 gemeenten, waaronder Nunspeet. GGD Gelre-IJssel bewaakt de gezondheid van de inwoners van de gemeenten in de regio.

Bestuurlijk belang

De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door de portefeuillehouder Volksgezondheid.

Financieel belang

De gemeente betaalt een jaarlijkse exploitatiebijdrage in de vorm van een bedrag per inwoner. Voor 2022 bedroeg de gemeentelijke bijdrage aan de GGD € 486.000,--.

Beleidsvoornemens

Geen bijzondere beleidsvoornemens.

Risicoanalyse

Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de jaarstukken 2022 van de GGD:

Eigen vermogen per 1 januari 2022 € 2,9 miljoen
Eigen vermogen per 31 december 2022 € 2,7 miljoen

Vreemd vermogen per 1 januari 2022

€ 10,2 miljoen

Vreemd vermogen per 31 december 2022

€ 8,8 miljoen
Resultaat 2022 -/- € 487.000

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 23,2 %. Dit veronderstelt een laag risico voor de eigenaren. De GGD Noord Oost Nederland voert taken op het gebied van volksgezondheid uit voor de gemeente. Bij een faillissement zal de gemeente moeten meebetalen in de financiële afwikkeling. Daarnaast zullen de taken die de GGD voor de gemeente uitvoert naar de gemeente terugkomen of deze moeten op een andere manier georganiseerd worden. De kans op een faillissement wordt laag ingeschat. Per saldo wordt het risico laag ingeschat.

Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland

Vestigingsplaats

Apeldoorn

Bestuurlijk belang

Het algemeen bestuur van de VNOG bestaat uit alle burgemeesters van de gemeenten in de regio. Het dagelijks bestuur wordt gekozen uit het algemeen bestuur. De burgemeester van Harderwijk heeft zitting in het dagelijks bestuur namens het cluster Veluwe-West.

 Financieel belang

De gemeentelijke bijdrage 2022 bedroeg € 1.510.000,-.

 Beleidsvoornemens

Geen bijzondere beleidsvoornemens.

 Risicoanalyse

Onderliggende cijfers zijn gebaseerd op de concept jaarstukken 2022 van de VNOG:

Eigen vermogen per 1 januari 2022 € 15,5 miljoen
Eigen vermogen per 31 december 2022 € 17,1 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2022 € 38,2 miljoen
Vreemd vermogen per 31 december 2022 € 35,7 miljoen
Resultaat 2022 € 2,4 miljoen

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 32,5%. De VNOG voert taken uit voor de gemeente. De taken die de VNOG voor de gemeente uitvoert zullen naar de gemeente terugkomen of moeten op een andere manier georganiseerd worden. De kans op een faillissement wordt laag ingeschat. De VNOG voert brandweertaken voor de gemeenten. In het kader van de vastgestelde toekomstvisie op de uitvoering van de taken is de VNOG bezig met de uitvoering van deze visie. Een deel van de opdrachten is uitgevoerd of in gang gezet. Een deel is in verband met de coronacrisis blijven liggen. Vooralsnog wordt het risico laag ingeschat.

Stichting primair openbaar onderwijs Noord-Veluwe (Proo)

Terug naar navigatie - Stichting primair openbaar onderwijs Noord-Veluwe (Proo)

Vestigingsplaats

Harderwijk

Algemeen

De gemeenteraden van Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en Putten hebben in december 2002 besloten het bevoegd gezag van het openbaar primair onderwijs per 1 januari 2003 over te dragen aan de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Noordwest-Veluwe. Door het onderbrengen van het bevoegde gezag in een stichting komt het openbaar onderwijs in een vergelijkbare positie als het bijzonder onderwijs, in die zin dat er een autonoom bestuur is dat zowel beleidsinhoudelijk als vermogensrechtelijk zelfstandig opereert. Het toezicht op de stichting is overgedragen aan de deelnemende gemeenten. De stichting Proo heeft voor de periode 2004-2008 een strategisch beleidsplan opgesteld, waarin de visie en missie worden beschreven voor het openbaar basisonderwijs in de regio Noordwest-Veluwe. Vanwege de toetreding van de gemeente Heerde per 1 januari 2006 heet de stichting voluit: Stichting primair Openbaar onderwijs Noord-Veluwe.

Bestuurlijk belang

Het toezicht op de stichting is overgedragen aan de deelnemende gemeenten.

Financieel belang

Aan de stichting wordt door de gemeente geen financiële bijdrage verstrekt. De stichting ontvangt financiële middelen rechtstreeks van de rijksoverheid. De gemeenten blijven financieel aansprakelijk voor de stichting.

Beleidsvoornemens

Het belang van het openbaar onderwijs in de deelnemende gemeenten (blijven) behartigen.

Risicoanalyse

Onderstaande cijfers zijn ontleend aan de jaarrekening 2021. De jaarstukken 2022 waren op het moment van opstellen van de jaarrekening niet beschikbaar.

