Jaarverslag - Paragrafen

Jaarverslag - Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

Terug naar navigatie - Paragraaf Onderhoud kapitaalgoederen

De gemeente Nunspeet is qua oppervlakte uitgestrekt (ruim 12.500 ha) en een groot deel hiervan is bij de gemeente als openbare ruimte in beheer. Veel activiteiten vinden plaats zoals wonen, werken en recreëren. Voor de activiteiten zijn veel kapitaalgoederen nodig: wegen, riolering, verlichting, openbaar groen, gebouwen en bossen. De kwaliteit van de kapitaalgoederen en het onderhoud ervan zijn bepalend voor het voorzieningenniveau en uiteraard de (jaarlijkse) lasten.

Het beleid van de gemeente Nunspeet voor het onderhoud van de kapitaalgoederen is onder meer opgenomen in de nota’s:

  • ‘Afvalwaterketenplan Nunspeet-Elburg’(2013-2020);
  • ‘Beleids- en beheerplan wegen’ (2014-2018);
  • ‘Beleids- en beheerplan gemeentelijke gebouwen’ (2014-2017);
  • ‘Beleidsplan openbare verlichting’ (2011-2020);
  • ‘Bestemming en beheer van de bossen gemeente Nunspeet’;
  • ‘Landschapsontwikkelingsplan’ (2007-2014);
  • ‘Groenbeleid- en beheerplan’ (2019-2029);
  • ‘Beheerplan heideterreinen gemeente Nunspeet’ (2011-2021).

Waterbeheer

Terug naar navigatie - Waterbeheer

Het Afvalwaterketenplan is het resultaat van een planproces met de gemeente Elburg en het waterschap Vallei en Veluwe en omvat o.a. de aan de riolering te stellen doelen, de maatregelen om deze doelen te bereiken en de daarvoor in te zetten middelen. Het Afvalwaterketenplan is opgesteld voor de periode 2013-2020. Het onderhoud en het doen van nieuwe investeringen alsmede de verbetermaatregelen worden overeenkomstig de kaders van het Afvalwaterketenplan uitgevoerd.

Onderhoudsbudget rioleringen

Voor het onderhoud/overige werkzaamheden aan rioleringen was binnen de begroting 2021 een budget beschikbaar van € 591.000,--. De werkelijke kosten hebben € 569.000,-- bedragen.

Wegenbeheer

Terug naar navigatie - Wegenbeheer

In 2014 is een geactualiseerd beleids- en beheerplan wegen opgesteld voor de periode 2014-2018. In het plan wordt onder meer aangegeven dat het gemiddelde onderhoudsniveau in de gemeente Nunspeet redelijk tot goed te noemen is. Om dit niveau te handhaven dan wel te verbeteren, is een aanzienlijk onderhoudsbudget, voor met name grootonderhoud asfaltverhardingen, nodig. De financiële gevolgen van het Wegenplan zijn vanaf 2015 verwerkt in de begroting.

Tweejaarlijks worden de wegen door derden geïnspecteerd om een zuiver beeld te krijgen van de staat van onderhoud. De andere jaren vindt inspectie plaats door eigen medewerkers. De inspectiegegevens worden telkens toegevoegd aan het wegenbeheersysteem en op basis daarvan worden uitvoeringsmaatregelen voorgesteld. De uitvoeringsmaatregelen worden getoetst aan de praktijk (kan onderhoud van een weg nog worden uitgesteld ten gunste van een andere weg?) en op basis van deze toets wordt het noodzakelijke onderhoud uitgevoerd. Op deze wijze wordt dus niet puur theoretisch onderhoud gepland maar op een efficiënte wijze gewerkt.

Onderhoudsbudget wegen

Voor het onderhoud aan wegen is binnen de begroting 2021 een budget beschikbaar van € 1.228.000 ,--. De werkelijke kosten hebben € 1.193.000,-- bedragen. De planning is dat in 2022/2023 een nieuw beleids- en beheerplan Wegen wordt opgesteld.

Openbaar groen

Terug naar navigatie - Openbaar groen

Groenbeleidsplan 2019-2029

Het groenbeleidsplan 2019-2029 is in oktober 2019 vastgesteld voor beheer en onderhoud van openbaar groen in de gemeente Nunspeet.  Het onderhoud van het openbaar groen wordt zowel door derden als in eigen beheer uitgevoerd. De door derden uit te voeren werken zijn opgenomen in zes onderhoudsbestekken. Het huidige onderhoudsniveau is, gelet op het beschikbare budget, redelijk tot goed.

Openbare verlichting

Terug naar navigatie - Openbare verlichting

Het Beleidsplan openbare verlichting (2011-2020) is in 2011 door de raad vastgesteld. Het vervangingsschema maakt hier deel van uit en geeft aan welke vervanging er in een bepaald jaar moet plaatsvinden. De gemeente Nunspeet telt momenteel ruim 4.600 lichtmasten van diverse typen, kwaliteit en leeftijd.

Afhankelijk van de wegfunctie wordt gekozen voor een verlichtingsniveau gerelateerd aan minimaal de normen van de Nederlandse Stichting voor Verlichtingskunde. Deze richtlijnen worden door de meeste gemeenten en nutsbedrijven gehanteerd. Het vervangen van verouderde armaturen en lichtmasten wordt de komende jaren verder voortgezet. In het Beleidsplan openbare verlichting is in het kader van energie- en onderhoudskostenbesparing een zo neutraal mogelijk lichtniveau aangehouden met gebruikmaking van de meest efficiënte verlichtingsmiddelen. Hierbij worden verkeersveiligheid, openbare orde, sociale beleving en de woon- en leefbaarheid gewaarborgd. In het kader van de financiële heroverwegingen is rekening gehouden met de verwachte besparingen door gebruik van duurzame producten. Vanaf 2014 wordt rekening gehouden met een structurele energiebesparing van € 10.000,--. De komende jaren wordt ingestoken op de vervanging van oudere armaturen door energiezuinige led-armaturen.

Onderhoudsbudget openbare verlichting

Voor het onderhoud aan straatverlichting was binnen de begroting 2021 een budget beschikbaar van € 216.250--. De werkelijke kosten hebben € 218.000,-- bedragen.

Bossen en natuurterreinen

Terug naar navigatie - Bossen en natuurterreinen

De gemeente Nunspeet heeft een groot areaal aan bos- en natuurterreinen (circa 3.200 ha). Het beheer en onderhoud ervan vergt een grote inspanning. Sinds 2002 is voor het bosbeheer het FSC-certificaat (Forest Stewardship Council) verkregen. De onderhoudswerkzaamheden worden overeenkomstig de voorwaarden hieruit uitgevoerd. In 2011 is het Beheerplan heideterreinen 2011-2021 vastgesteld.

Jaarlijks wordt circa 5.000 m3 hout uit de gemeentelijke bossen middels aanbesteding verkocht aan houthandelaren, die zelf zorg dragen voor het oogsten en verwijderen van dit hout.

Gebouwen

Terug naar navigatie - Gebouwen

In 2014 is het Beleids- en beheerplan gemeentelijke gebouwen door de raad vastgesteld. Een onderdeel hiervan is het meerjarenonderhoudsplan dat jaarlijks wordt bijgesteld en de basis vormt voor het bepalen van de onderhoudsbudgetten. Naast adequaat onderhoud is het aspect veiligheid van groot belang. Veiligheid is een blijvend punt van aandacht. In de komende tijd wordt ingezet (uit financiële motieven en ter reducering van de milieubelasting) om de energieverbruiken verder omlaag te brengen door het uitvoeren van energiebesparende maatregelen.

Jaarverslag - Paragraaf Weerstandsvermogen

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Om inzicht te verschaffen in de robuustheid van de begroting van de gemeente bepaalt artikel 11 van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) dat in de paragraaf weerstandsvermogen een relatie wordt gelegd tussen de gemeentelijke weerstandscapaciteit en de risico’s.

Weerstandscapaciteit

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit

De weerstandscapaciteit bestaat uit de aanwezige middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet begrote kosten die onverwacht en aanzienlijk zijn, af te dekken. Weerstandsvermogen is dat deel van de weerstandscapaciteit dat niet nodig is voor afdekking van alle risico’s ofwel:

Weerstandsvermogen is weerstandscapaciteit minus totaal van alle risico’s.

De omvang van de weerstandscapaciteit is van belang voor de beoordeling van de financiële positie van de gemeente. De weerstandscapaciteit omvat de mogelijkheden voor een gemeente om financiële tegenvallers (risico’s) op te kunnen vangen.

Er kan onderscheid gemaakt worden tussen structurele en incidentele weerstandscapaciteit. Met het eerste worden de middelen bedoeld die permanent ingezet kunnen worden om tegenvallers in de lopende exploitatie op te vangen, zonder dat dit ten koste gaat van de uitvoering van de programma’s. Met de incidentele weerstandscapaciteit wordt bedoeld het vermogen om calamiteiten en andere eenmalige tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op de voortzetting van taken op het geldende niveau.

Gemeente Nunspeet gebruikt in eerste instantie de incidentele weerstandscapaciteit om zowel incidentele als structurele tegenvallers te dekken. Mochten zich gedurende een jaar structurele tegenvallers voordoen, zonder dat daar meevallers tegenover staan, dan mogen deze eerst incidenteel worden afgedekt door middel van incidentele weerstandscapaciteit. Vervolgens zal hiervoor bij de eerstvolgende begroting structurele dekking gezocht worden. Lukt dit niet dan wordt de structurele weerstandscapaciteit als dekkingsmiddel ingezet.

De weerstandscapaciteit bestaat uit:

Structurele weerstandcapaciteit

De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit:

  1. Onvoorziene uitgaven structureel.
  2. Onbenutte belastingcapaciteit.

Incidentele weerstandscapaciteit

De incidentele weerstandscapaciteit bestaat uit:

  1. Het vrije deel van de algemene reserve
  2. De bestemmingsreserves.
  3. Stille reserves (gesteld op nihil).
  4. Onvoorzienbare uitgaven incidenteel.

Ad 1 Onvoorziene uitgaven

Artikel 8 (lid 1 en lid 6) van het BBV verplicht iedere gemeente een bedrag voor onvoorziene uitgaven op te nemen in de begroting. De post onvoorzien is een buffer voor externe onvoorzienbare tegenvallers. Het dekt uitgaven die voldoen aan de drie “O’s” (Onvoorzien, Onvermijdbaar en Onuitstelbaar). Er is een bedrag geraamd van € 90.000. Dit bedrag wordt gesplitst in onvoorzienbare uitgaven incidenteel € 64.000 en onvoorzienbare uitgaven structureel € 26.000. Per ultimo boekjaar resteert van de onvoorziene uitgaven incidenteel € 53.925 en van de onvoorziene uitgaven structureel € 11.985.

Ad 2 Onbenutte belastingcapaciteit

De onbenutte belastingcapaciteit is de verhouding tussen de opbrengst onroerendezaakbelastingen (OZB) versus het normtarief OZB-artikel 12 van de Financiële verhoudingswet (Fvw). Wanneer de algemene middelen van de gemeente aanmerkelijk en structureel tekort zullen schieten om in noodzakelijke behoeften te voorzien, kan een aanvullende uitkering worden aangevraagd. De Financiële-verhoudingswet (Fvw) bepaalt dat de eigen inkomsten van een gemeente een bepaald redelijk peil moeten hebben, wil zij in aanmerking komen voor een aanvullende uitkering op basis van artikel 12 Fvw. Daarbij gaat het om de eigen inkomsten uit:

1. de onroerendezaakbelastingen (OZB);

2. de rioolheffingen;

3. de afvalstoffenheffingen en reinigingsrechten

Voor 2021 is het percentage van de WOZ-waarde voor toelating tot artikel 12 vastgesteld op 0,1809.

Onroerende zaakbelastingen    
     
Tarief artikel 12 Fvw 0,1809%  
    2.445.768
   WOZ-waarde  1-1-2020  
Woonruimten                                        360.000.000  
Niet-woonruimten, eigenaar                                          517.000.000
Opbrengsten
Niet-woonruimten, gebruiker                                          475.000.000 Jaarrek. 2021
TOTAAL                                1.352.000.000
5.872.189
     
  Onbenut (uitgaande van netto-opbrengst) 3.426.421

 

Ad 3 Het vrije deel van de algemene reserve, de vrije reserve en de bestemmingsreserve

Algemene reserve

De doelstelling van de algemene reserve is het tijdelijk opvangen van negatieve exploitatieresultaten en van onvoorziene ontwikkelingen waarvoor geen voorziening is getroffen. In het jaar 2021 is de algemene reserve gebruikt voor dekking van incidentele lasten. Het vrij besteedbare gedeelte van de Algemene reserve bedraagt +/- € 750.000,-- los van het eventuele jaarrekeningresultaat.

Ad 4 De bestemmingsreserves

Bestemmingsreserves kunnen worden verdeeld in geblokkeerde of beklemde reserves en overige bestemmingsreserves. Onder geblokkeerde of beklemde reserves verstaan we reserves waarover niet (geheel of gedeeltelijk) vrij kan worden beschikt, omdat deze reserves worden gebruikt om structurele dekkingsmiddelen voor de gemeente begroting te genereren. Deze geblokkeerde of beklemde reserves maken geen onderdeel uit van de weerstandscapaciteit.

De overige bestemmingsreserves zijn gevormd voor een bepaald doel. De raad heeft de bevoegdheid de bestemming te wijzigen en deze in te zetten voor het opvangen van tegenvallers. De stand van de bestemmingsreserves op 31 december 2021 was € 42,6 miljoen. Een belangrijk deel van de bestemmingsreserves is geblokkeerd vanwege de structurele inzet van de renteopbrengst als dekkingsmiddel. In onderstaand overzicht is aangegeven welke overige bestemmingsreserves niet geblokkeerd of beklemd zijn.

tabel overige bestemmingsreserves (niet geblokkeerd of beklemd)
Soort reserve bedrag
Egalisatiereserve bouwleges 573.750
Reserve restauratie gem monumenten 616.210
Reserve bodemverontreiniging 1.044.880
Reserve IRTV
173.592
Reserve bosexploitatie 142.612
Reserve grondexploitatie 7.251.111
Reserve wachtgeldverplichtingen 897.860
Reserve stimulering goedkope woningbouw 109.417
Reserve BWS gelden 6.995
  10.816.427
   

Ad 5 Stille reserves

Bij stille reserves moet worden gedacht aan bezittingen die beneden de marktwaarde in de boeken staan en die zonder bezwaar direct te verkopen zijn. De gemeente heeft echter nauwelijks nog bezittingen anders dan panden en gronden die nodig zijn voor de grondexploitatie in haar bezit. De gemeente is aandeelhouder van NV Bank Nederlandse Gemeente (BNG), NV Alliander en waterleidingmaatschappij Vitens. Aangenomen kan worden dat de aandelen bij een eventuele verkoop meer opbrengen dan de boekwaarde. Er is hier dus sprake van een stille reserve. Deze ruimte kan echter niet direct benut worden onder het huidige beleid en de huidige taakuitvoering, omdat de inkomsten uit deze aandelen structureel geraamd zijn in de begroting.

Weerstandscapaciteit 2021

Terug naar navigatie - Weerstandscapaciteit 2021

In onderstaande tabel wordt de weerstandscapaciteit voor de jaarrekening 2020 weergegeven:

tabel weerstandscapaciteit

onderdeel weerstandscapaciteit

bedrag

 

 

Structurele weerstandscapaciteit

 

1. Onvoorzien structureel

11.985

2. Onbenutte belastingcapaciteit

3.426.421

 

 

Structurele weerstandscapaciteit

3.438.406

 

 

Incidentele weerstandscapaciteit

 

3. Vrije deel algemene reserve

756.210

3. Vrije deel bestemmingsreserves

10.816.427

4. Stille reserves

0

5. Onvoorzien incidenteel

53.925

 

 

Incidentele weerstandscapaciteit

11.626.562

 

 

Totale weerstandscapaciteit

15.064.968

 

 

Risico’s

Tegenover de hierboven geïnventariseerde weerstandscapaciteit staan de risico’s die de gemeente loopt. Deze risico’s zijn van uiteenlopende aard en hangen samen met onder andere de schaalgrootte en gemeente specifieke factoren. Het managen van deze risico’s wordt risicomanagement genoemd.

Risicomanagement in relatie tot het weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Risicomanagement in relatie tot het weerstandsvermogen

Bij risicomanagement gaat het om het uitvoeren van een systematisch en periodiek terugkerend proces van identificeren, beoordelen en kwantificeren van risico’s, het bepalen en uitvoeren van activiteiten en maatregelen die de kans van optreden en/of de gevolgen van risico’s, beheersbaar houdend en het evalueren en rapporteren over de verschillende stappen in het proces.

Doelstellingen

De volgende doelstellingen streeft gemeente Nunspeet na met risicomanagement:

  1. Reduceren van de gevolgen van risico’s
  2. Voldoen aan wet- en regelgeving
  3. Actualisering van het weerstandsvermogen
  4. Verhogen van risicobewustzijn
  5. Beoordelen en optimaliseren van het weerstandsvermogen

Indeling risico’s

Gemeente Nunspeet hanteert voor de identificatie van de risico’s de volgende indeling:

  1. Juridische risico’s;
  2. Financiële risico’s;
  3. Personele / organisatorische risico’s
  4. Grondexploitatie en strategische aankopen risico’s
  5. Milieurisico’s
  6. Verbonden partijen
  7. Risico’s sociaal domein
  8. Reguliere risico’s

Analyse en beoordelen van de risico’s

Terug naar navigatie - Analyse en beoordelen van de risico’s

Om risico’s te kunnen beoordelen worden de kans en het (financiële) gevolg van elk risico bepaald. Daarvoor wordt gebruik gemaakt van zogenaamde referentiebeelden. Als wordt geschat dat een risico zich bijvoorbeeld eenmaal in de tien jaar zal voordoen is de kans op optreden 10%. Als een risico zich eenmaal per jaar kan voordoen is de kans 90%. Bij 100% is het geen risico meer.

Daarna wordt per risico het financiële gevolg ingeschat in het geval het risico zich daadwerkelijk zou voordoen.

