Raadsakkoord 2022-2026 / Collegeprogramma
Het raadsakkoord met de financiële vertaling is op 2 juni 2022 aan de gemeenteraad ter kennisname aangeboden. De financiële vertaling van het raadsakkoord is als vertrekpunt genomen bij de opstelling van de Programmabegrotingen 2023 tot en met 2026. Het meerjarenperspectief uit de Programmabegroting 2022-2025 is eveneens een basis voor de opstelling van de Programmabegroting 2023-2026.
Uitgangspunten Programmabegroting 2023-2026
De uitgangspunten voor de Programmabegroting 2023-2026 zijn vastgesteld op 28 april 2022. De prijscompensatie voor de uitgaven en de inkomsten van 2023 is vastgesteld op 2%. Met ingang van begrotingsjaar 2016 wordt gebruik gemaakt van de prijsontwikkeling bruto binnenlands product (bbp) zoals opgenomen in de meest recente Septembercirculaire Algemene uitkering Gemeentefonds. In de Septembercirculaire 2021 is aangegeven dat de geraamde prijsontwikkeling BBP voor 2023 afgerond 2% bedraagt.
De lopende cao gemeenten heeft een looptijd t/m 1 januari 2023. Op het moment van opstellen van de uitgangspunten Programmabegroting 2023-2026 zijn er nog geen onderhandelingen over een nieuwe cao opgestart dan wel afgerond. In de Perspectievennota 2022-2025 is voor de verwachte loonstijging 2022 uitgegaan van een percentage van 1%. Bij de uitgangspunten Programmabegroting 2021-2024 is rekening gehouden met 2% loonstijging in 2021. In het dekkingsvoorstel is voorgesteld dit terug te brengen naar 1% gezien de ontwikkelingen en onzekerheden inzake Covid19. De uiteindelijke uitkomst van de onderhandelingen voor de geldende CAO zijn een loonstijging van 1.5% per 1 december 2021 en 2.4% per 1 april 2022. Voor 2023 dient er dus op basis van de huidige CAO 1.9% bij geraamd te worden om de te laag geraamde loonkosten te compenseren. Gezien het feit dat de CAO aflopend is per 1 januari 2023 wordt eveneens rekening gehouden met een stijging van de lonen gelijk aan het percentage prijsontwikkeling BBP van 2%. In totaal is een stijging van de loonkosten van 3.9% verwerkt.
In de begroting 2022 is rekening gehouden met een premiestijging van 2%. Op 2 december 2021 heeft het ABP echter aangegeven dat de premie voor het pensioen 2022 gelijk blijft aan die van 2021. De verwachting is wel, om de pensioenen betaalbaar te houden, dat de premie zal stijgen. Daarom wordt de reeds ingeboekte 2% gehandhaafd om eventuele stijgingen in 2023 op te vangen.
Het percentage ten behoeve van de compensatie reserves is 0,75%.
Het percentage kapitaallasten is 0,75%.
Meicirculaire 2022
In de Meicirculaire wordt ingegaan op de ontwikkeling van de Algemene uitkering Gemeentefonds. In het volgende hoofdstuk wordt verder ingegaan op de Algemene uitkering.