Eigen vermogen per 1 januari 2022 € 3,9 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2022 € 4,8 miljoen
Resultaat 2021 € 708.000

De financiële situatie bij de stichting Proo was de afgelopen jaren zorgelijk. De stichting heeft een aantal maatregelen genomen om te komen tot een oplossing van deze zorgelijke situatie. De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 44,9%. De genomen maatregelen en het toezicht via een coördinatiepunt werpen hun vruchten af. Op basis van de blijvende verbetering van de financiële situatie van stichting Proo wordt het risico voor de stichting op laag ingeschat.

Sportbedrijf Nunspeet

Terug naar navigatie - Sportbedrijf Nunspeet

Vestigingsplaats
Nunspeet

Algemeen
Met ingang van 1 januari 2017 is het Sportbedrijf Nunspeet BV actief. Het sportbedrijf heeft de volgende taken:
- het exploiteren van de gemeentelijke indoor sportfaciliteiten;
- het verrichten van werkzaamheden en verlenen van diensten en adviezen op het gebied van sport, recreatie en welzijn, daaronder begrepen het organiseren van evenementen.

Bestuurlijk belang
Gemeente Nunspeet is 100% aandeelhouder van het Sportbedrijf. Namens het college is de wethouder Financiën gemandateerd als vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.

Financieel belang
De gemeente is 100% aandeelhouder van het Sportbedrijf.

Beleidsvoornemens
Geen bijzondere beleidsvoornemens

Risicoanalyse
Onderstaande cijfers zijn ontleend aan de jaarrekening 2021 omdat de jaarrekening 2022 op het moment van opstellen van de jaarrekening niet beschikbaar was.

Eigen vermogen per 1 januari 2022 € 42.000
Vreemd vermogen per 1 januari 2022 € 815.000
Resultaat 2021 € 38.000

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 4,9%.  De gemeente is 100% aandeelhouder en bij het sportbedrijf sprake is van een verschuiven van taken die anders bij de gemeente hadden gelegen. Bij een eventueel faillissement zal  de gemeente financieel verantwoordelijk zijn. Gezien de omvang van het eigen vermogen in verhouding tot het vreemd vermogen wordt het risico op gemiddeld geschat.

Jaarverslag - Paragraaf Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van programma’s, zoals op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu, verkeer en openbare ruimte, cultuur, sport en recreatie en economische structuur. Het grondbeleid heeft daarnaast een grote financiële impact. De grondexploitatie (inclusief de resultaten hieruit) is een onderdeel van de totale exploitatie van de gemeente. Gelet op de risico’s in relatie tot de omvang van de bedragen waarover het op dit terrein gaat, is een afzonderlijke paragraaf over het grondbeleid verplicht gesteld.

Beleid in ontwikkeling

Terug naar navigatie - Beleid in ontwikkeling

Het grondbeleid van de gemeente Nunspeet is vastgelegd in de Nota Grondbeleid. Deze nota is in 2017 geactualiseerd en in juni 2017 door de gemeenteraad vastgesteld. In deze nota is de te volgen grondpolitiek vastgelegd, waarbij het gaat om bijvoorbeeld aan- en verkoopbeleid ter uitvoering van bestemmingsplannen, prijsvorming, kostenverhaal en risico’s. De planning is dat deze nota in 2023 wordt geactualiseerd.

Deze paragraaf gaat vooral in op de uitvoering van het grondbeleid.

In de vastgestelde uitgangspunten voor het financieel beleid en de nota ‘Reserves en voorzieningen’ is ook beleid vastgelegd dat betrekking heeft op het grondbeleid. Er is een Woonvisie ontwikkeld waarin de toekomstige woningbehoefte is vastgelegd. In 2019 is het rapport woningmarktonderzoek gemeente Nunspeet geactualiseerd. De raad heeft op 20 februari 2020 de Woonvisie vastgesteld op basis van deze cijfers. Uit de Woonvisie komt nog een forse woningbehoefte in de gemeente Nunspeet naar voren tot en met 2030. Er zijn een aantal plannen die mogelijk bij gaan dragen aan het invullen van deze behoefte, zoals 't Hul Noord en Feithenhof in Nunspeet en een uitbreiding van het plan Weversweg in Hulshorst.

In 2004 hebben gemeenten de wettelijke mogelijkheid gekregen de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) in het kader van een actief grondbeleid in te zetten.  Eigenaren van onroerende zaken in dit gebied die tot verkoop willen overgaan, mogen deze alleen aan de gemeente te koop aanbieden. Binnen twee jaar na het besluit tot aanwijzing voor het desbetreffende gebied moet een structuurplan en vervolgens een bestemmingsplan worden vastgesteld (zo niet, dan vervalt het voorkeursrecht).

De meest recente Nota Grondprijsbeleid komt uit 2018-2019. In 2021 zijn tussentijds wel de grondprijzen voor woningbouw geactualiseerd en de grondprijzen voor De Kolk GPS vastgesteld, maar in 2023 wordt de volledige Nota Grondprijsbeleid geactualiseerd zodat er weer een complete actuele nota is.