Hierna treft u twee tabellen met de indeling van de kansen en financiële gevolgen aan. Voor de beoordeling van de kans dat een risico daadwerkelijk optreedt hanteren we vijf klassen met de volgende referentiebeelden:

 

Klasse

Aantal keren dat risico, zich naar verwachting voordoet

Kans

1

< 1 x per 10 jaar

10%

2

1 x per 5 – 10 jaar

30%

3

1 x per 2 – 5 jaar

50%

4

1 x per 1 – 2 jaar

70%

5

1 x per jaar of <

90%

Voor het bepalen van de financiële gevolgen wordt gebruik van de volgende indeling:

Klasse

Bandbreedte

Financieel gevolg

0

Geen gevolgen

Geen

1

€ 0 < € 5.000

Zeer laag

2

€ 5.000 < € 25.000

Laag

3

€ 25.000 < € 75.000

Midden

4

€ 75.000 < € 250.000

Hoog

5

>€ 250.000

Zeer hoog

Het reële financiële gevolg wordt dus bepaald door de ‘Kans’ en het ‘Financiële gevolg’ met elkaar te vermenigvuldigen. De risico’s met het grootste financiële gevolg krijgen de hoogste prioriteit bij het beheersen van de risico’s.

a. Juridische risico’s

Terug naar navigatie - a. Juridische risico’s

Dwangsommen

Op 1 oktober 2009 is de Wet dwangsom en beroep bij niet-tijdig beslissen in werking getreden. Als gevolg hiervan kunnen burgers de gemeente in gebreke stellen en verbeurt de gemeente, na ontvangst van de ingebrekestelling, een dwangsom als niet tijdig op een aanvraag is beslist. In een procedure zijn werkafspraken gemaakt om beslistermijnen te bewaken. In 2021 zijn er geen dwangsommen uitgekeerd dan wel dwangsommen welke nog uitgekeerd moeten worden.

Proceskosten

Voor bezwarenprocedures en (hoger) beroepsprocedures waarin de gemeente in het ongelijk wordt gesteld, wordt de gemeente veroordeeld in de proceskosten. De hoogte van de proceskostenvergoeding is gerelateerd aan het aantal proceshandelingen dat in de betreffende procedure is verricht. De afgelopen jaren is het aantal verzoeken dat wordt ingediend op grond van de Wet openbaarheid van bestuur toegenomen. Er is een duidelijke aanwijzing dat soms verzoeken worden ingediend met het proceskostenvergoeding oogmerk om vervolgens in bezwaar en beroep te gaan tegen de beslissing en zo de vergoeding op te strijken. Afgaande op de verzoeken die het afgelopen jaren zijn ingediend, leidt dit in enkele gevallen tot een verplichting om proceskosten te vergoeden. Per einde boekjaar zijn er geen lopende zaken waar de gemeente proceskosten zou moeten vergoeden.

Inkoop en aanbesteding

Door de invoering van de Aanbestedingswet 2012 is het risico van een juridische procedure toegenomen. Bij de keuze van een inkoopprocedure wordt uitgegaan van indicatieve bedragen. Dit geeft ruimte voor verschillen van inzicht en is daardoor een risico. Daarnaast is de economische situatie dusdanig, dat partijen eerder bereid zijn gunning via de rechter af te dwingen. Per einde boekjaar zijn er geen lopende zaken waar de gemeente en partijen verschillen van inzicht wat kan leiden tot een juridische procedure.

Claims van derden

Bij het opstellen van de jaarrekening 2017 t/m 2021 is een inventarisatie gehouden van de op dat moment bekende verzoeken of te verwachte verzoeken voor planschade en de diverse juridische procedures (afkoopbedrag; schadeclaims). Hiervoor is de voorziening Planschades en Juridische procedures gevormd. De risico’s voor planschade zijn zo veel mogelijk bij de initiatiefnemer ondergebracht. (Plan)schades die onvermijdelijk ten laste van de gemeente komen, worden ten laste van het rekening resultaat gebracht. Ook de kosten van het opstellen van een schadeanalyse komen ten laste van de gemeente. Omdat steeds meer juridisch adviesbureaus zich gaan specialiseren in planschaden, is het risico van schade-analysekosten steeds groter. In de begroting wordt hiermee geen rekening gehouden. In de voorziening is wel rekening gehouden met schade-analysekosten waarvan de melding bekend is. Ultimo 2021 zijn er geen claims dan wel planschadeverzoeken welke nog niet behandeld zijn.

tabel juridische risico's

S=Structureel I=Incidenteel

 

Risico

S of I

Kans van optreden

Financieel gevolg

Reëel financieel gevolg

Dwangsom

I

0%

7.500

0

Proceskosten

I

0%

7.000

0

Inkoop en aanbesteding

I

0%

1.000.000

0

Claims van derden

I

0%

20.000

0

Totaal juridische risico's

   

 

0

 

 

 

 

 

 

b. Financiële risico’s

Terug naar navigatie - b. Financiële risico’s

Financiële risico’s

Rente

Eind 2013 is de Wet verplicht schatkistbankieren van kracht geworden. Dit houdt in dat decentrale overheden verplicht hun liquide middelen aanhouden bij de Nederlandse schatkist. Tijdelijke overschotten aan liquide middelen kunnen niet uit oogpunt van een optimaal liquiditeitsbeheer in deposito uitgezet of tegen een gunstige rente op een spaarrekening bij een commerciële bank gezet worden. Dit kan in situaties met hogere rentetarieven een negatief effect op de rendementsverwachting hebben. Wel biedt de staat de mogelijkheid om overtollige gelden voor langere periodes in depot weg te zetten. Echter de rentevergoeding is aanzienlijk lager dan die bij commerciële banken. Gezien de gemiddelde rentelast van het per 31 december 2021 met vreemd vermogen gefinancierde deel kan worden geconcludeerd dat de geraamde financieringsstructuur en in relatie hiermee ook het weerstandsvermogen van onze gemeente op 31 december 2021 als voldoende kan worden beoordeeld.

Omslagrente

De berekening van de renterisiconorm is opgenomen in de paragraaf financiering. Uit dit overzicht blijkt dat de gemeente vrijwel geen renterisico loopt. Wanneer de omslagrente lager is dan de marktrente ontstaat er een risico. Dit is een gevolg van het feit dat hieruit een financieel nadeel voortvloeit voor de begroting. Als het rentepercentage van aan te trekken leningen lager is dan de geraamde omslagrente van 1,5% blijft het renterisico acceptabel. In het afgelopen jaar heeft de ECB (Europees centrale bank) een ruim monetair beleid gevoerd. De verwachting dat de kapitaalmarktrente (lange rente), gezien de verwachte economische ontwikkelingen (zoals economische groei, inflatie) in het komende jaar iets gaat stijgen, is niet uitgekomen. De rentes zijn neerwaarts bijgesteld. Op grond van deze conclusies is er op dit moment geen renterisico en is het risico daarom ook op nihil gesteld.

Gemeentefondsuitkeringen

In de Programmabegroting 2021-2024 is de raming van de uitkeringen uit het Gemeentefonds gebaseerd op de mei-circulaire 2020. In de latere circulaires 2021 zijn door het ministerie voor diverse maatstaven actuele (soms al definitieve) aantallen opgenomen. Dit heeft voor 2021 geresulteerd in een hogere Algemene Uitkering. De onderdelen vanuit de Algemene Uitkering m.b.t. het sociaal domein zijn op begrotingsbasis budgettair neutraal verwerkt. Aanvullend is er een onttrekking gedaan uit de reserve sociaal domein. Eventuele voordelige / nadelige resultaten zijn verwerkt in de jaarrekening.

Verstrekte garanties

In totaal zijn voor € 121.255.000,-- aan gemeentegaranties aan instellingen verstrekt (peildatum 31 december 2021). Het grootste deel hiervan zijn garanties voor geldleningen waar de gemeente samen met het Rijk een achtervangpositie inneemt. Deze garanties zijn in eerste instantie gegarandeerd door het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW).

Aan particulieren is voor € 5.399.081,-- (peildatum 31 december 2021) aan gemeentegaranties verstrekt Deze leningen zijn in eerste instantie gegarandeerd door de Nationale Hypotheek Garantie (NHG / onderdeel startersleningen). De gemeente heeft voor deze leningen een achtervangpositie. Gezien de kredietwaardigheid van de geldnemers van zowel instellingen als particulieren is het aan de garanties verbonden risico zeer gering. Daarnaast zijn het leningen welke afgesloten kunnen worden t.a.v. duurzaamheid.

Precariobelasting

Met ingang van 2016 wordt er precariobelasting geheven op kabels en leidingen. De aanslagen worden gebaseerd op basis van opgave van de eigenaren van de kabels en leidingen en gecontroleerd door een externe partij. De ingediende bezwaren tegen de opgelegde aanslagen zijn in behandeling. De verwachting is dat deze, op basis van jurisprudentie, geen stand zullen houden. Veiligheidshalve wordt de precariobelasting niet verantwoord in de exploitatie maar voorlopige gestort in een reserve. Het risico is dan ook gesteld op nihil.

Prijsstijgingen grondstoffen
Als gevolg van enkele mondiale oorzaken zijn de bouwkosten in Nederland binnen een kort tijdsbestek extreem gestegen en momenteel nog aan het stijgen. Prijsstijgingen van enkele tientallen procenten binnen een tijdsbestek van één of enkele weken zijn geen uitzondering meer. Omstandigheden díe daartoe bijdragen zijn onder meer de (nasleep van de) Coronacrisis, de stijgende energieprijzen en vooral de schaarste en prijsstijgingen door de oorlog in Oekraïne en bijbehorende sancties tegen Rusland. Onduidelijk is of en hoe lang de prijsstijgingen aanhouden. Dit brengt risico's en onzekerheid met zich mee voor zowel bestaande overeenkomsten als ook voor nieuw te sluiten overeenkomsten. Op balansdatum is rekening gehouden met de op dat moment bekende prijsstijgingen van 1%, de forse stijging van begin 2022  is echter een gebeurtenis na balansdatum die niets zegt over de situatie op balansdatum maar wel iets zegt over de situatie na balansdatum en voordat de jaarstukken worden vastgesteld.

De forse stijging van de prijzen in het begin van 2022 heeft geen financiële gevolgen voor de jaarrekening 2021, maar mogelijk wel voor de jaarrekening 2022 en onze begroting 2023 en mogelijk voor de jaren daarna. De effecten van de prijsstijgingen zijn op dit moment onzeker, waarbij ook de financiële impact nu onmogelijk te bepalen is. We monitoren onze risico’s voortdurend. Met betrekking tot de balansposities aangaande de grondexploitaties zijn deze met de kennis per 31 december 2021 beoordeeld op een toereikende waardering. De toename en ontwikkeling van de prijsstijgingen in 2022 kan mogelijk leiden tot onzekerheden aangaande de terugverdiencapaciteit van de grondexploitaties in 2022 en de jaren daarna. Zoals geschetst in de paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing zijn de mogelijke financiële effecten van de prijsstijgingen nog niet meegenomen in de actualisatie van de risico’s in de jaarrekening 2021. Bij de begroting 2023 verwachten wij een actualisatie van de risico’s inclusief de gevolgen van de prijsstijgingen te kunnen geven. Verder informeren wij de raad tussentijds over de risico’s en beheersmaatregelen ten gevolge van deze prijsstijgingen.

tabel financiële risico's

S=Structureel I=Incidenteel

 

Risico

 

Kans van optreden

Financieel gevolg

Reëel financieel gevolg

Rente

S

0%

0

0

Omslagrente

S

0%

0

0

Gemeentefondsuitkering

S

0%

0

0

Verstrekte garanties

S

0%

0

0

Precariobelasting

S

0%

0

0

Totaal financiële risico's

   

 

0

 

 

 

 

 

 

c. Personele / organisatorische risico’s

Terug naar navigatie - c. Personele / organisatorische risico’s

Personele / organisatorische risico’s

Op moment van opstellen van de jaarrekening is er geen verwachting op risico's / claims ten aanzien van personeel. Daarom wordt er financieel ook geen rekening gehouden met eventuele financiële gevolgen.

tabel personele/organisatorische risico's

S=Structureel I=Incidenteel

 

Risico

 

Kans van optreden

Financieel gevolg

Reëel financieel gevolg

Personele / organisatorische risico's

I

0%

0

0

Totaal personele/organisatorische risico's

   

 

0

 

 

 

 

 

 

d. Grondexploitatie en strategische aankopen risico’s

Terug naar navigatie - d. Grondexploitatie en strategische aankopen risico’s

Grondexploitatie en strategische aankopen risico’s

Grondexploitatie
Voor de grondexploitaties zijn berekeningen opgesteld van de nog te verwachten kosten en opbrengsten, resulterend in een bijstelling van de verwachte winst c.q. verlies. Deze bijstelling vindt plaats aan de hand van de laatste inzichten (waaronder contractuele verplichtingen en geformuleerde beleidsuitgangspunten) op het gebied van de ontwikkeling van de markt aan de kosten- en opbrengstenkant. Als dit resulteert in een neerwaartse bijstelling van de resultaten, wordt onderzocht op welke wijze dit kan worden gecompenseerd.

Daarnaast wordt binnen de reserve grondexploitatie een bodembedrag (financiële buffer) aangehouden dat varieert met de omvang van de risico’s die worden gelopen. Naarmate grondexploitaties vorderen, dalen vaak de onzekerheden (immers een steeds groter deel is gerealiseerd) en daalt ook  het bodembedrag. Jaarlijks vindt op grond van artikel 12, lid 1 van de Financiële verordening van de gemeente Nunspeet en artikel 212 van de Gemeentewet de bijstelling plaats na het vaststellen van de jaarrekening.

Toelichting per grondexploitatie

Molenbeek
Ten opzichte van de vorige begroting kan geconstateerd worden dat het risico in dit project is afgenomen. Fase 1 is afgerond, met uitzondering van de supermarkt en de bijbehorende sociale huurwoningen die vorig jaar aan het plan zijn toegevoegd. De opbrengsten verkoop gronden hiervoor zijn al wel in 2021 ontvangen. Voor de tweede fase zijn alle kavels uitgegeven en deze fase zal naar verwachting in 2022 ook bouwrijp worden afgerond. Fase 3 is bouwrijp. De uitgifte van de gronden voor huurwoningen heeft in 2021 plaatsgevonden. Het uitgeven van de kavels en de woonrijp werkzaamheden zullen plaatsvinden in 2022 t/m 2024. Vanuit het uitwerkingsplan van de derde fase is er ook een beter beeld van de geraamde kosten voor deze fase. Voorgaande heeft geleid tot een betere inschatting van de resterende uitgaven. De opbrengsten zijn toegenomen door het opnemen van de nieuwe grondprijzen in de grondexploitatie. Al rekening houdend met een tussentijdse winstneming(2020 en 2021) van 4,5 miljoen euro laat de exploitatieberekening een positief saldo van 1,96 miljoen euro zien.

Weversweg
De gronden van het oorspronkelijke plan zijn verkocht. In 2019 is extra grond aangekocht voor de ontwikkeling van vier kavels en dit is verwerkt in de MPG van 2020. De werkzaamheden voor het oorspronkelijke deel zijn in 2021 afgerond, met uitzondering van wat laatste groen werkzaamheden. Voor het extra aangekochte stuk grond zal het bouwrijp maken plaatsvinden in 2022 en 2023 en het woonrijp maken in 2023 en 2024. De grondopbrengsten voor de kapwoningen staan gepland in 2023. Rekening houdend met nog een resterende raming voor het laatste deel woonrijpmaken van het oorspronkelijke plan en de raming van uitgaven en opbrengsten van de laatste vier kavels laat de exploitatieberekening een negatief saldo van € 78.000 (vorig jaar € 87.000) zien. Dit bedrag is gereserveerd in de voorziening grondexploitaties.

De Kolk
De uitgifte van de laatste kavels van het oorspronkelijk plan staat gepland in begin 2022. Daarna kan ook het laatste deel woonrijp worden gemaakt. De raad heeft op 18 februari 2021 besloten 5 hectare onbebouwde grond ‘terug’ te kopen binnen het plangebied rondom de GPS-locatie. Dit deel is budgettaire neutraal (kosten worden gedekt door opbrengsten uitgifte) opgenomen in de grondexploitatie. De aankoop van de gronden heeft plaatsgevonden in 2021. De uitgifte van de gronden gaat pas plaatsvinden in 2022/2023. Dit houdt in dat de boekwaarde per 31 december 2021 aanzienlijk negatiever is en dus een hogere ‘reëel financieel gevolg’ geeft bij de financiële risicoberekening van het weerstandsvermogen. Doordat de uitgifte van de gronden nog moet plaatsvinden heeft er een correctie plaatsgevonden van 1,3 miljoen euro op de winstneming van voorgaande jaren. Al rekening houdend met een (gecorrigeerde)winstneming van 3,4 miljoen euro, laat de exploitatieberekening nu een positief saldo van 1,36 miljoen euro zien.

Elspeet Noord West
De laatste kavels zijn in 2020 verkocht. Ten aanzien van de laatste onderdelen van het woonrijp maken is een ‘nog te betalen en nog te ontvangen bedrag’ opgenomen en is in de MPG 2022 voorgesteld deze grondexploitatie af te sluiten en de (eind)winstneming toe te voegen aan de reserve grondexploitatie.  

Bedrijventerrein Elspeet
Bij de MPG 2021 is de grondexploitatie vastgesteld met een resultaat van € 124.000 negatief. Dit bedrag was gereserveerd in de voorziening grondexploitaties. In juni 2021 er een nieuw deel aan de grondexploitatie toegevoegd en is het bestemmingsplan vastgesteld door de raad. Dit heeft een effect aan de kostenkant, maar een groter effect aan de opbrengstenkant. De actuele exploitatieberekening is nu € 206.000 positief. Er is hierdoor geen reservering voor deze exploitatie meer nodig in de voorziening grondexploitaties.

Kijktuinen
De vorig jaar vastgestelde exploitatieberekening bij de MPG 2021 liet een positiefsaldo zien van € 8.000. De raad heeft in december 2021 een hernieuwd bestemmingsplan, met een gewijzigde woningenprogramma vastgesteld. Als gevolg van de aanpassing en het doorvoeren van de nieuwe grondenprijzen is de exploitatieberekening nu 0,47 miljoen euro. 