Bestaand beleid

Terug naar navigatie - Bestaand beleid

Met het vaststellen van de Nota Grondbeleid 2017-2020 is het beleid voortgezet om per project de keuze te maken voor een actief of een faciliterend grondbeleid. Het belang van een actief grondbeleid voor de mogelijkheid voor kostenverhaal inclusief een bijdrage aan de infrastructuur is door de invoering van de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening in 2008 van minder belang geworden. Voor actief grondbeleid wordt waar mogelijk gekozen als de gemeente minimaal budgetneutraal kan ontwikkelen of er sprake is van een specifiek maatschappelijk belang waarbij een andere (markt)partij deze ontwikkeling niet tot stand zal brengen.

Financieel kader

Terug naar navigatie - Financieel kader

Zoals weergegeven in de Nota Grondbeleid is het grondbeleid in onze gemeente gebaseerd op minimaal sluitende exploitatieopzetten waarin een substantiële bijdrage aan de infrastructuur is verwerkt. Grondverkopen geschieden tegen marktconforme prijzen. Als incidenteel een prijssubsidie noodzakelijk is, gebeurt dat alleen als het hiermee gediende doel tegelijkertijd wordt gewaarborgd.

Van oudsher was al gekozen voor het realiseren van exploitaties met een positief resultaat of ten minste kostendekkendheid. Door de jaren heen heeft dit geleid tot een saldo in de grondexploitatie (reserve grondexploitatie). Hiervan is een deel niet-besteedbaar, omdat dit nodig is om exploitatierisico’s te kunnen afdekken. In de door de raad op 30 juni 2022 vastgestelde nota ‘Reserves en voorzieningen, herijking 2022’ is uitgebreid ingegaan op deze reserve. Vooral is stilgestaan bij de onderbouwing van het bodem- en plafondbedrag.

De jaarlijkse herijking van het bodem- en plafondbedrag vindt op grond van artikel 12, lid 1 van de Verordening en artikel 212 van de Gemeentewet plaats na het vaststellen van de jaarrekening.

De stand van de reserve bedroeg 8,4 miljoen euro per 31 december 2021. Bij de vaststelling van de jaarrekening 2022 is besloten om  € 1,946 miljoen, zijnde het rekeningresultaat 2021, toe te voegen aan de reserve. Daarnaast vindt voor het jaar 2022 een onttrekking uit de reserve plaats van  € 0,510 miljoen voor diverse winstnemingen en correcties op eerdere winstnemingen uit de grondexploitaties. Overige onttrekkingen uit de reserve in 2022 zijn € 430.586 ter dekking van voorziene verliezen in de grondexploitaties, € 89.504 bijdrage voor de actualisatie van bestemmingsplannen en € 6.717 als restant (externe) kosten voor de aankoop van stikstofrechten. De stand van de reserve bedraagt per 31 december 2022 € 9,3 miljoen. De reserve heeft een bodem- en een plafondbedrag. Het bodembedrag is gebaseerd op een in de nota ‘Reserves en voorzieningen, herijking 2023’ opgenomen berekening. Het plafondbedrag is berekend om een buffer te hebben voor mogelijke strategische aankopen. Het bodembedrag is berekend op € 1 miljoen plus de winstneming van € 7,8 miljoen is per saldo dus € 8,8 miljoen. Afgezet tegen de stand van de reserve per 31 december 2022 van € 9,3 miljoen blijft hierdoor € 0,5 miljoen beschikbaar voor het doen van strategische aankopen.

Ter dekking van grondexploitaties met een financieel tekort (op eindwaarde) is er naast bovengenoemde reserve, een voorziening getroffen voor het afdekken van het tekort. Deze voorziening heeft per 31 december 2022 een saldo van € 0,9 miljoen. Dit bedrag is opgebouwd om de verliezen te dekken voor een bedrag van € 336.007,-- ten behoeve van grondexploitatie Weversweg, € 234.654,-- ten behoeve van bedrijventerrein Elspeet en een bedrag van € 305.759,-- ten behoeve van grondexploitatie Elspeterbosweg.

De kostendekkendheid van exploitaties is een vereiste om deze tot ontwikkeling te brengen. Hiervan kan slechts worden afgeweken als sprake is van een specifiek maatschappelijk belang of als de ontwikkeling door een derde wordt geïnitieerd en de gemeente geen (financiële) risico’s loopt bij de ontwikkeling ervan.

Risico’s grondexploitatie

In de diverse grondexploitaties zijn inmiddels forse bedragen geïnvesteerd waarover de gemeente een risico loopt.

De belangrijkste risico’s in de grondexploitatie zijn:

  • Daling van grondprijzen
  • Niet of later verkopen van gronden
  • Sterke stijging van kosten

Deze risico’s kunnen zich op verschillende wijzen voordoen. De risico’s van daling van grondprijzen en het stijgen van kosten zijn algemene marktrisico’s (en vaak geen projectspecifieke risico's), maar gezien de huidige marktontwikkelingen vormen dit wel relatief hoge risico's.

Het niet of later verkopen van gronden kan op verschillende wijzen ontstaan. Enerzijds door de marktsituatie waardoor grond te duur is geworden of dat aan bepaalde woningen geen behoefte is. Anderzijds kan dit ook ontstaan door het niet of later goedkeuren van bestemmings- en exploitatieplannen.

Actualiteit exploitatiegebieden

Terug naar navigatie - Actualiteit exploitatiegebieden

Bestaande exploitatiegebieden

De basis voor de lopende ontwikkelingen zijn de grondexploitatieberekeningen die door de gemeenteraad zijn vastgesteld en op jaarlijkse basis worden herzien. Het zijn de ontwikkelingen bedrijventerrein De Kolk, Molenbeek, Weversweg, Kijktuinen, bedrijventerrein Elspeet en Elspeterbosweg.

Bij de jaarrekening wordt jaarlijks volledige verantwoording afgelegd over de mutaties in de grondexploitatie in het jaar waarop de rekening betrekking heeft.

Dit gebeurt als volgt:

  • In het jaarverslag wordt op hoofdlijnen een tekstuele toelichting gegeven.
  • De tekstuele toelichting per project in de paragraaf grondbeleid.
  • In het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) staat de volledige actualisatie van alle grondexploitaties, inclusief een uitgebreide tekstuele toelichting.

Zo nodig worden ontwikkelingen ook gerapporteerd via de tussentijdse rapportages en via het Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) worden jaarlijks de geactualiseerde exploitaties vastgesteld door de raad.

Planning en realisatie 2022
De verkochte aantallen woningbouwkavels en hectares bedrijventerrein zijn voor 2022 als volgt samen te vatten:

Aantal woningen Planning 2022
Realisatie 2022
Verschil
Molenbeek 20 69 49
Kijktuinen 23 45 22
Elspeterbosweg 9 9 0
Hectares bedrijventerrein      
De Kolk - Oorspronkelijk deel 0,35 0,35 0
De Kolk - GPS 1,59 0 -1,59

Uit de Woonvisie blijkt dat er binnen de gemeente Nunspeet volop behoefte is aan nieuwe woningen. Ondanks dat de gemeente op een aantal locaties zelf, door middel van het voeren van een actief grondbeleid, een aantal woningbouwontwikkelingen mogelijk maakt (zoals in Molenbeek en de voormalige locatie van de Kijktuinen) wordt er nog niet in de behoefte aan woningen voorzien zoals deze uit het woonbehoefteonderzoek naar voren komt. Er is een aantal nieuwe ontwikkelingen in voorbereiding, maar op dit moment zijn er nog slechts 48 kavels voor woningen uit te geven in 2023 en 2024. Het huidige aanbod binnen de gemeentelijke plannen is, mede dankzij de versnelling van de gronduitgifte in Molenbeek, nu bijna opgedroogd.

Toelichting afwijkingen en consequenties voor herziening grondexploitatie, zoals verwerkt in het MPG 2023:

Molenbeek
De kaveluitgifte in Molenbeek in 2022 is sneller verlopen dan vooraf was verwacht. In 2022 is begonnen met de kavelverkoop voor fase 3 en op één kavel na zijn alle gemeentelijke kavels voor particulier opdrachtgeverschap en alle kavels voor de ontwikkelmaatschappij verkocht. In 2022 is ook begonnen met de bouw van de supermarkt en de appartementen. In 2023 worden de laatste PO-kavel in het project Molenbeek en de kantoorkavel verkocht. In 2024 wordt vervolgens de kavel voor de laatste vier woningen verkocht. De geactualiseerde grondexploitatie voor Molenbeek komt uit op een resultaat van  € 0,5 miljoen positief. Doordat er in 2022 een aantal aanpassingen is gedaan die het resultaat negatief beïnvloeden is er in de voorgaande jaren te veel winst genomen en moet een bedrag van € 491.000,-- aan winstneming worden teruggedraaid.

Kijktuinen
In 2022 is het bouwrijp maken afgerond en is de riolering verlegd. Er is een kavel opgeleverd voor de realisatie van 4 middeldure huurwoningen, een kavel voor 18 middeldure huurwoningen en een kavel voor 23 sociale huurwoningen. Er zijn dus meer kavels uitgegeven in 2022 dan dat was voorzien. In 2023 en 2024 worden de resterende kavels opgeleverd en vervolgens wordt in 2024 en 2025 het gebied woonrijp gemaakt. De tussentijdse winstneming over 2022 is berekend op € 34.608,--.

Weversweg
In afwachting van de vaststelling van het nieuwe bestemmingsplan zijn de laatste nog uit te geven kavels voor 4 tweekappers doorgeschoven naar 2024. Zodra het nieuwe bestemmingsplan in procedure gaat wordt ook een nieuwe grondexploitatie aangeboden, met daarin ook de grondopbrengsten voor de aanvullende woningen die worden toegevoegd aan het plan. Omdat er al wel een extra (plankosten)budget is opgenomen, om tot het nieuwe bestemmingsplan te komen, vermindert het financiële resultaat van de grondexploitatie en moet de verliesvoorziening worden opgehoogd van € 78.000,-- naar € 336.000,--.