Elspeterbosweg 9 Vierhouten
De vorig jaar vastgestelde exploitatieberekening bij de MPG 2021 liet een negatief saldo zien van € 101.000. De nieuwe exploitatieberekening is negatiever door het opvoeren van de geschatte kosten voor de onvoorziene bodemsanering, onvoorziene kosten voor asbestinventarisatie, een overschrijding van de plankosten en minder m2 uitgeefbaar dan eerder voorzien. De actuele exploitatieberekening is € 253.000 negatief. Dit bedrag is gereserveerd in de voorziening grondexploitaties.

Het financiële gevolg en de kans van optreden van de risico’s in de grondexploitatie zijn in onderstaande tabel weergegeven. Het financiële gevolg is gebaseerd op het worst case scenario. Dit zijn de boekwaardes (per 31 december 2021) van grondexploitaties. Om geen vertekend beeld te krijgen, is de boekwaarde verhoogd met de raming van het woonrijp maken voor de exploitaties waarbij de boekwaarde positief is. Ten opzichte van de begroting zijn de risico’s gestegen. Dit wordt voornamelijk veroorzaakt door de hogere negatieve boekwaarde van de grondexploitatie De Kolk als gevolg van de aankoop gronden nabij GPS.





Tabel Grondexploitatie en strategische risico's

S=Structureel I=Incidenteel

 

Risico

 

Kans van optreden

Financieel gevolg

Reëel financieel gevolg

Molenbeek

I

10%

2.251.000

225.100

Weversweg

I

10%

415.000

41.500

De Kolk

I

10%

5.777.000

577.700

Elspeet Noord West I 10% 0 0

Bedrijventerrein Elspeet

I

30%

2.349.000

704.700

Kijktuinen

I

30%

1.080.000

324.000

Elspeterbosweg 9 Vierhouten

I

30%

388.000

116.400

 

 

 

 

1.989.400

Voorziening risico's grondexploitatie

I

 

 

-449.000

Totaal grondexploitatie en strategische risico's

   

 

1.543.400

 

e. Milieurisico’s

Terug naar navigatie - e. Milieurisico’s

Het algemeen beleid op dit punt is dat de kosten van een eventuele sanering worden verhaald op de veroorzaker. Is dit niet meer mogelijk, dan wordt bij een mobiele verontreiniging (een zich verplaatsende verontreiniging) gesaneerd en bij een immobiele verontreiniging nagegaan of er gevaren zijn voor de volksgezondheid. Is dit het geval, dan volgt sanering (zo mogelijk binnen de begrote budgetten). Is dit niet het geval, dan wordt nagegaan of op een nader geschikt moment sanering mogelijk is op een manier die effectief en doelmatig is (ook in relatie tot de hiermee gepaard gaande financiële middelen). Voor de bekende bodemverontreinigingen is de reserve bodemverontreiniging gevormd.

In 2018 is de raad voorgesteld een budget beschikbaar te stellen uit deze reserve om te inventariseren welke bodemverontreinigingen er zijn en welke omvang deze hebben. Vervolgens kan berekend worden of de omvang van de reserve voldoende is of gedeeltelijk kan vervallen. Omdat er nog geen duidelijkheid is (2020) over enkele grotere bodemsaneringslocaties zoals bijvoorbeeld de herinrichting van stortplaats De Wiltsangh, wordt de reserve nog in stand gehouden. Inzake de locatie Berkenhorst is bekend geworden dat er bekalking plaatsvind waardoor het milieurisico naar een aanvaardbaar niveau is teruggebracht voor het huidige gebruik. Begin 2022 heeft de gemeenteraad ingestemd met een krediet t.a.v. de sanering van de verontreiniging in overleg met de provincie. Naar verwachting kan de veroorzaker de gemaakte kosten vergoeden. Wel bestaat er de mogelijkheid dat bij faillissement van bedrijven met een bodemverontreiniging de saneringskosten alsnog deels of geheel voor rekening van de gemeente komen. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat bij schuren met asbestdaken zonder dakgoot, in sommige gevallen sprake is van bodemverontreiniging. Onderzoeks- en saneringskosten hiervan komen voor rekening van de eigenaar. Daar waar de gemeente eigenaar is of wordt, kan de gemeente hier op worden aangesproken. Bij aankoop zal hier rekening mee gehouden worden. Het is niet direct in te schatten of en welke kosten hieruit voortvloeien.

Voor niet bekende bodemverontreinigingen zijn de financiële gevolgen lastig in te schatten. Deze zijn afhankelijk van de aard en omvang van de verontreiniging en het tijdstip van het ontstaan van de verontreiniging. Een verontreiniging van na 1987 is een nieuw geval en moet volledig opgeruimd worden en een verontreiniging van voor 1987 is een oud geval en mag functioneel gesaneerd worden. Daarnaast is het afhankelijk van de mogelijkheid om de kosten te verhalen op de veroorzaker. Om toch een inschatting te maken van de kosten wordt een bedrag van € 150.000 aangehouden met een risico van voorkomen van 10%. In dit bedrag is rekening gehouden met een afgenomen risico. De reserve bodemsanering maakt onderdeel uit van het weerstandsvermogen.

tabel milieu en bodemverontreiniging risico's

S=Structureel I=Incidenteel

 

Risico

 

Kans van optreden

Financieel gevolg

Reëel financieel gevolg

Milieu en bodemverontreiniging

I

10%

150.000

15.000

Totaal milieu en bodemverontreiniging risico's

 

 

15.000

 

 

 

 

 

 

f. Verbonden partijen

Terug naar navigatie - f. Verbonden partijen

De gemeente is financieel mede aansprakelijk voor een aantal samenwerkingsverbanden (paragraaf Verbonden partijen).

Directe deelnemingen in vennootschappen:

  • Bank Nederlandse Gemeenten NV;
  • NV Alliander;
  • Vitens NV
  • NV Afvalsturing Friesland;
  • NV Inclusief Groep.

Overige deelnemingen:

  • Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe;
  • Omgevingsdienst Noord-Veluwe;
  • Leasurelands;
  • Coöperatie Gastvrije randmeren:
  • Stichting Muziekschool Noordwest-Veluwe;
  • Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland;
  • Stichting Primair Openbaar Onderwijs Noord-Veluwe;
  • Gemeentelijke of gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) Gelre-IJssel.

Per verbonden partij is een risicoanalyse gemaakt. Via deze risicoanalyse wordt gekeken naar de mate van risico dat de gemeente bij de verbonden partijen loopt. Bij sommige verbonden partijen is een beoordeling op cijfers lastig. Bij deze verbonden partijen is gekeken naar de bijdrage die de gemeente levert en het financiële nadeel dat de gemeente loopt bij een eventueel faillissement. Hierbij is een inschatting gemaakt van de kans dat een faillissement zich voordoet.

Van de directe deelnemingen in vennootschappen is de nominale waarde van het belang van onze gemeente in de vennootschap als risico opgenomen, verhoogd met de ontvangen dividenden. Van de overige deelnemingen in vennootschappen is als financieel gevolg opgenomen de jaarbijdrage.

De kans van optreden wordt geclassificeerd met risico laag, gemiddeld of hoog. Per verbonden partij is het risico (kans van optreden) op grond daarvan, uitgedrukt in een percentage. De toelichting op de belangen voor onze gemeente vindt u terug in de paragraaf verbonden partijen. In onderstaande tabel zijn de risico’s per verbonden partij uitgedrukt in geld. Bij een kans van optreden die als “laag” is gekwalificeerd, is rekening gehouden met een percentage van 10%. Bij een ‘hoge’ kwalificatie is een percentage van 30%, 50% of 70% aangehouden, afhankelijk van de inschatting van de kans van optreden. Er is één deelneming (de Inclusief Groep) waarbij het risico voor de gemeente Nunspeet als “hoog” wordt ingeschat. Dit houdt verband met de teruglopende subsidie-inkomsten die op korte termijn niet worden gecompenseerd door een hoger operationeel resultaat.

tabel risico's verbonden partijen

S=Structureel I=Incidenteel

 

Risico

 

Kans van optreden

Financieel gevolg

Reëel financieel gevolg

NV Bank Nederlandse Gemeenten

I

10%

324.000

32.400

NV Alliander

I

10%

276.000

27.600

NV Vitens

I

10%

4.000

400

NV Afvalsturing Friesland

I

10%

28.000

2.800

Inclusief Groep

I

50%

417.000

208.500

Streekarchivaat Noordwest Veluwe

I

10%

182.000

18.200

Omgevingsdienst Noord Veluwe

I

10%

563.000

56.300

Leisurelands (recreatiegemeenschap Veluwe)

I

10%

0

0

Coöperatie Gastvrije randmeren

I

10%

17.000

1.700

Veiligheidsregio Noord Oost Gelderland

I

10%

1.488.000

148.800

Stichting Primair Openbaar Onderwijs Noord Veluwe

I

10%

0

0

GGD Gelre-IJssel

I

10%

454.000

45.400

Sportbedrijf Nunspeet

I

30%

4.145

1.244

Totaal  risico's verbonden partijen

   

 

376.544

 

g. Risico’s sociaal domein

Terug naar navigatie - g. Risico’s sociaal domein

Op 1 januari 2015 zijn drie nieuwe wetten in werking getreden binnen het sociaal domein, namelijk de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO), de Participatiewet en de Jeugdwet. Met ingang van 2019 is de financiering niet meer gebaseerd op een integreerbaar deel maar is deze opgenomen in de Algemene Uitkering, net als alle andere gemeentelijk taken. Tevens bestaat er nog een Reserve Sociaal Domein.

WWB / Participatiewet (Buig)
In de begroting word uitgegaan van een budgettaire raming voor de uitkeringen en de te ontvangen rijksbijdrage, de zogenaamde BUIG gelden. Als blijkt dat de uitgaven op de uitkeringen hoger zijn dan de rijksbijdrage, kan onder voorwaarden een aanvullende uitkering bij het Rijk worden aangevraagd. Hierbij geldt dat de eerste 7,5% van de rijksbijdrage voor rekening van de gemeente komt. Voor het tekort op de uitkeringen tussen 7,5% en 12,5% van de voor dat jaar toegekende rijksbijdrage, geldt dat van dit bedrag 50% op basis van deze regeling kan worden aangevraagd en vergoed. Om in aanmerking te komen voor een aanvullende uitkering moet sprake zijn van een goedkeurende accountantsverklaring en een door de gemeenteraad vastgesteld verbeterplan. Een tekort moet ten laste gebracht worden van de lopende exploitatie. Via de tussenrapportages worden eventuele afwijkingen aangegeven.

TOZO (tijdelijke ondersteuning zelfstandigen)
De in het kader van de coronacrisis ingezette TOZO regeling leidt niet tot een risico. Na toetsing van de aanvragen worden de van het rijk ontvangen middelen uitbetaald aan de belanghebbende. Achteraf vindt een afrekening plaats die verrekend mag worden met de rijksbijdrage.

Jeugdwet
Met het inwerkingtreden van de Jeugdwet in 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor alle vormen van jeugdhulp. Het Centrum voor Jeugd en Gezin vormt de toegang voor de niet vrij-toegankelijke jeugdhulp. Naast het Centrum voor Jeugd en Gezin kunnen ook huisartsen, praktijkondersteuners, medisch specialisten en de rechter in geval van jeugdbescherming en jeugdreclassering verwijzen naar niet vrij toegankelijke jeugdhulp. Ongeveer 50% van alle verwijzingen loopt via een huisarts en praktijkondersteuner, met name de verwijzingen naar JGGZ. Op deze trajecten heeft de gemeente niet direct invloed. Door het creëren van een hoogwaardige toegang hopen we dat het percentage verwijzingen dat via het CJG loopt te verhogen en het percentage verwijzingen dat via de huisartsen loopt te verlagen en zo het beroep op zwaardere jeugdhulp te laten afnemen.


De uitgaven voor jeugdzorg laten de laatste jaren een aanmerkelijke groei zien. Dit is een landelijke ontwikkeling. Er is sprake van sterke toename van complexiteit en behandeltijd en een toename van het aantal cliënten. Toename is met name te zien bij de ambulante begeleiding (regulier en specialistisch) en bij de GGZ hulp specialistisch. Op dit moment constateren we een regionale ontwikkeling waarbij het budget dat door het rijk beschikbaar wordt gesteld flink zal worden overschreden. Wel zijn er maatregelen ingezet om te komen tot een betere indicatiestelling met een mogelijke andere zorgvorm die leidt tot lagere uitgaven voor de hulpverlening.


Daarnaast hebben we te maken met een bezuinigingstaakstelling sinds het inwerking treden van de Jeugdwet. De transformatieslag die hiervoor gemaakt moet worden neemt meerdere jaren in beslag. Beoogde effecten (afname van problematiek en van jeugdhulpkosten) zullen daarom pas na een aantal jaren zichtbaar worden.

tabel  risico's sociaal domein

S=Structureel I=Incidenteel

 

Risico

 

Kans van optreden

Financieel gevolg

Reëel financieel gevolg

WWB

S

10%

250.000

25.000

Jeugdwet

S

75%

300.000

200.000

Totaal risico's sociaal domein

   

 

225.000

 

 

 

 

 

 

h. Reguliere risico’s

Terug naar navigatie - h. Reguliere risico’s

Btw-compensatiefonds / SPUK

Per 1 januari 2003 is het btw-compensatiefonds ingevoerd. Uit het fonds krijgen gemeenten de betaalde btw op nota’s van derden gecompenseerd, met uitzondering van de btw die wordt betaald over onderwijsuitgaven en de btw die samenhangt met de subsidiëring van derden. Tegenover deze lagere lasten voor de gemeente staat een uitname uit het Gemeentefonds. Dit houdt in dat de invoering van het btw-compensatiefonds voor de gemeenten gezamenlijk geen voordeel heeft. Voor een individuele gemeente kan de invoering van het btw-compensatiefonds echter wel gevolgen hebben. Vanaf 2019 loopt gemeente Nunspeet risico over de voorschotregeling BCF. Hiermee is reeds rekening gehouden in de financiële verkenning en de meerjaren raming. In 2021 heeft de Gemeente Nunspeet een aanvraag ingediend middels de SPUK regeling. Deze regeling is bedoeld om BTW t.a.v. sport te compenseren. Echter is er een totaalbedrag voor alle gemeenten beschikbaar. Het kan dus zijn dat er naar rato uitbetaald wordt en niet de totale aanvraag. Aangezien het ingediende bedrag t.a.v. sport groot is, gezien het project de Wiltsangh, loopt de gemeente hier een risico. Daarom wordt in de risicoparagraaf rekening gehouden met een eventueel lagere uitkering.

Vennootschapsbelasting

Vanaf 2016 moeten de gemeenten vennootschapsbelasting betalen over de winsten die ze met hun ondernemingsactiviteiten maken. Het financiële gevolg daarvan voor onze gemeente is naar verwachting gering. Voor de uitoefening van haar publieke taak levert de vennootschapsbelasting voor de gemeente geen risico op.

Tegenvallende subsidieverwachtingen

Een risico dat gelopen wordt, is dat projecten of activiteiten worden uitgevoerd die (deels) gedekt worden door subsidies vanuit de Provincie. Wanneer achteraf blijkt dat er niet voldaan wordt aan de subsidievoorwaarden, ontstaat het risico van een dekkingstekort. Tot op heden is steeds voldaan aan de subsidievoorwaarden. Voor de bepaling van het weerstandsvermogen wordt daarom het risico op vooralsnog op nihil gesteld.

Gemeentelijke gebouwen

De gemeente heeft verschillende gebouwen in eigendom. Er worden daarbij verschillende risico’s gelopen. De belangrijkste risico’s zijn: asbest, legionellabesmetting, brandveiligheid, veilig werken op daken en wateraccumulatie. De risico’s worden per gebouw geïnventariseerd en in kaart gebracht. Op het gebied van asbest worden de grootste risico’s gelopen. Van de meeste gemeentelijke gebouwen is de asbestsanering uitgevoerd. Van enkele gemeentelijke woningen en kleine objecten moeten de inventarisaties nog plaatsvinden.

tabel reguliere risico's

S=Structureel I=Incidenteel

 

Risico

 

Kans van optreden

Financieel gevolg

Reëel financieel gevolg

Btw compensatiefonds / SPUK

I

10%

363.859

36.386

Vennootschapsbelasting

I

0%

0

0

Tegenvallende subsidieverwachtingen

I

0%

0

0

Gemeentelijke gebouwen

I

0%

0

0

Totaal reguliere risico's

   

 

36.386

 

 

 

 

 

 

Beheersing van risico’s

Terug naar navigatie - Beheersing van risico’s

Voor elk risico moet een keuze gemaakt worden uit de volgende maatregelen:

  • Vermijden: het beleid waar een risico door ontstaat, wordt beëindigd of op een andere manier vormgegeven of er wordt geen beleid gestart dat een risico met zich meebrengt.
  • Verminderen: het risico wordt afgedekt via een verzekering, een voorziening of een ander budget in de begroting zodat de gevolgen van een risico worden beperkt.
  • Overdragen: dit kan door het beleid dat een risico met zich meebrengt, te laten uitvoeren door een andere betrokken partij, die daarbij ook de financiële risico’s overneemt.
  • Accepteren: risico’s kunnen ook bewust genomen worden. Als een risico niet wordt vermeden, verminderd of overgedragen, wordt een risico geaccepteerd en moet de eventuele financiële schade volledig via de weerstandscapaciteit gedekt worden

Financiële vertaling van de risico’s

Terug naar navigatie - Financiële vertaling van de risico’s

Voor vrijwel alle financiële risico’s die zijn te voorzien en kwantificeerbaar zijn, zijn toereikende voorzieningen of bestemmingsreserves gevormd. Van de risico’s die van materiële betekenis en niet goed te kwantificeren zijn, is een financiële vertaling gemaakt zodat deze risico’s meegenomen worden bij het bepalen van het weerstandsvermogen. Van onderstaande risico’s is de kans van optreden uitgedrukt in een percentage. Het reële financiële gevolg wordt berekend door dit percentage te vermenigvuldigen met het financiële gevolg.