Elspeterbosweg
De gemeente heeft de grond bouwrijp gemaakt en in 2022 is de grond geleverd aan de CPO-groep, die gestart is met de bouw van de 9 woningen. In 2023 vinden de laatste werkzaamheden voor het woonrijp maken plaats, waarna het project kan worden afgerond. De verliesvoorziening op het project wordt opgehoogd met € 53.000,--.

Bedrijventerrein De Kolk
Begin 2022 heeft het laatste deel van de uitgifte van de totaal 14 hectare bedrijfskavels in het oorspronkelijke deel plaatsgevonden. De start van de gronduitgifte in het deel GPS is doorgeschoven naar 2024. Inclusief de genomen tussentijdse winstnemingen bedraagt het eindresultaat € 1.279.571. In vergelijking met vorig MPG is het eindresultaat verminderd met circa € 80.000,--. Omdat het eindresultaat lager is geworden wordt in 2022 een correctie op de eerder genomen tussentijdse winst toegepast van € 42.121,-- op basis van de BBV-voorschriften voor tussentijdse winstneming.

Bedrijventerrein Elspeet
In 2022 zijn er voornamelijk onderzoeks- en advieskosten gemaakt omdat het bestemmingsplan nog niet onherroepelijk was. Begin 2023 heeft de Raad van State ingestemd met de ontwikkeling en daardoor kunnen in 2023 en 2024 de werkzaamheden beginnen. De verwachting is dat de gronduitgifte voor de bedrijfskavels van start kan gaan in 2024. Doordat het eindresultaat wijzigt van een positief naar een negatief resultaat wordt er een correctie uitgevoerd op de tussentijdse winstneming die in 2021 uit het project is genomen. Het gaat om een bedrag van € 11.167,--. Voor het tekort op eindwaarde van € 234.654,-- wordt vervolgens een verliesvoorziening getroffen.

Jaarverslag - Paragraaf Gemeentelijke heffingen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Algemeen
De gemeente ontvangt de financiële middelen waarmee de gemeentelijke taken moeten worden uitgevoerd in hoofdzaak van de rijksoverheid, in de vorm van een algemene uitkering uit het Gemeentefonds en diverse doeluitkeringen. Daarnaast beschikt de gemeente over een relatief klein eigen belastinggebied dat uiteenvalt in belastingen en rechten.

Overzicht op hoofdlijnen
De volgende belastingen en heffingen zijn in de gemeente Nunspeet te onderscheiden:
-    onroerendezaakbelastingen;
-    forensenbelasting;
-    toeristenbelasting;
-    afvalstoffenheffing;
-    rioolheffing;
-    rechten (leges, begraafplaatsrechten, marktgelden, rioolaansluitrechten);
-    precariobelasting (in 2022 heeft de heffing van het (laatste) belastingjaar 2021 plaatsgevonden).

De onroerendezaakbelastingen, forensenbelasting, toeristenbelasting en precariobelasting dienen in principe tot het verkrijgen van algemene dekkingsmiddelen. De rioolheffing en de afvalstoffenheffing zijn heffingen die bedoeld zijn om de kosten van deze specifieke taken te dekken en mogen maximaal kostendekkend zijn. Andere heffingen waartegenover een dienst staat zoals marktgelden, begraafplaatsrechten en leges mogen eveneens maximaal 100% kostendekkend zijn op verordeningniveau.

Het beleid voor de lokale belastingen is vastgelegd in de verschillende verordeningen. Het tarievenbeleid wordt jaarlijks geformuleerd bij de vaststelling van de begrotingsuitgangspunten. De gecombineerde aanslagbiljetten onroerendezaakbelastingen, rioolheffing, afvalstoffenheffing zijn grotendeels eind januari verzonden. Voor de overige belastingsoorten gelden andere verzenddata. De belastingen zijn opgelegd in overeenstemming met de door de gemeenteraad vastgestelde verordeningen. De opbrengsten zijn verantwoord bij de diverse taakvelden.

Heffingen in Nunspeet: lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Heffingen in Nunspeet: lokale lastendruk

De Atlas van de lokale lasten wordt jaarlijks uitgegeven door het Centrum voor onderzoek van de economie van de lagere overheden (Coelo). Hierin worden de belastingen van gemeenten, provincies en waterschappen in kaart gebracht. Zij onderzoeken jaarlijks het niveau en ontwikkelingen van de lokale lasten en publiceren dit. 

Volgens de Atlas van de lokale lasten was in 2022 in de gemeente Nunspeet het gemiddelde bedrag dat een meerpersoonshuishouden in een woning met een gemiddelde waarde betaalt aan ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing, in totaal € 767,--. In Gelderland was dat € 916,--. 