Tabel totalen incidentele en structurele risico's  
Risico Reëel financieel gevolg
Structurele risico's:  
Financiële risico's 0
Personele risico's 0
Sociaal domein 250.000
Totaal structureel 250.000
   
Incidentele risico's  
Juridische risico's 0
Financiële risico's 0
Personele risico's 0
Grondexploitaties 1.543.400
Milieu en bodemverontreiniging 15.000
Verbonden partijen 376.544
Reguliere risico's 36.386
Totaal incidenteel 1.971.329
   
Totaal  risico's 2.221.329
   

 

Beoordeling weerstandsvermogen

Terug naar navigatie - Beoordeling weerstandsvermogen

Om te bepalen of het weerstandsvermogen toereikend is, moet de relatie gelegd worden tussen de hierboven genoemde financieel vertaalde risico’s en de eerder genoemde beschikbare weerstandscapaciteit. Dit wordt uitgedrukt in een ratio. De berekeningswijze van de ratio weerstandsvermogen is als volgt:

Ratio weerstandsvermogen:      Beschikbare weerstandscapaciteit / Benodigde weerstandscapaciteit

Om het weerstandsvermogen te kunnen beoordelen wordt gebruikt gemaakt van onderstaande waarderingstabel:

Ratio

Betekenis

> 2,0

Uitstekend

1,4 tot 2,0

Ruim voldoende

1,0 tot 1,4

Voldoende

0,8 tot 1,0

Matig

0,6 tot 0,8

Onvoldoende

< 0,6

Ruim onvoldoende

Kwantificering van de incidentele risico’s in tijd en geld, waarvoor de gemeente geplaatst zou kunnen worden is arbitrair. Geconstateerd kan worden dat het incidentele weerstandsvermogen onvoldoende. Daartegenover is het structurele weerstandsvermogen ruim voldoende. In onderstaande tabel is de structurele en incidentele weerstandscapaciteit versus de structurele en incidentele risico’s, weergegeven.

Ratio weerstandsvermogen 15.064.968 / 2.221.329 = 6,8

Met een uitkomst van het ratio weerstandsvermogen van 6,8 (niet afgerond 6.782) kan worden geconcludeerd worden dat het totale weerstandsvermogen als ruim uitstekend kan worden aangemerkt. De positieve ontwikkeling van deze ratio wordt veroorzaakt door de ruimte binnen de belastingcapaciteit, veroorzaakt door de waardestijging van de opstallen en de afname van het risico op inkoop en aanbesteding.

Tabel totaal incidenteel en structureel weerstandsvermogen      
    weerstands capaciteit Risico's weerstands vermogen
         
Incidenteel   11.629.562 1.971.329 9.655.233
         
Structureel   3.438.406 250.000 3.188.406
         
Totaal   15.064.968 2.221.329 12.843.639

Toekomstige ontwikkelingen

Terug naar navigatie - Toekomstige ontwikkelingen

De prognose van de risico’s voor de komende jaren voor de gemeente Nunspeet is als volgt:

De verwachting is dat de totale weerstandscapaciteit voldoende zal zijn voor de financiële gevolgen van de risico’s.

Grondexploitatie en strategische aankopen

In de komende jaren worden de volgende projecten verder ontwikkeld / afgerond: het bedrijventerrein De Kolk, het plan Molenbeek fase 3, Bedrijvenstrip Elspeet, de Kijktuinen, 't Hul Noord  en de mogelijke ontwikkelingen van strategische aankopen. Daar tegenover staat de gevormde reserve grondexploitatie waarmee in de berekening van het weerstandsvermogen geen rekening is gehouden. Het saldo van deze reserve bedraagt per 31 december 2021 €7,2  miljoen.

Ook zien we dat de decentralisatie in het sociaal domein gepaard is gegaan met een bezuinigingstaakstelling, terwijl organisaties en gemeenten onvoldoende tijd hebben gehad om de daarvoor noodzakelijke transformatieslag te kunnen maken. Beoogde effecten blijven met name bij het onderdeel jeugd uit. Zo wordt nu fors geïnvesteerd in de toegang tot jeugdhulp (Stichting Jeugd Noord-Veluwe), terwijl het beroep op zwaardere hulp nog onvoldoende afneemt. Daar tegenover staan wel extra middelen welke zijn ontvangen via de Algemene Uitkering.

Tabel prognose meerjarige incidentele en structurele risico's        
Risico   financieel gevolg
    2021 2022 2023 2024
Structurele risico's          
Financiële risico's   0 0 0 0
Personele risico's   0 0 0 0
Sociaal domein   250.000 300.000 300.000 300.000
           
Totaal structurele risico's   250.000 300.000 300.000 300.000
           
Incidentele risico's          
Juridische risico's   0 0 0 0
Financiële risico's   0 0 0 0
Personele risico's   0 0 0 0
Grondexploitaties   1.543.400 1.500.000 1.500.000 1.500.000
Milieu en bodemverontreiniging   15.000 15.000 15.000 15.000
Verbonden partijen   376.544 350.000 350.000 350.000
Reguliere risico's   36.386 25.000 25.000 25.000
Totaal incidenteel          
           
Totaal  risico's verbonden partijen   1.971.329 1.890.000 1.890.000 1.890.000
           
Totaal reëel financieel gevolg   2.221.329 2.190.000 2.190.000 2.190.000
           

Financiële kengetallen

Ingevolge artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording (BBV) worden in deze paragraaf kengetallen opgenomen die inzicht geven in de financiële positie van onze gemeente.

De volgende financiële kengetallen worden hieronder weergegeven:

  • Netto schuld quote (bezittingen / schulden)
  • Solvabiliteitsratio (eigen vermogen / vreemd vermogen)
  • Kengetal grondexploitatie (boekwaarde in- / nog niet in exploitatie gebruik genomen gronden / totale baten voor bestemming)
  • Structurele exploitatieruimte (structurele baten – structurele lasten) / totale baten voor bestemming)
  • Belastingcapaciteit: woonlasten meerpersoonshuishouden.
  Verloop van de kengetallen
Kengetallen: jaarrek 2020 begr. 2021 jaarrek. 2021
Netto schuldquote -5.1% 67.8% 11.5%
Netto schuldquote gecorr.voor verstrekte leningen -5.1% 67.8% 11.5%
Solvabiliteitsratiorisico 62.6% 49.3% 65.4%
Structurele exploitatieruimte -1.9% -0.4% 7.4%
Grondexploitatie 6.8% 17.1% 14.5%
Belastingcapaciteit 572,10 586,49 613,80

Toelichting kengetallen

Terug naar navigatie - Toelichting kengetallen

Netto schuldquote

De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast ten opzichte van de eigen middelen. Voor Gemeente Nunspeet ligt dit rond de 11,5%. Een percentage boven de 100% geeft aan dat de schuldenlast hoger is dan de baten, waardoor het voldoen aan de betalingsverplichtingen een probleem kan worden. Het uitblijven van de  stijging t.o.v. de begroting 2021 wordt o.a. veroorzaakt door het uitblijven van de te verwachten geldleningen t.b.v. de grote projecten. Tot op heden konden alle rekeningen worden voldaan met eigen middelen.

Netto schuldquote gecorrigeerd voor verstrekte leningen

Met deze berekening wordt duidelijk wat het aandeel van de verstrekte leningen in de exploitatie is en wat dit betekent voor de schuldenlast. Voor onze gemeente wijkt dit percentage in 2021 niet veel af van de netto schuldquote. Ofwel het aandeel van de verstrekte leningen is klein.

Solvabiliteitsratio

Deze ratio geeft inzicht in de mate waarin onze gemeente in staat is aan haar verplichtingen te voldoen. Wanneer dit percentage onder de 50%, komt is het aandeel van eigen vermogen in het balanstotaal minder dan de helft. Dit kan een signaal zijn dat het moeilijker wordt om aan de verplichtingen te voldoen. Het percentage voor onze gemeente komt uiteindelijk in 2021 uit op 65,4% en is hoger dan de geplande 49,3% Ook dit hoger uitkomende percentage  wordt veroorzaakt door de geplande investeringen t.a.v. de grote projecten welke later zullen worden uitgegeven dan gepland.

Structurele exploitatieruimte

Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte onze gemeente heeft om de eigen lasten te dragen, of welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Het percentage bedraagt voor onze gemeente 7,4%. De conclusie is dat er op dit moment een geringe structurele ruimte is voor extra structurele lasten.

Grondexploitatie

Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zich verhoudt tot de totale baten. Het percentage is iets lager uitgekomen dan begroot. Hoe hoger het percentage, hoe groter het risico. Wanneer dit percentage boven de 100% uit komt, kan er aanleiding zijn om maatregelen te nemen.

Belastingcapaciteit

De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in onze gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijk gemiddelde. De totale woonlasten voor een gemiddeld gezin bij een gemiddelde WOZ waarde in Nunspeet bedraagt voor 2021 € 613,80. Het landelijk gemiddelde bedraagt € 811,-- (2021).

Jaarverslag - Paragraaf Financiering

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

De financieringsparagraaf is samen met het financieringsstatuut (treasurystatuut) een belangrijk instrument voor het transparant maken van het treasurybeheer. De treasuryfunctie houdt in dat de geldstromen van en naar de gemeente zo optimaal mogelijk op elkaar worden afgestemd, met als resultaat dat de rentelasten zo laag mogelijk en/of de rentebaten zo hoog mogelijk zijn.

In het financieringsstatuut van de gemeente Nunspeet, dat op 17 februari 2015 is vastgesteld, zijn de uitgangspunten, de doelstellingen en de beleidsmatige en organisatorische kaders (inclusief toezicht op de uitvoering van treasury) bepaald. De voor de gemeente Nunspeet relevante uitvoeringsregels zijn hierin opgenomen.

De financierings- en beleggingsactiviteiten van de gemeente Nunspeet vinden plaats binnen het formele kader van het financieringsstatuut en de financiële verordening van de gemeente Nunspeet. De uitvoering van het treasurybeleid vindt zijn weerslag in de financieringsparagraaf van de begroting en het jaarverslag. In de begroting komen de concrete beleidsplannen aan de orde. In het jaarverslag gaat het om de realisatie van de plannen en om een verschillenanalyse tussen de plannen en de uitkomsten.

Schatkistbankieren

Terug naar navigatie - Schatkistbankieren

Sinds eind 2013 is het schatkistbankieren voor de gemeente van toepassing. Het heeft een wettelijke basis in de wet Financiering decentrale overheden (wet FIDO). Concreet betekent dit dat decentrale overheden verplicht zijn om hun liquide middelen aan te houden in de schatkist bij het rijk. Gemeenten mogen alleen positieve banksaldi voor het betalingsverkeer op eigen bankrekeningen aanhouden.  Dit moet leiden tot een verminderde externe financieringsbehoefte van het Rijk, met als gevolg een lagere staatsschuld en een lagere EMU schuld van de collectieve sector.

Voor de aan te houden middelen in ’s Rijks schatkist is vanaf 1 juli 2021 een drempel van toepassing, die is vastgesteld op 2% van het begrotingstotaal met een minimum van € 1.000.000,--. Het schatkistbankieren kan voor de gemeente een negatieve uitwerking hebben op de rendementsverwachting. De hoogte van het negatieve effect is afhankelijk van de afwijking tussen de door het Rijk gehanteerde rentepercentages en de percentages van marktconforme partijen. Uitzettingen (verstrekken van leningen) uit hoofde van de publieke taak blijven mogelijk. Ook het onderling lenen tussen decentrale overheden biedt wellicht mogelijkheden voor het behalen van een hoger rendement. Voorwaarde hierbij is dat er geen toezichtrelatie mag bestaan tussen de betrokken decentrale overheden.

Risicobeheer

Terug naar navigatie - Risicobeheer

Het treasurybeleid van onze gemeente is erop gericht binnen de financiële mogelijkheden een zo optimaal mogelijk rendement te verkrijgen dan wel de rentelasten zo veel mogelijk te beperken. Hierbij moeten de risico's zo goed mogelijk worden onderkend en beheerst. Het tot nu toe gehanteerde beleid bij de gemeente is, dat het eigen vermogen volledig wordt ingezet als intern financieringsmiddel en niet wordt belegd. Ook wordt geen gebruik gemaakt van rente-instrumenten. Dit beleid wordt in 2022 voortgezet. Binnen de in het financieringsstatuut opgenomen randvoorwaarden worden eventuele tijdelijke financieringsoverschotten of -tekorten tegen gunstige rentepercentages uitgezet of aangetrokken.

Rentebeleid (renterisico's)

Terug naar navigatie - Rentebeleid (renterisico's)

Toerekening rente aan investeringen

Onze gemeente streeft naar een evenwichtige samenstelling van de balans. Er wordt in een aantal gevallen gewerkt met een vast rentepercentage voor de toerekening van de rentelasten aan investeringen (bijvoorbeeld rioleringsinvesteringen). Dit rentepercentage blijft gedurende de hele levensduur van de investering aan deze investering gekoppeld.

Aan grondexploitaties met negatieve boekwaardes wordt op werkelijke basis rente toegerekend. Op begrotingsbasis wordt geen rekening gehouden met rentebaten vanuit de grondexploitaties. Uitgangspunt hierbij is dat de verschillende exploitaties budgettair neutraal verlopen.

Daarnaast maken wij voor de aan de taakvelden toe te rekenen rente gebruik van de zogenoemde ‘renteomslag’. Deze methodiek van rentetoerekening is ook in 2021 toegepast. In onderstaand schema wordt weergegeven hoe de rentetoerekening plaats vindt.

Rentetoerekening

Vanaf 2017 is een BBV wijziging voor de rentetoerekening en renteberekening van toepassing. Een belangrijk onderdeel van deze wijziging betreft de renteberekening over het eigen vermogen en de grondexploitatie. De commissie BBV adviseert vanwege het inzicht, de eenvoud en transparantie geen rentevergoeding over het eigen vermogen te berekenen. Voor de grondexploitatie moet gebruik worden gemaakt van een gewogen gemiddeld rentepercentage.

Een ander onderdeel betreft de verantwoording van de rentelasten op één centraal taakveld Treasury. Wel mag vanuit dit taakveld rente  worden doorbelast naar andere taakvelden voor de activa behorend tot deze taakvelden. 

Met deze aanbeveling van de commissie BBV wordt met ingang van 2017 geen rente meer berekend over het eigen vermogen. Om te voorkomen dat deze reserves onvoldoende dekking bieden aan het doel waarvoor ze dienen, worden ze gecompenseerd met een inflatiecorrectie. Deze inflatiecorrectie bedroeg voor 2021 totaal € 88.865.--.

 

RENTESCHEMA 2021

 

 

a.

Externe rentelasten korte en lange financiering

 

352.321

b.

Externe rentebaten

 

44.680

 

 

 

 

c.

Totaal door te berekenen externe rente

 

307.641

 

Rente die aan de Grondexploitatie moet worden doorberekend

79.000

 

 

Rente projectfinanciering die aan het betreffende taakveld moet worden toegerekend

nvt 

 

 

 

 

79.000

 

 

 

 

d1.

Saldo door te rekenen externe rente

 

228.641

 

Rente over het Eigen Vermogen

 

0

d2.

Rente voorzieningen (waardering op contante waarde)

0

 

De aan taakvelden toe te rekenen rente

 

228.641

 

 

 

 

e.

De werkelijk aan taakvelden toegerekende rente (incl. overhead)

 

-922.742

 

 

 

 

f.

Renteresultaat taakveld Treasury

 

-694.101

 

Financieringspositie

Terug naar navigatie - Financieringspositie

De financieringspositie per 1 januari 2021 geeft een begroot financieringstekort. Opgemerkt moet worden dat hierbij de middelen van ruim € 21,3 miljoen (peildatum: 1 januari 2021) uit de reserve verkoopopbrengst NUON-aandelen buiten beschouwing zijn gelaten. Dit vanwege het feit dat het rendement op deze middelen dient ter compensatie van de weggevallen dividendopbrengsten. In het algemeen wordt geprobeerd een financieringstekort tijdelijk aan te vullen door het aantrekken van kort geld. Dit is niet altijd toegestaan in verband met de zogenoemde kasgeldlimiet.

Op grond van de Wet Fido is de gemeente verplicht per kwartaal de gemiddelde netto vlottende schuld te berekenen. Als deze gemiddelde liquiditeitspositie van drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet overschrijdt, moet de gemeente de drie kwartaalrapportages toezenden aan de toezichthouder, vergezeld van een plan om weer aan de kasgeldlimiet te voldoen.

De gemiddelde netto schuld in elk van de kalenderkwartalen van 2021 in verhouding tot de kasgeldlimiet is in onderstaand overzicht weergegeven:

Netto vlottende schuld (x € 1.000,--)

  1e kwartaal 2021 2e kwartaal 2021 3e kwartaal 2021 4e kwartaal 2021
Gemiddelde schuld -13.599 -15.292 -10.793 -6.650
Toegestane kasgeldlimiet 5.772 5.772 5.772 5.772
Ruimte 19.371 21.064 16.565 11.422

De werkelijke financieringspositie en de daarbij behorende financieringsbehoefte zijn, ondanks de periodieke berekening van de liquiditeitspositie, veelal moeilijk in te schatten. Dit heeft onder andere te maken met de voortgang van de uitvoering van diverse projecten en de daaruit voortvloeiende investeringen. Ook uitgaven als gevolg van de in exploitatie zijnde bestemmingsplannen spelen hierbij een belangrijke rol. Bij de grondexploitatie moet overigens enerzijds rekening worden gehouden met het aankopen van grond, de kosten van bouw- en woonrijp maken en anderzijds met de verkoop van grond.

Liquiditeitspositie

Terug naar navigatie - Liquiditeitspositie

Door een goed beheer van de dagelijkse saldi wordt gestreefd naar een optimaal rendement en wordt erop toegezien dat de liquiditeitspositie steeds voldoende is om aan de betalingsverplichtingen te voldoen. Het betalingsverkeer verloopt daarbij voornamelijk via onze huisbankier de BNG.

Bij het optimaliseren van het renteresultaat kunnen voor het aantrekken of uitzetten van geld als gevolg van de liquiditeitspositie, in overeenstemming met het financieringsstatuut en de regelgeving voor het schatkistbankieren, meerdere partijen benaderd worden voor offertes. Aan de hand van deze offertes wordt een keuze gemaakt.

Als de rentepercentages van kort geld aanzienlijk lager liggen dan die van langlopende leningen, wordt zo veel mogelijk met kort geld gefinancierd. Voor zover dit mogelijk is binnen het wettelijk kader van de kasgeldlimiet en de voorwaarden waaronder de rekening-courantovereenkomst met de huisbankier dit toestaat.

Leningenportefeuille

Terug naar navigatie - Leningenportefeuille

De omvang van de in het begrotingsjaar aan te trekken geldleningen hangt mede af van de te ramen investeringen. Dit wordt in de programmabegroting bepaald aan de hand van bijlage B. Overzicht investeringen en uitgaven per programma.

In 2021 zijn geen nieuwe langlopende leningen aangetrokken. Een overzicht van de lopende leningen is opgenomen in het bijlagenboek van de jaarrekening. De werkelijke stand van de opgenomen leningen bedroeg per 31 december 2021 ruim 7,6 miljoen euro. Door de verschillen in rentepercentages is ook in 2021  maximaal met kort geld gefinancierd.

Geïnvesteerd vermogen/financieringsstructuur

Terug naar navigatie - Geïnvesteerd vermogen/financieringsstructuur

Het geïnvesteerd vermogen per 1 januari en 31 december 2021 bedroeg respectievelijk € 58,6 en € 79 miljoen. Het gaat hierbij om de totale boekwaarde van de geactiveerde kapitaaluitgaven. De verstrekte geldleningen maken onderdeel uit van het geïnvesteerde vermogen. Deze hebben echter geen budgettaire gevolgen voor de gemeente (bijv. duurzaamheidsleningen, startersleningen en de verstrekte hypothecaire geldleningen aan het personeel). Het gaat hierbij om een totaalbedrag van ca. € 2,6 miljoen.

Het deel van het per 31 december 2021 geïnvesteerde vermogen dat budgettaire lasten voor de gemeente veroorzaakt, bedraagt € 76,4 miljoen (€ 79 miljoen -/- € 2,6 miljoen). Het totaal geïnvesteerd vermogen is voor € 7,6 miljoen gefinancierd met vreemd vermogen (= opgenomen langlopende geldleningen) en het restant van € 68,8 miljoen met eigen middelen.

Gezien de gemiddelde rentelast van het per 31 december 2021 met vreemd vermogen gefinancierde deel, kan worden geconcludeerd dat de financieringsstructuur en in relatie hiermee ook het weerstandsvermogen van onze gemeente, op 31 december 2021 als voldoende kan worden beoordeeld.

Omslagrente

Terug naar navigatie - Omslagrente

De berekening van de renterisiconorm is opgenomen in onderstaand overzicht. Uit dit overzicht blijkt dat onze gemeente vrijwel geen renterisico loopt. Wanneer de omslagrente lager is dan de marktrente, ontstaat er een risico. Dit is een gevolg van het feit dat hieruit een financieel nadeel voortvloeit voor de begroting. Als het rentepercentage van aan te trekken leningen lager is dan de geraamde omslagrente van 1%, blijft het renterisico in de rekening 2021 acceptabel. Verwacht wordt dat de kapitaalmarktrente (lange rente), gezien de verwachte economische ontwikkelingen (zoals economische groei, inflatie), in 2022 gaat stijgen. Op grond van deze verwachting is er, naar het zich nu laat aanzien, een beperkt renterisico te verwachten.

De rentegevoeligheid – het renterisico – kan worden gedefinieerd als de mate waarin het saldo van de rentelasten en rentebaten verandert door wijziging in het rentepercentage op leningen en uitzettingen met een rentelooptijd van één jaar of langer.

Bij de inwerkingtreding van de wet FIDO is het begrip ‘renterisiconorm’ ingevoerd. Uitgangspunt hierbij is om zo veel mogelijk spreiding in de looptijden van leningen aan te brengen. De renterisiconorm bedraagt 20% van het begrotingstotaal.

 

Renterisico per 2021 (x € 1.000)

Uitkomst 2021

Begroot 2022

Begroot 2023

Begroot 2024

1.

Renteherziening op vaste schuld o/g

0

0

0

0

2.

Te betalen aflossingen

1.531

1.531

2.581

3.331

3.

Renterisico op vaste schuld (1+2)

1.531

1.531

2.581

         3.331

4.

Renterisiconorm

13.550

13.664

13.460

13.500

5.

Ruimte (+)/Overschrijding (-); (4-3)

 

12.019

12.133

10.879

10.169

 

Berekening renterisiconorm

 

 

 

 

4a.

Begrotingstotaal lasten

67.750

68.323

67.301

67.502

4b.

Percentage

20%

20%

            20%

20%

4.

Renterisiconorm berekend op basis van cijfers 2021 en programmabegroting 2022-2025 (4ax4b)

13.550

13.664

13.460

13.500

 

Beheer beschikbare liquiditeiten

Terug naar navigatie - Beheer beschikbare liquiditeiten

Kasbeheer

Saldo- en liquiditeitsbeheer

Voor het liquiditeitsbeheer zijn overeenkomsten met de BNG (geïntegreerde dienstverlening) en de Rabobank gesloten. Hierdoor kunnen tekorten aan financiële middelen op een voordelige wijze worden geleend en kan de gemeente tegen voordelige voorwaarden snel over voldoende middelen beschikken. Daarnaast is van belang dat het Rijk alle financiële transacties met de gemeente verrekent bij de BNG (dit geldt overigens voor alle gemeenten). Na de invoering van het schatkistbankieren is het eventueel uitzetten van overtollige liquide middelen bij commerciële banken niet toegestaan, maar alleen bij ’s Rijks schatkist of andere lokale overheden, waarbij geen toezichtrelatie bestaat.

Geldstromenbeheer

Voor een optimaal beheer van de geldstromen is een goede liquiditeitsprognose een belangrijk instrument. Dit brengt een inspanningsverplichting voor de totale organisatie met zich mee. Een continu bijstellen van de liquiditeitsprognose, met als basis de planning van de investeringen, is daarbij van groot belang. Het beheersen van de risico’s van mogelijke wijzigingen in de liquiditeitsplanning en meerjareninvesteringsplanning, waardoor de financieringskosten hoger kunnen uitvallen dan geraamd, vraagt de nodige inspanning. Het verkrijgen van betrouwbare informatie is hierbij cruciaal. Ook het aanscherpen van het debiteurenbeheer en de invordering van belastingen speelt hierbij een belangrijke rol. Het niet nakomen van betalingsverplichtingen heeft invorderingsmaatregelen tot gevolg. In eerste fase een aanmaning en in tweede fase (dwang)invordering, door gebruik te maken van een (gerechts)deurwaarder. Door een adequate uitvoering van deze invorderingsmaatregelen blijft de afboeking van oninbare vordering tot een minimum beperkt.

Duurzame toegang tot financiële markten

Een gemeente heeft als overheidsinstelling een zogenoemde AAA-rating. Dit houdt in dat een gemeente door geldverstrekkers als zeer kredietwaardig wordt beschouwd. Als gevolg hiervan is de toegang tot financiële markten gegarandeerd en kan een gemeente tegen gunstige voorwaarden lenen. Bovendien heeft de gemeente Nunspeet door de overeenkomsten met de banken een zeer snelle toegang tot de financiële markten. Overigens worden bij het aantrekken van nieuwe leningen offertes gevraagd bij meerdere geldverstrekkers.

Leningenportefeuille

Onderstaande tabel geeft inzicht in de samenstelling, de grootte en de rentegevoeligheid van de opgenomen leningen.

De mutaties als gevolg van nieuwe leningen, aflossingen en rente zijn:

 

Mutaties in leningenportefeuille

Bedrag (x € 1.000,--)

Gemiddelde rente

Stand per 1 januari 2021

9.158

3,59%

Nieuwe leningen

-

 

Reguliere aflossingen

-1.531

 

Vervroegde aflossingen

0

 

Stand per 31 december 2021

7.627

 

Voor de komende jaren moet, gezien de investeringen volgens het overzicht ‘investeringen en uitgaven per product’, nog een aantal nieuwe geldleningen worden aangetrokken. Hierdoor zullen de rentelasten stijgen.

Organisatie

In het Financieringsstatuut en de financiële verordening is opgenomen welke personen bevoegd zijn tot het aantrekken en uitzetten van middelen. In het kader van het gemeentebrede project ‘Risico management’ is de administratieve organisatie van de treasuryfunctie beschreven.

Gemeentefinanciering

De financiering van de gemeentelijke activiteiten is de verantwoordelijkheid van het team Financiën. Hierbij wordt de gemeente als een geheel beschouwd. Dit houdt in dat bij het bepalen van de financieringsbehoefte alle inkomsten en uitgaven betrokken worden. De achterliggende gedachte daarbij is dat tijdelijke overschotten van de ene activiteit kunnen worden ingezet voor het financieren van een andere activiteit. Deze wijze van financieren wordt ook wel aangeduid als ‘totaalfinanciering’. Op deze wijze worden de rentekosten beperkt. Projectfinanciering wordt in principe niet toegepast.

Voor het bepalen van de liquiditeitspositie – dit is de mate waarin op korte termijn aan de opeisbare verplichtingen kan worden voldaan – is de zogenoemde kasgeldlimiet belangrijk. Hieronder wordt verstaan het bedrag dat maximaal als kasgeld mag worden opgenomen. Dit bedrag wordt berekend door een door het ministerie van Financiën vastgesteld percentage (voor 2021 e.v. 8,5%) te vermenigvuldigen met het totaal van de jaarbegroting van de gemeente bij aanvang van het jaar. Per kwartaal wordt de gemiddelde liquiditeitspositie bepaald en getoetst aan de kasgeldlimiet. Als de gemiddelde liquiditeitspositie van drie achtereenvolgende kwartalen de kasgeldlimiet overschrijdt, moet de gemeente de drie kwartaalrapportages toezenden aan de provincie als toezichthouder, vergezeld van een plan om weer aan de kasgeldlimiet te voldoen. Voor het begrotingsjaar 2021 bedraagt de berekende kasgeldlimiet € 5.772.000,--.

Onderstaand wordt de berekening van de begrote kasgeldlimiet voor de jaren 2021 tot en met 2024 weergegeven.

 

 

 

 

 

 

Kasgeldlimiet (x € 1.000)

 

2021

2022

2023

2024

 

 

 

 

 

 

 

 

Begrotingstotaal

67.910

67.731

67.769

67.845

Begrotingsomvang 1 januari (is grondslag)

 

 

 

 

Toegestaan kasgeldlimiet

8,5%

8,5%

8,5%

8,5%

Kasgeldlimiet in bedrag

5.772

5.757

5.760

5.767

 

Jaarverslag - Paragraaf Bedrijfsvoering

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Nadat de gemeenteraad in de programmabegroting en beleidsnotities heeft bepaald wat de gewenste maatschappelijke effecten en doelstellingen van het beleid zijn en welke budgetten daarvoor beschikbaar zijn, neemt het college de uitvoering ter hand. Het geheel van uitvoeringsmaatregelen – inclusief de effectieve en efficiënte inzet van middelen, het hanteren van een systeem van planning & control en de voorbereiding van raadsbesluiten – noemen wij de gemeentelijke bedrijfsvoering.
De bedrijfsvoering is een bevoegdheid en verantwoordelijkheid van burgemeester en wethouders. In deze paragraaf wordt een toelichting gegeven op de bedrijfsvoering.

Organisatieontwikkelingen

Terug naar navigatie - Organisatieontwikkelingen

In de afgelopen jaren zijn er stappen gezet om te komen tot een missie, visie en strategie. Dat is nodig, want we moeten onze aandacht en energie niet alleen aan het ‘hier en nu’ besteden, maar onze blik ook op de toekomst richten. Er komt immers veel op ons af. We hebben te maken met grote maatschappelijke vraagstukken. Denk aan duurzaamheid, energietransitie, woningbehoefte, Omgevingswet, stationsomgeving, stikstofproblematiek, mobiliteit en niet te vergeten, ons voorbereiden op de ‘after coronaperiode’.
De gevolgen van het afgelopen coronajaar hebben er ingehakt. Er zijn littekens geslagen in de Nunspeetse samenleving. Maar het heeft ook invloed gehad op onze gemeentelijke taken. Velen hebben zich extra of anders ingezet om de inwoners en de bedrijven te ondersteunen bij de gevolgen van de noodzakelijke maatregelen. 

Onze missie: we staan - met het bestuur, onze inwoners en bedrijven voor een mooi en sociaal Nunspeet, Elspeet, Hulshorst en Vierhouten, waar het fijn wonen, werken en recreëren is - waar iedereen telt en waar we samen verantwoordelijk zijn - we zijn een betrouwbare en proactieve partner in het ondersteunen van initiatieven en zetten ons in voor een optimale en klantgerichte dienstverlening.

Onze visie: we doen ons werk voorde Nunspeetse samenleving professioneel, collegiaal en samenwerkend als één geheel. We vertrouwen elkaar, waarderen elkaar, houden rekening met elkaar en zijn open naar elkaar. We investeren in de toekomst van Nunspeet en geven ruimte aan ambities, initiatieven en nieuwe ideeën.

Wij dragen zorg voor een optimale gemeentelijke dienstverlening vanuit een professionele, flexibele en strategisch daadkrachtige organisatie waar het fijn werken is!  Dit gaan we bereiken door een klantgerichte dienstverlening, goed werkgeverschap, samenwerking en burgerparticipatie.

Kwaliteitszorg

Terug naar navigatie - Kwaliteitszorg

Het lijnmanagement is verantwoordelijk voor de succesvolle groei van het eigen organisatieonderdeel. Organisatiebreed is in 2021 een burgerpeiling uitgevoerd. Hiermee worden kwalitatief hoogwaardige benchmark-data verzameld middels een enquête onder een steekproef van 2.000 inwoners van de gemeente Nunspeet. De resultaten worden via www.waarstaatjegemeente.nl openbaar gemaakt en zijn tevens gedeeld via de website van de gemeente Nunspeet en huis aan huis kranten. 
-    Woon- en leefomgeving 7.1 (benchmark 6.8)
-    Relatie gemeente/inwoner 6.4 (benchmark 6.1)
-    Gemeentelijke dienstverlening 7.0 (benchmark 6.8)
-    Zorg- en welzijn 7.0 (benchmark 7.0)
Het merendeel van de contacten (41%) heeft plaats gevonden bij burgerzaken. De drie meest gebruikte kanalen zijn:
-    Telefonie 31,5%
-    Internet 23,1%
-    Email 23,1%
De uitkomsten kunnen door het nieuwe college als input genomen worden. Daarnaast zijn alle teammanagers geïnformeerd over de uitkomsten. Zij kunnen deze uitkomsten meenemen in de eigen beleidsplannen

 

Personeel- en organisatiebeleid

Terug naar navigatie - Personeel- en organisatiebeleid

Het bestuur- en managementmodel onderkent dat onze medewerkers het belangrijkste productiemiddel van de gemeente zijn. Binnen de kaders die de gemeenteraad stelt en in opdracht van burgemeester en wethouders, ontwikkelen zij het gemeentelijke beleid en leveren ambtenaren de gemeentelijke diensten. De moderne maatschappij en het moderne bestuur vragen om taakvolwassen vakmensen. Hij/zij is een deskundige sparringpartner voor politiek en bestuur, is een publiek entrepreneur en een netwerker.
De gemeente Nunspeet kiest daarom voor een organisatiebeleid dat daarop is afgestemd. In de samenwerking tussen ambtenaren en college is er respect voor elkaars inbreng, is er ruimte om inhoud te geven aan de eigen verantwoordelijkheden en wordt ingespeeld op de wederzijdse afhankelijk- en duidelijkheid over de grenzen van elkaars handelen. Er is sprake van een cultuur waarbij loyaliteit, respect en motivatie hoog in het vaandel staan. Het elkaar aanspreken op zaken die niet goed gaan kan verbeterd worden. In 2021 is er daarom een cultuurtraject opgestart met als doel het verder ontwikkelen van een innovatieve, open en proactieve cultuur waarin gewerkt wordt vanuit zelfkennis, vertrouwen, vitaliteit, het tonen van (zelf)leiderschap en het geven en ontvangen van feedback.

Planning & control

Terug naar navigatie - Planning & control

Voor de beheersing en de regie van werkprocessen is een systeem van planning & control nodig. In het bestuur- en managementmodel wordt rekening gehouden met frequent overleg tussen de diverse spelers: collegeleden, directie en teammanagers.
Daarnaast kent de organisatie een systeem waarin adviezen aan college en gemeenteraad door het stafteam en de concerncontroller worden getoetst op bijvoorbeeld de juridische en financiële kwaliteit. En in de derde plaats is er de periodieke rapportage van de organisatie aan directie, college en gemeenteraad – uiteraard gestart met de programmabegroting en afgesloten met de programmarekening.

Planning & control is een belangrijk instrument voor een continue verbetering van de bedrijfsvoering. Hierbij moet – naast de instrumentele kant – het accent vooral worden gelegd op de verantwoordelijkheid en het gedrag. Instrumenten zijn belangrijk, maar nog belangrijker is hoe deze gehanteerd worden binnen de organisatie. Planning & control is ook een gezamenlijke mentaliteit: zeggen wat je doet (planning) en doen wat je zegt (control/verantwoording). Daar hoort ook transparantie bij: fouten maken mag, als er maar open over wordt gecommuniceerd en als er maar van wordt geleerd.

Met ingang van 2021 is de Planning & Controlcyclus aangepast. Belangrijkste aanpassing is het gebruik van de Perspectievennota. Raadsbreed wordt het werken met de Perspectievennota als een verbetering ten opzichte van de oude werkwijze ervaren.  2022 is een verkiezingsjaar. Hierdoor lopen het proces van Perspectievennota en coalitieonderhandelingen door elkaar. Daarom is het volgende afgesproken
- Er komt in 2022 geen uitvraag voor de Perspectievennota zoals vorig jaar. Tijdens het formatieproces kunnen alle partijen hun input geven. Het coalitieakkoord (of eventueel raadsprogramma) en collegeprogramma vormen de input voor de meerjarenbegroting.