In de Coelo-atlas staat de gemeente Nunspeet qua woonlasten op de ranglijst in 2022 op de 29e plek, waarbij nummer 1 de laagste woonlasten heeft (Oldebroek 100e, Elburg 77e en Hattem 288e). Binnen de provincie Gelderland staat de gemeente Nunspeet op plek 8.   

Huurders in de gemeente Nunspeet met een meerpersoonshuishouden betalen aan afvalstoffenheffing € 228,--.  Nunspeet staat hiermee op de ranglijst op plek 12 (Oldebroek 180e, Elburg 225e en Hattem 91e). Binnen de provincie Gelderland staat de gemeente Nunspeet op plek 5.   

De Nunspeetse heffingen nader beschouwd

Terug naar navigatie - De Nunspeetse heffingen nader beschouwd

Uitvoering Wet waardering onroerende zaken 

Op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) zijn gemeenten verantwoordelijk voor de taxatie van onroerende zaken (gebouwen en grond). In de Wet WOZ is bepaald dat de waarde van onroerende zaken jaarlijks opnieuw moet worden vastgesteld, onafhankelijk van de voorafgaande waardevaststellingen. De waardepeildatum ligt een jaar voor de ingangsdatum (voor belastingjaar 2022 is de waardepeildatum 1 januari 2021). De werkzaamheden worden zo veel mogelijk modelmatig uitgevoerd met behulp van de hiervoor beschikbare software. Voor het jaarlijks waarderen is onder andere het bijhouden van de marktontwikkeling van groot belang. Deze wordt uitgevoerd op basis van de hiervoor in de Wet WOZ opgenomen uitgangspunten. 

De Waarderingskamer is een onafhankelijk orgaan en houdt toezicht op de waardebepaling en waardevaststelling van onroerende zaken en op de overige in de Wet WOZ geregelde onderwerpen. De herwaarderingswerkzaamheden worden zo ingepland dat de Waarderingskamer op tijd toestemming kan geven de beschikkingen (uiterlijk) in februari, aansluitend aan het jaar waarin de herwaardering is uitgevoerd, te verzenden. Eind januari 2022 zijn de meeste beschikkingen in het kader van de Wet WOZ aan belanghebbenden verzonden. 

Het algemene oordeel van de Waarderingskamer is dat de uitvoering van de Wet WOZ in de gemeente Nunspeet goed verloopt (5 sterren) en de Waarderingskamer heeft toestemming gegeven om de WOZ-beschikkingen voor 2022 te verzenden. 

Ad 1. Onroerendezaakbelastingen

Terug naar navigatie - Ad 1. Onroerendezaakbelastingen

De OZB bestaat uit twee belastingen te weten een eigenaren- en een gebruikersbelasting.  OZB-eigenaren: Belastingplichtig zijn degenen die op 1 januari van een belastingjaar het genot hebben van een onroerende zaak op grond van eigendom, bezit of beperkt recht. OZB-gebruikers: Belastingplichtig zijn degenen die op 1 januari van een belastingjaar een onroerende zaak gebruiken.

De tarieven voor de OZB worden berekend naar een percentage van de vastgestelde WOZ-waarde. De OZB is als algemeen dekkingsmiddel verreweg de belangrijkste belastingsoort. Het voorgenomen beleid over de ozb is overeenkomstig de begroting uitgevoerd.

Ad 2. Recreatieve heffingen

Terug naar navigatie - Ad 2. Recreatieve heffingen

De forensenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, meer dan negentig dagen van het belastingjaar voor zichzelf of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. Ten aanzien van de forensenbelasting geldt een vast bedrag per recreatieobject.

De gemeente Nunspeet heft toeristenbelasting voor het houden van verblijf binnen de gemeente door personen die niet als ingezetene in de Basisregistratie Personen zijn ingeschreven. Heffing vindt conform de verordening plaats per overnachting per persoon, voor vaste standplaatsen kan een forfaitair tarief worden gekozen voor een jaar- of (voor)seizoensplaats.

Het voorgenomen beleid over de forensenbelasting en toeristenbelasting is overeenkomstig de begroting uitgevoerd.  Echter in verband met de situatie rondom Covid-19  is afgezien van het opleggen van de voorlopige aanslagen toeristenbelasting 2022. In 2023 zullen op basis van de door de recreatieondernemers opgegeven werkelijke aantallen de definitieve aanslagen 2022 worden opgelegd.

Ad 3. Precariobelasting

Terug naar navigatie - Ad 3. Precariobelasting

Gemeente Nunspeet heeft vanaf belastingjaar 2016 precariobelasting voor het hebben van buizen, kabels, draden of leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond ingevoerd. Als gevolg van een wetswijziging is per 1 juli 2017 de precariobelasting op nutsleidingen afgeschaft. Dat betekent dat gemeenten geen precariobelasting meer kunnen heffen van nutsbedrijven over netwerken die ze in, op of boven gemeentegrond exploiteren. Gemeenten die, net als Nunspeet, echter op 10 februari 2016 in hun belastingverordening een tarief hadden voor nutsnetwerken, mochten tot uiterlijk belastingjaar 2022 nog precariobelasting op nutsnetwerken blijven heffen, voor overige belastingschuldige geldt dit niet. Onder de overgangsregeling kon een gemeente maximaal het tarief in rekening brengen dat op 10 februari 2016 gold. 

Het bovengenoemde houdt dus in dat vanaf belastingjaar 2022 geen precariobelasting meer geheven kan worden.

Ad 4. Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Ad 4. Afvalstoffenheffing

Om de kosten in het kader van het ophalen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen te verhalen, heft de gemeente Nunspeet de afvalstoffenheffing. Het uitgangspunt voor de afvalstoffenheffing is een 100%-dekking van de in begroting opgenomen kosten. Het voorgenomen beleid ten aanzien van het heffen van afvalstoffenheffing is overeenkomstig begroting uitgevoerd.

Berekening van kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing

Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente (incl. 60% kosten straatreiniging) € 2.424.000
Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen, extra onttrekking voorziening € 161.000
Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen, overige inkomsten

€456.000

Netto kosten taakveld € 1.807.000
   
Toe te rekenen kosten:  
Overhead incl. (omslag)rente € 49.000
BTW (inclusief BTW over 60% straatreiniging) € 482.000
Totale kosten € 2.338.000
Opbrengst heffingen € 2.212.000
Dekking (na extra onttrekking uit voorziening) 95 %

Op begrotingsbasis is het taakveld afval kostendekkend geraamd. Op werkelijke basis is er geen sprake van een 100% kostendekking. De hogere kosten voor afval kunnen niet volledig gedekt worden door een onttrekking aan de voorziening egalisatie afvalstoffenheffing.

Ad 5 Rioolheffing

Terug naar navigatie - Ad 5 Rioolheffing

De gemeente Nunspeet legt de rioolheffing op aan de eigenaar van een direct of indirect op het riool aangesloten onroerende zaak in het kader van de WOZ-wetgeving. Het uitgangspunt voor de rioolheffing is een 100%-dekking van de in begroting opgenomen kosten. Het voorgenomen beleid ten aanzien van het heffen van rioolheffing is overeenkomstig de begroting uitgevoerd.

Berekening van kostendekkendheid van de rioolheffing

Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente € 1.405.000
Hogere toevoeging aan voorziening € 103.000
Inkomsten taakveld(en), excl. heffingen 11.000
Netto kosten taakveld € 1.497.000
   
Toe te rekenen kosten:  
Overhead incl. (omslag)rente € 136.000
BTW € 126.000
Totale kosten € 1.759.000
Opbrengst heffingen € 1.759.000
Dekking (na hogere toevoeging aan voorziening)  100 %

 

Ad 6 Rechten

Terug naar navigatie - Ad 6 Rechten

De gemeente Nunspeet hanteert bij de rechten in principe op verordeningniveau de maximale norm van 100% kostendekkenheid.

a. Leges
Leges worden geheven voor een door de gemeente te verlenen individuele dienst (zoals het verstrekken van een paspoort of uittreksel uit het bevolkingsregister) maar ook voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning (zoals een omgevingsvergunning).

Recapitulatie Titel 1, 2 en 3                 Taakveld Overhead Totale Kosten Totale Opbrengsten  Kostendekking 
Kostendekking Titel 1  € 369.820  € 142.101 € 511.921  € 446.244  87,17%
Kostendekking Titel 2  € 573.467   € 269.446   € 842.913  € 1.357.540 161,05%
Kostendekking Titel 3 € 6.895 € 5.270  € 12.165   € 7.606   62,52% 
 Kostendekking totale tarieventabel   € 950.182  € 416.817  € 1.366.999  € 1.811.390 132,51%


b. Begraafrechten
Onder de naam ‘begraafrechten’ worden in Nunspeet rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van daarop betrekking hebbende diensten.

Lasten begraven en begraafplaatsen € 414.888
Baten begraven:  
Begraafrechten €432.596
Koopsommen eigen graf € 110.969
Totaal baten begraven € 543.565
   
Dekkingspercentage  131 %


c. Marktgelden
Onder de naam 'marktgelden' worden in Nunspeet rechten geheven voor het innemen van een standplaats op de voor markt aangewezen plaatsen gedurende de voor markt aangewezen tijd.

Kosten markt € 56 .000
Overhead € 14 .000
Marktgelden (inclusief inkomsten stroomverbruik) € 49.000
   
Dekkingspercentage 70 %


d. Rioolaansluitrechten
Dit recht wordt geheven voor het genot van de door of vanwege het gemeentebestuur verleende dienst, bestaande uit het aanleggen van de aansluitbuis tussen het riool en de grens van de openbare weg.