- Het coalitieakkoord krijgt een financiële paragraaf die de basis vormt voor de op te stellen Programmabegroting;
- Er worden wel uitgangspunten voor de begroting (o.a. percentage loon-/prijscompensatie/rentepercentage) aan de raad ter vaststelling voorgelegd.
De huidige werkgroep Indicatoren wordt geformaliseerd in een commissie Planning & Control. Er is een verordening opgesteld. Er wordt overgegaan naar 4 rapportagemomenten (kwartaalrapportages).

Administratieve organisatie en interne controle

Terug naar navigatie - Administratieve organisatie en interne controle

De controleomgeving is een basisvoorwaarde voor een goed functionerende organisatie. De aspecten ‘soft controls’, cultuur, houding en gedrag zijn hierin belangrijk. De organisatie moet zichzelf voortdurend de volgende vragen stellen:

• Wat is het ambitieniveau als organisatie? Wat kan en wil de organisatie aan? Een hele realistische vraag!
• Is onze organisatie bereid om te leren en te verbeteren?
• Is onze organisatie afgestemd op onze ambities?

Interne beheersing is voor veel organisaties in het publieke domein een uitdaging. Gemeente Nunspeet wil de bedrijfsprocessen goed op orde hebben. De bedrijfsprocessen veranderen door de verdergaande digitalisering en automatisering. De verdergaande digitalisering en automatisering van de processen hebben ook effect op de aanpak van de (verbijzonderde) interne controle. De automatiseringsomgeving en de application controls in de applicaties worden steeds belangrijker. Dit is ook terug te zien in de landelijke aandacht voor de informatiebeveiliging en privacy binnen onze organisatie, waarbij voldaan dient te worden aan de nieuwe normen en de organisatie druk is met de invoering van de BIG en AVG. Met ingang van 2022 dienen de colleges van burgemeester en wethouders een rechtmatigheidsverklaring af te geven. Een randvoorwaarde is dat de verantwoording over de rechtmatigheid efficiënt en effectief dient te worden vormgegeven. De administratieve lasten dienen niet te stijgen en bij voorkeur af te nemen. Om een rechtmatigheidsverklaring te kunnen afgeven, moet de procesbeheersing goed op orde zijn en met behulp van interne controle moet aangetoond worden aan het college dat de getrouwheid en rechtmatigheid op orde is. Dit vraagt de nodige voorbereiding. Het college moet kunnen vertrouwen op een kwalitatief goede interne controle op basis waarvan een gefundeerd oordeel kan worden gegeven en een rechtmatigheidsverklaring kan worden afgeven. Dit vereist een professionele interne controle aanpak, vastlegging en een gestructureerde rapportage naar het college waarbij het college meegenomen moet worden in de uitkomsten van de interne controle.

Goed ingerichte processen (procesinrichting) en een goede procesbeheersing (inclusief IT) zijn noodzakelijk voor het “in control” zijn van de organisatie. Een goede procesinrichting versterkt een goede procesbeheersing en andersom versterkt een goede procesbeheersing een goede procesinrichting.

Doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoeken

Terug naar navigatie - Doelmatigheid- en doeltreffendheidonderzoeken

De effectiviteit en efficiëntie van de bedrijfsvoering vormen een rode draad door het dagelijks bestuur van de gemeente. De middelen zijn beperkt en er is een groot scala aan doelen te behalen. Kritisch doelgericht werken en verspilling voorkomen zijn dan ook aandachtspunten waarmee nagenoeg al het gemeentelijke handelen is doortrokken.

Omdat met beperkte middelen, die bovendien nauwelijks kunnen worden beïnvloed, een heel groot takenpakket moet worden uitgevoerd hebben de gemeenten doelmatigheid- en doeltreffendheid over het algemeen hoog in het vaandel staan. De wetgever heeft in artikel 213a van de Gemeentewet voorgeschreven dat het college regelmatig onderzoek moet doen naar de doelmatigheid- en doeltreffendheid van het gevoerde beleid. Ook de manier waarop dat moet gebeuren, wordt ten dele voorgeschreven. Dit blijkt voor gemeenten een forse administratieve lastenverzwaring met zich mee te brengen. Middelgrote en kleinere gemeenten komen in de praktijk niet of nauwelijks toe aan de voorgeschreven onderzoekscyclus. Zij zijn wel degelijk bezig met doelmatigheid- en doeltreffendheid, maar voldoen formeel niet aan artikel 213a van de Gemeentewet. Daar staat geen sanctie tegenover en overigens wordt een wijziging van de wet verwacht waarbij artikel 213a wordt geschrapt of minder verplichtend gemaakt.

In Nunspeet wordt de toepassing van artikel 213a uitgevoerd door toetsing op doelmatigheid. Dit wordt met name uitgevoerd door middel van kwaliteitscontroles binnen het sociaal domein, maar ook bij het verlenen en vaststellen van subsidies. Daarnaast komt de doelmatigheid aan de orde in de onderzoeken van de rekenkamercommissie en de accountant.

Informatieveiligheid

Terug naar navigatie - Informatieveiligheid

Het college legt jaarlijks verantwoording af ten aanzien van de informatieveiligheid op basis van de Eenduidige Normatiek Single Information Audit systematiek (ENSIA). Het doel van ENSIA is om de verantwoording over de informatieveiligheidsaspecten van de Basisregistratie Personen (BRP), Paspoortuitvoeringsregeling Nederland (PUN), Digitale persoonsidentificatie (DigiD), Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG), Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT), Basisregistratie Ondergrond (BRO), Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) en de Gezamenlijke Elektronische Voorzieningen Structuur Uitvoeringsorganisatie Werk en Inkomen (Suwinet) te bundelen in één systematiek. In 2021 is hier voor de eerste keer de Bestuurlijke verantwoordingsrapportage WOZ aan toegevoegd. Voor de informatiebeveiliging wordt onder meer uitgegaan van de Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO). ENSIA sluit aan op de gemeentelijke planning en control cyclus voor informatiebeveiliging. Hierdoor heeft het gemeentebestuur meer overzicht over de informatieveiligheid van de gemeente en kan het bestuur beter sturen en verantwoording afleggen aan de  de gemeenteraad en andere belanghebbenden.
Voor de informatiebeveiligingsnormen inzake DigiD en Suwinet bestaat een verantwoordingsplicht aan het rijk door middel van een assurance verklaring van een onafhankelijke IT auditor. De collegeverklaring omvat het op 31 december 2021 in opzet en bestaan voldoen van de beheersingsmaatregelen aan de geselecteerde normen inzake DigiD (Norm ICT-beveiligingsassessments DigiD versie 2.2 (de Norm v2.2) en Suwinet (Specifiek Suwinet normenkader Afnemers, versie 1.0). De normen staan op het openbare deel van de websites van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) en het Bureau Keteninformatisering Werk & Inkomen (BKWI). De verklaring omvat niet de werking van de maatregelen over 2021. De collegeverklaring wordt opgesteld voor de gemeenteraad en de departementen die toezien op de veiligheid van DigiD en Suwinet.

 

Subsidies

Terug naar navigatie - Subsidies

Incidentele subsidies

Subsidie ontvangende partij Stg. Prot Chr Ouderenwerk 'het Venster'
Subsidiebedrag: € 4.150,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Betaald vanuit het uitvoeringsbudget sport- en preventieakkoord. Incidenteel omdat dit nog niet was opgenomen in de Deelverordening Sport. Vanaf 2021 valt dit onder de subsidieregeling Deelverordening Sport.

Subsidie ontvangende partij FysioHolland Elspeet
Subsidiebedrag: € 1.500,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Betaald vanuit het uitvoeringsbudget sport- en preventieakkoord. Incidenteel omdat dit nog niet was opgenomen in de Deelverordening Sport. Vanaf 2021 valt dit onder de subsidieregeling Deelverordening Sport.

Subsidie ontvangende partij Sportbedrijf Nunspeet BV
Subsidiebedrag: € 2.500,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Betaald vanuit het uitvoeringsbudget sport- en preventieakkoord. Incidenteel omdat dit nog niet was opgenomen in de Deelverordening Sport. Vanaf 2021 valt dit onder de subsidieregeling Deelverordening Sport.

Subsidie ontvangende partij Famos! Consultancy
Subsidiebedrag: € 2.000,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Betaald vanuit het uitvoeringsbudget sport- en preventieakkoord. Incidenteel omdat dit nog niet was opgenomen in de Deelverordening Sport. Vanaf 2021 valt dit onder de subsidieregeling Deelverordening Sport.

Subsidie ontvangende partij Sportbedrijf Nunspeet B.V.
Subsidiebedrag: € 1.652,50
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Betaald vanuit het uitvoeringsbudget sport- en preventieakkoord. Incidenteel omdat dit nog niet was opgenomen in de Deelverordening Sport. Vanaf 2021 valt dit onder de subsidieregeling Deelverordening Sport.

Subsidie ontvangende partij Mixed Hockey Club Nunspeet vereniging
Subsidiebedrag: € 8.050,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Betaald vanuit het uitvoeringsbudget sport- en preventieakkoord. Incidenteel omdat dit nog niet was opgenomen in de Deelverordening Sport. Vanaf 2021 valt dit onder de subsidieregeling Deelverordening Sport.

Subsidie ontvangende partij E.A. Drost – te Plate
Subsidiebedrag: € 147,50
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Betaald vanuit het uitvoeringsbudget sport- en preventieakkoord. Incidenteel omdat dit nog niet was opgenomen in de Deelverordening Sport. Vanaf 2021 valt dit onder de subsidieregeling Deelverordening Sport.

Subsidie ontvangende partij Jacobus Fruytier Scholengemeenschap
Subsidiebedrag: € 19.800,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Subsidie voor uitvoering van 360 uur SMW Plus (laatste keer dat een incidentele subsidie is verstrekt)

Subsidie ontvangende partij Stichting Oranjehof
Subsidiebedrag: € 19.000,-- (verdeeld over 2020-2021)
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: incidenteel
Korte toelichting: Extra subsidie om verborgen eenzaamheid onder ouderen tegen te gaan.

Subsidie ontvangende partij Zorggroep Noordwest-Veluwe
Subsidiebedrag: € 186.833,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Incidentele subsidie
Korte toelichting: Betreft inzet coördinatie WOC Nunspeet 2020. In afwachting van een definitieve keuze van het college hoe dit in te vullen (ook in afwachting Kulturhus) is deze subsidie incidenteel.

Subsidie ontvangende partij Dorpshuis De Wieken
Subsidiebedrag: € 27.600,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: incidentele subsidie
Korte toelichting: Ter dekking van vaste lasten vanwege wegvallen inkomsten a.g.v. COVID 19-maatregelen

Subsidie ontvangende partij Dorpsvereniging Vierhouten / Dorpshuis Horsterhoek
Subsidiebedrag: € 18.270,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: incidentele subsidie
Korte toelichting: Ter dekking van vaste lasten vanwege wegvallen inkomsten a.g.v. COVID 19-maatregelen

Subsidie ontvangende partij Dorpsvereniging Vierhouten / Dorpshuis Horsterhoek
Subsidiebedrag: € 5.000,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: incidentele subsidie
Korte toelichting: Co-financiering duurzaamheidsmaatregelen

Subsidie ontvangende partij Kulturhus Elspeet
Subsidiebedrag: € 6.405,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: incidentele subsidie
Korte toelichting: Ter dekking van vaste lasten vanwege deels wegvallen inkomsten a.g.v. COVID 19-maatregelen

Subsidie ontvangende partij Nunspeet En Ontwikkelingssamenwerking (NEON)
Subsidiebedrag: € 7.400,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: incidentele subsidie
Korte toelichting: Ter dekking van kosten vanwege grotendeels wegvallen inkomsten a.g.v. COVID 19-maatregelen

Subsidie ontvangende partij Noord Veluws Museum
Subsidiebedrag: € 19.500,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: incidentele subsidie
Korte toelichting: Ter dekking van kosten vanwege grotendeels wegvallen inkomsten a.g.v. COVID 19-maatregelen

Subsidie ontvangende partij Veluvine Nunspeet
Subsidiebedrag: € 137.117
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: incidentele subsidie
Korte toelichting: Ter dekking van kosten vanwege grotendeels wegvallen inkomsten a.g.v. COVID 19-maatregelen

Subsidie ontvangende partij Stichting Natuureducatie en Informatie Veluwe (SNIV)
Subsidiebedrag: € 13.500,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: incidentele subsidie
Korte toelichting: Ter dekking van kosten vanwege grotendeels wegvallen inkomsten a.g.v. COVID 19-maatregelen

Subsidies met toepassing van de Hardheidsclausule

Subsidie ontvangende partij: Sportbedrijf Nunspeet B.V.
Subsidiebedrag: € 60.000,--
Hardheidsclausule of incidentele subsidie: Hardheidclausule
Korte toelichting: Indieningsdatum was overschreden. Subsidie alsnog toegekend met toepassing van de hardheidsclausule..

Jaarverslag - Paragraaf Verbonden partijen

Paragraaf Verbonden partijen

Terug naar navigatie - Paragraaf Verbonden partijen

Wat zijn verbonden partijen? Volgens artikel 1 lid b van het Besluit begroting en verantwoording is een verbonden partij:

‘Een privaatrechtelijke of publiekrechtelijke organisatie waarin de provincie onderscheidenlijk gemeente een bestuurlijk en een financieel belang heeft’.

Vervolgens worden in de leden c en d aangegeven wat een bestuurlijk en een financieel belang is. Een bestuurlijk belang is zeggenschap, hetzij uit hoofde van vertegenwoordiging in het bestuur hetzij uit hoofde van stemrecht. Financieel belang is een aan de verbonden partij ter beschikking gesteld bedrag dat niet verhaalbaar is indien de verbonden partij failliet gaat onderscheidenlijk het bedrag waarvoor aansprakelijkheid bestaat indien de verbonden partij haar verplichtingen niet nakomt. Het gaat bij verbonden partijen om de specifieke combinatie van financiële en bestuurlijke inbreng.

Bij de gemeente Nunspeet is sprake van de volgende verbonden partijen:

Directe deelnemingen in vennootschappen:

  • Bank Nederlandse Gemeenten NV;
  • NV Alliander;
  • Vitens NV;
  • NV Afvalsturing Friesland.

Overige deelnemingen:

  • Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe;
  • Omgevingsdienst Noord-Veluwe;
  • Leisurelands;
  • Coöperatie Gastvrije randmeren;
  • Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland;
  • NV Inclusief Groep;
  • Stichting Primair Openbaar Onderwijs Noord-Veluwe;
  • Gemeentelijke of gemeenschappelijke gezondheidsdienst (GGD) Noord- en Oost Gelderland;
  • Sportbedrijf Nunspeet.

Per verbonden partij is een risicoanalyse opgesteld. Via deze risicoanalyse wordt gekeken naar de mate van risico dat de gemeente bij de verbonden partijen loopt. Een manier van risicometing is te kijken naar de solvabiliteit. De solvabiliteit is de mate waarin de onderneming in staat is het totale vreemd vermogen terug te betalen. Het is de verhouding tussen het eigen vermogen en het totale vermogen van een onderneming. Men berekent de solvabiliteit als verhouding tussen eigen vermogen/totaal vermogen. Een solvabiliteit wordt goed genoemd als deze hoger is dan 25% (eigen vermogen is meer dan 25% van het balanstotaal).

Op grond van het Besluit begroting en verantwoording (artikel 2 BBV) moeten gemeenten voor verbonden partijen informatie opnemen. De volgende informatie moet tenminste worden opgenomen:

  1. de wijze waarop de gemeente een belang heeft in de verbonden partij en het openbaar belang dat ermee gediend wordt;
  2. het belang dat de gemeente in de verbonden partij heeft aan het begin en de verwachte omvang aan het einde van het begrotingsjaar;
  3. de verwachte omvang van het eigen vermogen en het vreemd vermogen van de verbonden partij aan het begin en aan het einde van het begrotingsjaar;
  4. de verwachte omvang van het financiële resultaat van de verbonden partij in het begrotingsjaar;
  5. de eventuele risico’s, als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van de verbonden partij voor de financiële positie van de gemeente.

Bij de bepaling van de verwachte omvang van het eigen en vreemd vermogen en het financiële resultaat worden de meest recente jaarcijfers als basis gehanteerd. Bij de weging van het risico van verbonden partijen zal gekeken worden naar de bijdrage die de gemeente levert en het financiële nadeel dat de gemeente loopt bij een eventueel faillissement. Hierbij wordt een inschatting gemaakt van de kans dat een faillissement zich voordoet.

Bank Nederlandse Gemeenten NV

Terug naar navigatie - Bank Nederlandse Gemeenten NV

Vestigingsplaats

Den Haag

Publiek belang

De Bank Nederlandse Gemeenten (BNG) is de bank van en voor overheden en instellingen voor het maatschappelijk belang. Met gespecialiseerde financiële dienstverlening draagt de BNG bij aan zo laag mogelijke kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger. Daarmee is de bank essentieel voor de publieke taak.

Bestuurlijk belang

De gemeente heeft zeggenschap in de BNG via het stemrecht op de aandelen die zij bezit (één stem per aandeel van € 2,50). Het aandelenbezit wordt gezien als een duurzame belegging. Gedurende het afgelopen jaar hebben zich geen veranderingen voorgedaan in het belang van onze gemeente in de BNG.

Financieel belang

De gemeente Nunspeet bezit een aandelenbelang van 0,13% in de BNG, met een nominale waarde van € 187.688,--. De gemeente bezit 75.075 aandelen van nominaal € 2,50. Dit financieel belang is in 2021 niet gewijzigd.

Beleidsvoornemens

Geen beleidswijzigingen voorzien

Risicoanalyse

Bij het verwachte eigen en vreemd vermogen is uitgegaan van de meest recente jaarcijfers van de BNG. Dit zijn de jaarcijfers 2021.