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

Inwoners met een laag inkomen en weinig vermogen kunnen een bijdrage afvalstoffenheffing aanvragen. Deze bijdrage is onderdeel van het minimabeleid. De bijdrage is alleen van toepassing op de afvalstoffenheffing en is net zo hoog als de opgelegde aanslag. Ook het gemeentelijke kwijtscheldingsbeleid maakt integraal deel uit van het gemeentelijk minimabeleid. Doordat de voorwaarden voor de bijdrage lichter zijn dan voor de kwijtschelding, wordt in de meeste gevallen gebruik gemaakt van de bijdrage afvalstoffenheffing. Een enkeling maakt gebruik van het recht op kwijtschelding, dit zijn met name studenten, omdat zij uitgesloten zijn van de bijdrage afvalstoffenheffing. 

Jaarverslag - Paragraaf Wet Open Overheid

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Openbaarheidsparagraaf Wet Open Overheid (Woo)

In artikel 3.5 (Openbaarheidsparagraaf) van de Woo wordt voorgeschreven dat bestuursorganen in de jaarlijkse begroting aandacht besteden aan de beleidsvoornemens inzake de uitvoering van deze wet en in de jaarlijkse verantwoording verslag doen van de uitvoering ervan, mede in relatie tot de beleidsvoornemens. 

In de Woo is niet alleen een inspanningsverplichting tot actieve openbaarmaking opgenomen (artikel 3.1 Woo), maar wordt ook voorgeschreven dat bestuursorganen bepaalde documenten binnen een voorgeschreven termijn in ieder geval uit eigen beweging openbaar moeten maken (artikelen 3.3 en 3.3a Woo).

Op 23 december 2022 heeft de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de voorzitter van de Tweede Kamer geïnformeerd over het stopzetten van het programma PLOOI in de huidige vorm. Ze volgt hiermee het advies van het adviescollege ICT-toetsing (AcICT) van 28 november 2022 op. Dit betekent concreet dat de plicht tot actief openbaar maken nog niet in werking treedt. 

Implementatie van de wet
In 2022 is er door een aantal medewerkers van de gemeente Nunspeet een start gemaakt met de implementatie van de Woo en is er globaal gekeken naar de impact van de wet op de organisatie. Er is een nulmeting gehouden welke inzicht heeft gegeven in de huidige stand van zaken binnen de gemeente op het gebied van actieve openbaarmaking en informatiehuishouding. Ook is er een projectteam aangesteld met medewerkers van meerdere afdelingen.

Passieve openbaarmaking
De Wet open overheid is de opvolger van de Wet Openbaarheid van Bestuur (Wob). Op het gebied van passieve openbaarmaking (Wob- of Woo verzoeken) kent de Woo de nodige veranderingen ten opzichte van de Wob. De belangrijkste wijzigingen zien op de wijze van indiening van een verzoek, de termijnen bij precisering van een te algemeen verzoek en de beslistermijn. Tevens bevat de Woo een antimisbruikbepaling en wordt in de Woo voorgeschreven dat bestuursorganen een contactpersoon aanwijzen voor vragen over de beschikbare informatie.

Het is op dit moment mogelijk om bij de gemeente Nunspeet een Woo verzoek in te dienen en af te handelen. Dit kan een indiener op drie manieren doen: schriftelijk, mondeling of via het digitale formulier op de website. Vervolgens wordt er door de gemeente contact gezocht met de indiener over het verdere verloop van de procedure. 

In 2022 zijn er 30 Woo verzoeken ingediend en 5 zienswijzen. Deze verzoeken zagen op verschillende thema’s waaronder vergunningen en bouwplannen, aanrijdingen van wild en ruimtelijke plannen. De verzoeken waren verschillend in omvang. Zo zaten er verzoeken bij waarbij er enkele documenten (o.a. correspondentie, offertes, facturen etc.) werden opgevraagd, maar ook verzoeken waarbij er tientallen tot wel duizenden stukken werden opgevraagd. Waarbij het meest omvangrijkste verzoek vijfduizend stukken betrof.  

Actieve openbaarmaking 
De gemeente Nunspeet maakt al informatie actief openbaar van de benoemde 11 informatiecategorieën. De openbaarmaking vindt plaats via diverse kanalen, dit zal voor de Woo op een centraal kanaal moeten gaan plaatsvinden. Het projectteam is voornemens om een centraal kanaal te laten bouwen welke onderdeel zal worden van de algemene website van de gemeente. Op dit kanaal kan de overheidsinformatie worden toegevoegd zodat deze toegankelijk is voor de burgers. De nadere invulling hiervan zal nog verder bekeken worden. 

Het implementeren van de Woo is een veranderopgave met een belangrijk gedragscomponent. De medewerkers zullen invulling gaan geven aan het openbaar maken van informatie. Zij dienen bij de creatie al rekening te houden met een eventuele publicatie op een later moment. Tijdens de implementatie zal er aandacht besteed moeten worden aan deze beoogde verandering. Hiervoor zal een bewustwordingstraject worden opgestart met o.a. workshops en trainingen over de wet.