Eigen vermogen per 1 januari  2021 € 5.097 miljoen
Eigen vermogen per 31 december 2021 € 5.062 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2021 € 155.262 miljoen
Vreemd vermogen per 31 december 2021 € 143.995 miljoen
Achtergestelde schulden per 1 januari 2021 € 35 miljoen
Achtergestelde schulden per 31 december 2021 € 36 miljoen
Nettowinst na belastingen 2021 € 236 miljoen

Op basis van de verhouding eigen vermogen/totaal vermogen zou geconcludeerd kunnen worden dat de solvabiliteit niet goed is. Dat zou betekenen dat het risico hoog is. Echter het eigenaarschap ligt bij gemeenten, provincies en de Staat. De bank heeft een (door de statuten) beperkt werkterrein. Dit biedt de financiers vertrouwen en hierdoor is het risico van kredietverlening aan de BNG beperkt. Dit zorgt ervoor dat de bank tegen gunstige tarieven gelden kan aantrekken. Daarnaast vermeldt de BNG in het jaarverslag hoe zij invulling geeft aan de risicobeheersing en -controle. Het risicobeheer is gericht op handhaving van het risicoprofiel van BNG Bank. Het Internal Governance Framework (IGF) vormt de basis voor alle besluitvorming binnen BNG Bank. Het IGF beschrijft het 'Three Lines of Defense'-model en hoe het risicobeheer hierin is gepositioneerd. Onderdeel van het IGF is het Risk Management Framework (RMF), bestaande uit het overkoepelende beleid inzake algemene en specifieke risicogerelateerde onderwerpen, zoals risk governance, risk appetite framework en specifieke risico’s. Het RMF is toegesneden op het specifieke bedrijfsprofiel van BNG Bank. Risicobeheeractiviteiten zijn geïntegreerd in alle delen van de organisatie waar belangrijke risico's kunnen ontstaan. Het continue risicobeheerproces omvat het identificeren, beoordelen, meten, bewaken, rapporteren en sturen van de verschillende soorten risico's. Per saldo wordt geconcludeerd dat het risico van de BNG bank laag is.

NV Alliander

Terug naar navigatie - NV Alliander

Vestigingsplaats

Arnhem

Publiek belang

Het veiligstellen van de levering van elektriciteit onder alle omstandigheden en het genereren van dividend door belegging van middelen. Deze middelen kunnen in beginsel vrij worden aangewend voor gemeentelijke taken (algemeen dekkingsmiddel).

Bestuurlijk belang

De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de algemene vergadering van aandeelhouders.

Financieel belang

Het financiële belang bij aandelenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (lager dividend). Sinds 2004 is het dividend gelijk aan het pay-outpercentage van 45% van de nettowinst uit gewone bedrijfsuitoefening na belastingen. De gemeente bezit 339.318 aandelen met een nominale waarde van € 34.424. Dit belang is in 2021 niet gewijzigd.

Beleidsvoornemens

Geen beleidswijzigingen te voorzien.

Risicoanalyse

Het verwachte eigen en vreemd vermogen 2021 en het verwacht resultaat 2021 zijn gebaseerd op de jaarcijfers 2021:

Eigen vermogen per 1 januari 2021 € 4.328 miljoen
Eigen vermogen per 31 december 2021 € 4.470 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2021 € 5.094 miljoen
Vreemd vermogen per 31 december 2021 € 5.730 miljoen
Resultaat 2021 € 242 miljoen

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 43,8%. Algemeen genomen worden een minimaal percentage van 25% als goed of gezond aangemerkt. Het resultaat over 2021 bedroeg € 242 miljoen. Over 2020 bedroeg het resultaat € 224 miljoen. Gezien het hoge eigen vermogen wordt het risico van NV Alliander als laag aangemerkt.

NV Vitens

Terug naar navigatie - NV Vitens

Vestigingsplaats

Lelystad

Publiek belang

De gemeente Nunspeet is aandeelhouder van NV Vitens, het grootste drinkwaterbedrijf van Nederland. Bij het leveren van vers en betrouwbaar drinkwater wil Vitens respectvol blijven omgaan met de natuur. Om waterbronnen te beschermen werkt het bedrijf samen met waterschappen, natuurorganisaties, gemeenten en provincies. Om verdroging te voorkomen, verplaatst het bedrijf waar nodig waterwingebieden. Ook werkt het bedrijf zo veel mogelijk met milieuvriendelijke installaties. Dit past bij de verantwoordelijkheden van de aandeelhouders: de provincies en gemeenten.

Bestuurlijk belang

De zeggenschap die met het aandelenbezit verband houdt, komt tot uiting in de algemene vergadering van aandeelhouders.

Financieel belang

De gemeente Nunspeet bezit een aandelenpakket van 24.035 aandelen met een nominale waarde van € 4.062. Dit belang is in 2021 niet gewijzigd. Het financiële belang bij aandelenbezit in het algemeen is het risico van koersschommelingen en/of winstdalingen (lager dividend). Als de solvabiliteit hoger of gelijk is aan de streefsolvabiliteit (een eigen vermogen (EV) minimaal gelijk aan 25% van het balanstotaal en een garantievermogen (EV + achtergestelde leningen minimaal gelijk aan 30% van het balanstotaal) en als de winst toereikend is, wordt aan de houders van gewone aandelen een dividend uitgekeerd van minimaal 40% en maximaal 75% van het netto resultaat.

Beleidsvoornemens

Dit houdt verband met de volgende overwegingen:  De  directie van  Vitens N.V. stelt  in de jaarrekening 2021 voor geen dividend  over het boekjaar  2021 aan haar aandeelhouders uit te keren.  De navolgende voorwaarden en overwegingen zijn daarbij in  acht genomen:
- Het resultaat 2021 is uitgekomen  op  € 19,4 miljoen.  Belangrijkste oorzaak is de tegenvallende wateromzet als gevolg van de relatief 'natte zomer'. Dit is onder de maximaal te realiseren dekking van de vermogenskosten (WACC);
- Ultimo 2021 bedraagt de solvabiliteit 30,2% (2020: 29,4%). Deze stijging is voornamelijk als gevolg van de waardestijging van de derivaten (€ 21,8 miljoen, non-cash) en het resultaat (€ 19,4 miljoen);
- Het investeringsniveau op langere termijn kent nog een grote mate van onzekerheid omdat de realisatie van de langetermijnvisie op de infrastructuur nog in de ontwikkelfase zit. Deze is nog niet volledig doorgevoerd in het investeringsplan. Ook zien we een opwaartse druk op het investeringsplan als gevolg van toenemende eisen aan productielocaties (o.a. zuivering) en een slechtere staat van de assets.  De maakbaarheid van het investeringsplan blijft een risico.
- Op termijn staat als gevolg van de investeringsopgave de financiële gezondheid van Vitens bij ongewijzigd WACC-beleid onder druk. Dit komt omdat de operationele kasstroom (betalingen door klanten) kleiner is dan de (negatieve) investeringskasstroom. Hierdoor moet Vitens geld lenen en stijgen de rentedragende schulden.
- Met name de volgende financiële ratio's staan onder druk: debt ratio en FFO/debt. Die laatste ratio is van belang voor een goede rating. Een rating die nodig is om op termijn ook betaalbare financiering via de kapitaalmarkt aan te kunnen trekken. In de bijlage is aangegeven hoe de belangrijkste financiële ratio's zich de komende jaren ontwikkelen.

Ook voor de komende jaren verwacht Vitens geen dividend uit te kunnen keren.

Risicoanalyse

Onderstaande risicoanalyse is gebaseerd op de jaarcijfers 2021 van Vitens:

Eigen vermogen per 1 januari 2021 € 559 miljoen
Eigen vermogen per 31 december 2021 € 600 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2021 € 1.340 miljoen
Vreemd vermogen per 31 december 2021 € 1.388 miljoen
Resultaat 2021

€ 19,4 miljoen

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 30 %. Gezien het percentage kan geconcludeerd worden dat hiermee de solvabiliteit op orde is. Vitens is daarnaast bewust bezig met het verhogen van de solvabiliteit en de versterking van het eigen vermogen. Vitens houdt zich bezig met een primair product waar altijd vraag naar zal zijn: schoon drinkwater. Dit zorgt voor een stabiele en continue afzetmarkt. Op basis van deze argumenten en de bewuste verhoging van de solvabiliteit wordt het risico van Vitens als laag aangemerkt.

NV Afvalsturing Friesland

Terug naar navigatie - NV Afvalsturing Friesland

Vestigingsplaat

Leeuwarden

Algemeen

De NV Afvalsturing Friesland verzorgt voor de gemeente Nunspeet, en de overige SNV gemeenten, de afvalverwerking. In 2015 is de door de RNV uitgeschreven aanbesteding gegund aan NV Afvalsturing Friesland. Mede hierdoor is toen de RNV toegetreden als aandeelhouder van de NV Afvalsturing Friesland. Na de opheffing van de RNV zijn de aandelen overgedragen aan de deelnemende gemeenten.

Bestuurlijk belang

Namens de RNV-gemeenten was de gemeenschappelijke regeling Regio Noord Veluwe (RNV) aandeelhouder van NV Afvalsturing Friesland. Door de opheffing van de RNV is dit niet meer mogelijk. De gemeente Nunspeet is in 2018 zelfstandig aandeelhouder geworden in de NV Afvalsturing Friesland.

Financieel belang

In 2018 heeft de aandelenoverdracht naar de gemeenten plaatsgevonden. Nunspeet heeft 63 aandelen met een totale nominale waarde van € 28.350,--.

Beleidsvoornemens

Geen bijzondere beleidsvoornemens.

Risicoanalyse

Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de jaarrekening 2020 van de Afvalsturing Friesland NV. Op het moment van opstellen van de jaarrekening waren de jaarcijfers 2021 van Afvalsturing Friesland NV niet beschikbaar:

Eigen vermogen per 1 januari 2021 € 61 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2021 € 133 miljoen
Resultaat 2020 € 5,2 miljoen

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen per 1 januari 2020 bedraagt 31,4%. Gezien het percentage kan geconcludeerd worden dat hiermee de solvabiliteit op orde is. Mede gezien de jaarlijks behaalde financiële resultaten over de afgelopen jaren, wordt geconcludeerd dat het risico van NV Afvalsturing Friesland laag is.

NV Inclusief Groep

Terug naar navigatie - NV Inclusief Groep

Vestigingsplaats

Nunspeet

Algemeen

De NV Inclusief Groep (Ondernemer in passend werk) is een geprivatiseerde organisatie die belast is met de uitvoering van de Wet sociale werkvoorziening (WSW) voor de bij de (voormalige) RNV aangesloten gemeenten en Nijkerk.

De Dienst Sociale Werkvoorziening Noordwest-Veluwe (DSW) is opdrachtgever voor de uitvoering van de wet. De praktische uitvoering is in handen van de Inclusief Groep. Men begeleidt mensen met een achterstand op de arbeidsmarkt naar werk en biedt hen daarbij scholing en/of leerwerktrajecten. De werkzaamheden voor de doelgroep worden verricht in vier werkbedrijven die eigendom zijn van de Inclusief Groep. Die bedrijven opereren in de sectoren industrie (metaal, hout, elektra, verpakken, montage), dienstverlening (schoonmaak, groen, kwekerij, schilderwerken) en (groeps)detachering.

Bestuurlijk belang

Door de opheffing van de RNV zijn de afzonderlijke gemeenten in 2018 aandeelhouder geworden van de Inclusief Groep. De gemeente heeft 3.120 aandelen met een nominale waarde (incl. agio) van € 416.520,--.

Financieel belang

Via het aandeelhouderschap is de gemeente Nunspeet financieel medeverantwoordelijk voor de Inclusief Groep.

Beleidsvoornemens

In het kader van de komst van de Participatiewet vindt onderzoek plaats naar de toekomst van de sociale werkvoorziening.

Risicoanalyse

Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de jaarrekening 2020 van de Inclusief Groep. De jaarstukken 2021 waren op het moment van opstellen van de gemeentelijke jaarrekening niet beschikbaar:

Eigen vermogen per 1 januari 2021 € 10,2 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2021 € 9,7 miljoen
Resultaat 2020  € 565.000

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 51,2%. Dit veronderstelt een laag risico voor de eigenaren. In het jaarverslag 2020 geeft de Inclusief Groep in de Toekomstparagraaf een doorkijk naar de komende jaren. Zij zien een aantal risico's. Ook bij de Inclusief Groep heeft last van de krappe arbeidsmarkt  Daardoor hebben zij veel vacatures en daarmee moeite om de bezetting op niveau te houden. Een belangrijke inkomstenbron voor de Inclusief Groep is de Wsw-subsidie die door het Rijk wordt vastgesteld (Mei-/Septembercirculaire). Gezien de onzekerheden en onduidelijkheden wordt het risico als hoog aangemerkt.

Gemeenschappelijke regeling Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe

Terug naar navigatie - Gemeenschappelijke regeling Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe

Vestgingsplaats

Elburg

Publiek belang

Deelnemende gemeenten zijn Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet en Oldebroek. Deze gemeenten werken samen voor de uitvoering van het bepaalde in hoofdstuk V van de Archiefwet 1995. Het beheer van en het toezicht op archiefbescheiden gebeurt op gemeenschappelijke basis.

Bestuurlijk belang

De gemeente Elburg is centrumgemeente. De Archiefcommissie Streekarchivariaat Noordwest-Veluwe adviseert het gemeentebestuur van Elburg over beleidzaken. De gemeente is door de burgemeester vertegenwoordigd in de Archiefcommissie.

Financieel belang

De gemeenten betalen een jaarlijkse bijdrage aan het streekarchivariaat. In 2021 bedroeg de gemeentelijke bijdrage  € 182.000,--. Dit is inclusief een stuk nieuw beleid. De gemeente is financieel medeaansprakelijk voor de gemeenschappelijke regeling.

Beleidsvoornemens

Geen bijzondere beleidsvoornemens.

Risicoanalyse

De gemeente loopt een beperkt risico. De kans op een faillissement van het streekarchivariaat wordt laag ingeschat. Het totale risico wordt laag ingeschat.

Omgevingsdienst Noord-Veluwe

Terug naar navigatie - Omgevingsdienst Noord-Veluwe

Vestigingsplaats

Harderwijk

Publiek belang

Omgevingsdienst Noord-Veluwe voert vanaf 1 april 2013 de milieutaken op de Noord-Veluwe uit. Dit gebeurt in opdracht van de gemeenten Elburg, Ermelo, Harderwijk, Hattem, Heerde, Nunspeet, Oldebroek en Putten en van de Provincie Gelderland. De adviseurs van ODNV bieden hoogwaardige kennis en expertise op het gebied van vergunningverlening, toezicht, handhaving en milieuadvies.

Bestuurlijk belang

De portefeuillehouder Milieu is lid van het dagelijks bestuur.

Financieel belang

De gemeenten betalen een bijdrage aan de omgevingsdienst voor het uitvoeren van de taken. Voor 2021 bedroeg de gemeentelijke bijdrage € 563.000,--.

Beleidsvoornemens

Geen bijzondere beleidsvoornemens.

Risicoanalyse

Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de (niet-vastgestelde) jaarstukken 2021:

Eigen vermogen per 1 januari 2021 € 487.000
Eigen vermogen per 31 december 2021 € 785.000
Vreemd vermogen per 1 januari 2021 € 824.000
Vreemd vermogen per 31 december 2021 € 880.000
Resultaat 2021 € 529.000

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 47,1%. Op basis van dit percentage kan geconcludeerd worden dat de solvabiliteit op orde is. Daarnaast zullen de taken die de ODNV voor de gemeente uitvoert naar de gemeente terugkomen of moeten deze op een andere manier georganiseerd worden. De kans op een faillissement wordt laag ingeschat. De ODNV voert milieutaken voor de gemeenten uit die bij een faillissement anders georganiseerd moeten worden. Dit zal niet snel gebeuren. Per saldo wordt het risico laag ingeschat.

Leisurelands

Terug naar navigatie - Leisurelands

Vestigingsplaat

Arnhem

Publiek belang

Leisurelands beheert en exploiteert de volgende recreatiegebieden: Berendonck, Bussloo, Groene Heuvels, Haven Hattem, Heerderstrand, Surfoever Hoge Bijssel, Strand Horst, Kievitsveld, Mookerplas, Nieuw Hulckesteijn, Strand Nulde, Rhederlaag, Wylerbergmeer, Zandenplas en Zeumeren.

De handelsnaam van RGV Holding B.V. is Leisurelands. Onder RGV Holding vallen drie vennootschappen die actief zijn. Leisurelands Exploitatie B.V. en Leisurelands Onroerend Goed B.V. houden zich bezig met de kernactiviteit van Leisurelands, namelijk het exploiteren van recreatievoorzieningen. De activiteiten van de derde actieve vennootschap, Interhuis B.V., met haar dochtervennootschappen SchatEiland Zeumeren B.V., Zeumeren B.V., RGV Delfstoffen B.V. en Katerbosch B.V. zijn niet direct gerelateerd aan dagrecreatie, maar zijn erop gericht de kernactiviteit te ondersteunen.

Bestuurlijk belang

De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door de portefeuillehouder recreatie.

Financieel belang

De gemeente verstrekt geen bijdrage in de exploitatielasten.

Beleidsvoornemens

Geen bijzondere beleidsvoornemens

Risicoanalyse

Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de jaarrekening 2020 van Leisurelands. De jaarstukken 2021 waren op het moment van opstellen van de jaarrekening niet beschikbaar:

Eigen vermogen per 1 januari 2021 € 73 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2021 € 15 miljoen
Resultaat 2020 € 4,2 miljoen

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 82,7%. Dit veronderstelt een laag risico voor de eigenaren. Het resultaat van Leisurelands is sterk afhankelijk van opbrengsten uit vermogensbeheer. Uit de jaarstukken blijkt dat dergelijke opbrengsten het resultaat van sterk beïnvloeden. In 2019 werd het totale resultaat negatief beïnvloed door de vermogensresultaten, in 2020 heeft dit juist een positief effect op het resultaat gehad. Het operationele resultaat laat ten opzichte van voorgaande jaren een stijgende trend zien. Leisurelands lijkt hiermee minder afhankelijk te zijn van de financiële baten en lasten. Of dit een blijvende ontwikkeling is moet in de komende jaren blijken. Gezien de solvabiliteit en een geschatte afname van de financiële risico’s wordt het risico voor de gemeente laag ingeschat.

Coöperatie Gastvrije Randmeren

Terug naar navigatie - Coöperatie Gastvrije Randmeren

Vestigingsplaats

Harderwijk

Publiek belang

Gastvrije Randmeren is een samenwerkingsverband voor de Randmeren, in de vorm van een coöperatieve vereniging. De deelnemers zijn in eerste instantie de gemeenten Almere, Blaricum, Bunschoten, Dronten, Eemnes, Elburg, Ermelo, Harderwijk, Huizen, Kampen, Naarden, Nijkerk, Nunspeet, Oldebroek, Putten en Zeewolde. De coöperatie heeft de volgende taken:

  • Hoofdtaak van de coöperatie is het structureel onderhouden van de recreatieve voorzieningen in de Randmeren. Het gaat daarbij onder andere om het onderhouden van aanlegplaatsen  voor de recreatievaart, het verminderen van de overlast door waterplanten in dieper water  en het uitvoeren van overig klein onderhoud.
  • De Randmeren staan bekend om hun natuurschoon, rust en ruimte. Er wordt veel aan gedaan om de natuurwaarden in het gebied te versterken. Veel vogels profiteren van het heldere water en de overvloed aan voedsel. De natuur maakt de Randmeren aantrekkelijk voor de recreant, maar is ook kwetsbaar. De coöperatie Gastvrije Meren vindt het belangrijk dat bij de inrichting van het gebied de balans tussen natuur en recreatie voorop staat. Gastvrije Randmeren rekent het bewaren en bevorderen van het natuur- en landschapsschoon in het gebied tot één van haar taken.
  • Een andere belangrijke taak van de coöperatie is het op de recreatieve kaart zetten van de Randmeren via gebiedspromotie. In het kader hiervan zijn in het voorjaar van 2013 onder het logo 'Randmeren, eindeloos meer....' de eerste producten gelanceerd: een recreatieve kaart en de website. De gebiedspromotie 'Randmeren, eindeloos meer ... zal de komende jaren verder worden uitgebouwd.
  • Afronding van het project Integrale Inrichting Veluwerandmeren (IIVR) vindt plaats onder verantwoordelijkheid van Gastvrije Randmeren. Daarnaast moet de ontwikkelingsvisie 2030 Zuidelijke Randmeren (Blauwe As) verder vorm gegeven worden.
  • Verder vormt Gastvrije Randmeren een platform waar ruimtelijke-economische ontwikkelingen kunnen worden afgestemd. Ook kan het samenwerkingsverband gecoördineerd haar deskundigheid op het gebied van vergunningen en procedures inzetten en het gezamenlijk belang van gemeenten inbrengen in regionale en landelijke projecten. Voorbeelden zijn de maatregelen rond de zwemwaterkwaliteit, het Delta-programma, etc.

Bestuurlijk belang

De gemeente is vertegenwoordigd in de algemene ledenvergadering door de portefeuillehouder recreatie.

Financieel belang

De gemeente participeert in het eigen vermogen van de coöperatie.  Daarnaast verstrekt de gemeente een jaarlijkse bijdrage van € 17.000,--.

Beleidsvoornemens

Geen bijzondere beleidsvoornemens.

Risicoanalyse

Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de jaarrekening 2020 van coöperatie Gastvrije Randmeren. Op het moment van opstellen van de jaarrekening 2021 waren de jaarcijfers 2021 van de coöperatie niet beschikbaar:

Eigen vermogen per 1 januari 2021 € 13,3 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2021 € 686.000
Resultaat 2020 -/- € 94.000

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen is bijna 94,8%. De gemeente betaalt geen bijdrage in de exploitatielasten van de coöperatie. De coöperatie beheert ontvangen subsidiegelden (ook van de gemeente Nunspeet) en voert daarvoor werkzaamheden uit. Het risico van de coöperatie wordt laag ingeschat.

Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Noord- en Oost Gelderland

Terug naar navigatie - Gemeentelijke of Gemeenschappelijke Gezondheidsdienst (GGD) Noord- en Oost Gelderland

Vestigingsplaats

Warnsveld

Publiek belang

De GGD Noord- en Oost Gelderland is de gezondheidsdienst van 22 gemeenten, waaronder Nunspeet. GGD Gelre-IJssel bewaakt de gezondheid van de inwoners van de gemeenten in de regio.

Bestuurlijk belang

De gemeente is vertegenwoordigd in het algemeen bestuur door de portefeuillehouder Volksgezondheid.

Financieel belang

De gemeente betaalt een jaarlijkse exploitatiebijdrage in de vorm van een bedrag per inwoner. Voor 2021 bedroeg de gemeentelijke bijdrage aan de GGD € 454.000,--.

Beleidsvoornemens

Geen bijzondere beleidsvoornemens.

Risicoanalyse

Onderstaande cijfers zijn gebaseerd op de jaarstukken 2021 van de GGD:

Eigen vermogen per 1 januari 2021 € 3 miljoen
Eigen vermogen per 31 december 2021 € 3,2 miljoen

Vreemd vermogen per 1 januari 2021

€ 7 miljoen

Vreemd vermogen per 31 december 2021

€ 9,9 miljoen
Resultaat 2021 € 77.000

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 24,6 %. Dit veronderstelt een laag risico voor de eigenaren. De GGD Noord Oost Nederland voert taken op het gebied van volksgezondheid uit voor de gemeente. Bij een faillissement zal de gemeente moeten meebetalen in de financiële afwikkeling. Daarnaast zullen de taken die de GGD voor de gemeente uitvoert naar de gemeente terugkomen of deze moeten op een andere manier georganiseerd worden. De kans op een faillissement wordt laag ingeschat. Per saldo wordt het risico laag ingeschat.

Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland

Terug naar navigatie - Veiligheidsregio Noord- en Oost-Gelderland

Vestigingsplaats

Apeldoorn

Bestuurlijk belang

Het algemeen bestuur van de VNOG bestaat uit alle burgemeesters van de gemeenten in de regio. Het dagelijks bestuur wordt gekozen uit het algemeen bestuur. De burgemeester van Harderwijk heeft zitting in het dagelijks bestuur namens het cluster Veluwe-West.

 Financieel belang

De gemeentelijke bijdrage 2021 bedroeg € 1.488.000,-.

 Beleidsvoornemens

Geen bijzondere beleidsvoornemens.

 Risicoanalyse

Onderliggende cijfers zijn gebaseerd op de concept jaarstukken 2021 van de VNOG:

Eigen vermogen per 1 januari 2021 € 14,5 miljoen
Eigen vermogen per 31 december 2021 € 15,5 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2021 € 42,3 miljoen
Vreemd vermogen per 31 december 2021 € 38,2 miljoen
Resultaat 2021 € 5,3 miljoen

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 28,9%. De VNOG voert taken uit voor de gemeente. De taken die de VNOG voor de gemeente uitvoert zullen naar de gemeente terugkomen of moeten op een andere manier georganiseerd worden. De kans op een faillissement wordt laag, maar hoger dan voorgaande jaren ingeschat. De VNOG voert brandweertaken voor de gemeenten. In het kader van de vastgestelde toekomstvisie op de uitvoering van de taken is de VNOG bezig met de uitvoering van deze visie. Een deel van de opdrachten zijn uitgevoerd of in gang gezet. Een deel is in verband met de coronacrisis blijven liggen. Vooralsnog wordt het risico gemiddeld ingeschat.

Stichting primair openbaar onderwijs Noord-Veluwe (Proo)

Terug naar navigatie - Stichting primair openbaar onderwijs Noord-Veluwe (Proo)

Vestigingsplaats

Harderwijk

Algemeen

De gemeenteraden van Elburg, Ermelo, Harderwijk, Nunspeet, Oldebroek en Putten hebben in december 2002 besloten het bevoegd gezag van het openbaar primair onderwijs per 1 januari 2003 over te dragen aan de Stichting Openbaar Primair Onderwijs Noordwest-Veluwe. Door het onderbrengen van het bevoegde gezag in een stichting komt het openbaar onderwijs in een vergelijkbare positie als het bijzonder onderwijs, in die zin dat er een autonoom bestuur is dat zowel beleidsinhoudelijk als vermogensrechtelijk zelfstandig opereert. Het toezicht op de stichting is overgedragen aan de deelnemende gemeenten. De stichting Proo heeft voor de periode 2004-2008 een strategisch beleidsplan opgesteld, waarin de visie en missie worden beschreven voor het openbaar basisonderwijs in de regio Noordwest-Veluwe. Vanwege de toetreding van de gemeente Heerde per 1 januari 2006 heet de stichting voluit: Stichting primair Openbaar onderwijs Noord-Veluwe.

Bestuurlijk belang

Het toezicht op de stichting is overgedragen aan de deelnemende gemeenten.

Financieel belang

Aan de stichting wordt door de gemeente geen financiële bijdrage verstrekt. De stichting ontvangt financiële middelen rechtstreeks van de rijksoverheid. De gemeenten blijven financieel aansprakelijk voor de stichting.

Beleidsvoornemens

Het belang van het openbaar onderwijs in de deelnemende gemeenten (blijven) behartigen.

Risicoanalyse

Onderstaande cijfers zijn ontleend aan de jaarrekening 2020. De jaarstukken 2021 waren op het moment van opstellen van de jaarrekening niet beschikbaar.

Eigen vermogen per 1 januari 2021 € 3,2 miljoen
Vreemd vermogen per 1 januari 2021 € 3,6 miljoen
Resultaat 2020 € 316.000

De financiële situatie bij de stichting Proo was de afgelopen jaren zorgelijk. De stichting heeft een aantal maatregelen genomen om te komen tot een oplossing van deze zorgelijke situatie. De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 46,7%. De genomen maatregelen en het toezicht via een coördinatiepunt werpen hun vruchten af. Op basis van de blijvende verbetering van de financiële situatie van stichting Proo wordt het risico voor de stichting op laag ingeschat.

Sportbedrijf Nunspeet

Terug naar navigatie - Sportbedrijf Nunspeet

Vestigingsplaats
Nunspeet

Algemeen
Met ingang van 1 januari 2017 is het Sportbedrijf Nunspeet BV actief. Het sportbedrijf heeft de volgende taken:
- het exploiteren van de gemeentelijke indoor sportfaciliteiten;
- het verrichten van werkzaamheden en verlenen van diensten en adviezen op het gebied van sport, recreatie en welzijn, daaronder begrepen het organiseren van evenementen.

Bestuurlijk belang
Gemeente Nunspeet is 100% aandeelhouder van het Sportbedrijf. Namens het college is de wethouder Financiën gemandateerd als vertegenwoordiger in de Algemene Vergadering van Aandeelhouders.

Financieel belang
De gemeente is 100% aandeelhouder van het Sportbedrijf.

Beleidsvoornemens
Geen bijzondere beleidsvoornemens

Risicoanalyse
Onderstaande cijfers zijn ontleend aan de jaarrekening 2020 omdat de jaarrekening 2021 op het moment van opstellen van de jaarrekening niet beschikbaar was.

Eigen vermogen per 1 januari 2021 € 4.145
Vreemd vermogen per 1 januari 2021 € 640.981
Resultaat 2020 nihil

De verhouding eigen vermogen/totaal vermogen bedraagt 0,6%.  De gemeente is 100% aandeelhouder en bij het sportbedrijf sprake is van een verschuiven van taken die anders bij de gemeente hadden gelegen. Bij een eventueel faillissement zal  de gemeente financieel verantwoordelijk zijn. Gezien de omvang van het negatieve eigen vermogen (in relatie tot de financiële positie van de gemeente) wordt het risico op gemiddeld geschat.

Jaarverslag - Paragraaf Grondbeleid

Inleiding

Terug naar navigatie - Inleiding

Het grondbeleid heeft een grote invloed op en samenhang met de realisatie van programma’s, zoals op het gebied van ruimtelijke ordening en milieu, verkeer en openbare ruimte, cultuur, sport en recreatie en economische structuur. Het grondbeleid heeft daarnaast een grote financiële impact. De grondexploitatie (inclusief de resultaten hieruit) is een onderdeel van de totale exploitatie van de gemeente. Gelet op de risico’s in relatie tot de omvang van de bedragen waarover het op dit terrein gaat, is een afzonderlijke paragraaf over het grondbeleid verplicht gesteld.

Beleid in ontwikkeling

Terug naar navigatie - Beleid in ontwikkeling

Het grondbeleid van de gemeente Nunspeet is vastgelegd in de nota ‘Grondbeleid’. Deze nota is in 2017 geactualiseerd en in juni 2017 door de gemeenteraad vastgesteld. In deze nota is de te volgen grondpolitiek vastgelegd, waarbij het gaat om bijvoorbeeld aan- en verkoopbeleid ter uitvoering van bestemmingsplannen, prijsvorming, kostenverhaal en risico’s. De planning is dat deze nota in 2022 wordt geactualiseerd.

Deze paragraaf gaat vooral in op de uitvoering van het grondbeleid.

In de vastgestelde uitgangspunten voor het financieel beleid en de nota ‘Reserves en voorzieningen’ is ook beleid vastgelegd dat betrekking heeft op het grondbeleid. Er is een Woonvisie ontwikkeld waarin de toekomstige woningbehoefte is vastgelegd. In 2019 is het rapport woningmarktonderzoek gemeente Nunspeet geactualiseerd. De raad heeft op 20 februari 2020 de nieuwe Woonvisie vastgesteld op basis van deze actuele cijfers. Uit de Woonvisie komt nog een forse woningbehoefte in de gemeente Nunspeet naar voren tot en met 2030. 

In 2004 hebben gemeenten de wettelijke mogelijkheid gekregen de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) in het kader van een actief grondbeleid in te zetten.  Eigenaren van onroerende zaken in dit gebied die tot verkoop willen overgaan, mogen het alleen aan de gemeente te koop aanbieden. Binnen twee jaar na het besluit tot aanwijzing voor het desbetreffende gebied moet een structuurplan en vervolgens een bestemmingsplan worden vastgesteld (zo niet, dan vervalt het voorkeursrecht).

Bestaand beleid

Terug naar navigatie - Bestaand beleid

Met het vaststellen van de nota ‘Grondbeleid 2017-2020’ in juni 2017 is het beleid om per project de keuze te maken voor een actief of een faciliterend grondbeleid, voortgezet. Het belang van een actief grondbeleid voor de mogelijkheid voor kostenverhaal inclusief een bijdrage aan de infrastructuur is door de invoering van de nieuwe Wet Ruimtelijke Ordening in 2008 van minder belang geworden. Voor actief grondbeleid wordt waar mogelijk gekozen als de gemeente minimaal budgetneutraal kan ontwikkelen of er sprake is van een specifiek maatschappelijk belang waarbij een andere partij deze ontwikkeling niet tot stand zal brengen.

Financieel kader

Terug naar navigatie - Financieel kader

Zoals weergegeven in de nota ‘Grondbeleid’ is het grondbeleid in onze gemeente gebaseerd op minimaal sluitende exploitatieopzetten waarin een substantiële bijdrage aan de infrastructuur is verwerkt. Grondverkopen geschieden tegen marktconforme prijzen. Als incidenteel een prijssubsidie noodzakelijk is, gebeurt dat alleen als het hiermee gediende doel tegelijkertijd wordt gewaarborgd.

Van oudsher was al gekozen voor het realiseren van exploitaties met een positief resultaat of ten minste kostendekkendheid. Door de jaren heen heeft dit geleid tot een saldo in de grondexploitatie (reserve grondexploitatie). Hiervan is een deel niet-besteedbaar, omdat dit nodig is om exploitatierisico’s te kunnen afdekken. In de door de raad op 24 juni 2021 vastgestelde nota ‘Reserves en voorzieningen, herijking 2021’ is uitgebreid ingegaan op deze reserve. Vooral is stilgestaan bij de onderbouwing van het bodem- en plafondbedrag.

De jaarlijkse herijking van het bodem- en plafondbedrag vindt op grond van artikel 12, lid 1 van de Verordening en artikel 212 van de Gemeentewet plaats na het vaststellen van de jaarrekening.

De stand van de reserve bedroeg per 31 december 2020 6,7 miljoen euro. Bij de vaststelling van de jaarrekening 2020 in juni 2021 is besloten 2,419 miljoen euro toe te voegen aan de reserve. Daarnaast is de inflatiecorrectie  van € 67.000,-- toegevoegd aan de reserve. In 2021 zijn de volgende bedragen onttrokken aan de reserve: voor aankoop stikstofrechten € 150.000,--, voor rentelast strategische aankoop € 17.000,-- en voor afwaardering gronden nabij Rondweg en De Kolk € 619.000,--. De stand van de reserve bedraagt per 31 december 2021 8,38 miljoen euro. Het bodembedrag is gebaseerd op een in de nota ‘Reserves en voorzieningen 2021’ opgenomen berekening. Het plafondbedrag is berekend om een buffer te hebben voor mogelijke strategische aankopen. Er is een beslag op deze reserve gelegd van € 126.000,--. Het bodembedrag is berekend op € 1,1 miljoen plus de winstneming van € 6,3 miljoen en is per saldo dus € 7,4 miljoen. Hierdoor blijft er € 0,8 miljoen beschikbaar voor het doen van strategische aankopen.

Door de veranderde economische omstandigheden is er naast bovengenoemde reserve, een voorziening getroffen voor het afdekken van de risico’s in de grondexploitatie. Deze voorziening heeft per 31 december 2021 een saldo van 0,4 miljoen euro. Dit bedrag is opgebouwd om de verliezen te dekken voor een bedrag van € 115.000,-- ten behoeve van facilitaire deel De Kolk, € 78.000,-- ten behoeve van grondexploitatie Weversweg en een bedrag van € 253.000,-- ten behoeve van grondexploitatie Elspeterbosweg te Vierhouten. Het instellen van deze voorziening is nodig omdat uit de berekeningen voor de grondexploitatie een aantal verliezen naar voren komen.

De kostendekkendheid van exploitaties is een vereiste om deze tot ontwikkeling te brengen. Hiervan kan slechts worden afgeweken als sprake is van een specifiek maatschappelijk belang of als de ontwikkeling door een derde gebeurt en de gemeente geen (financiële) risico’s loopt bij de ontwikkeling ervan.

Risico’s grondexploitatie

In de diverse grondexploitaties zijn inmiddels forse bedragen geïnvesteerd waarover de gemeente een risico loopt.

De belangrijkste risico’s in de grondexploitatie zijn:

  • Daling van grondprijzen
  • Niet of later verkopen van gronden
  • Sterke stijging van kosten

Deze risico’s kunnen zich op verschillende wijzen voordoen. De risico’s van daling van grondprijzen en het stijgen van kosten zijn algemene risico’s waarop vooral de marktsituatie van invloed is. De marktsituatie voor grondverkoop is op dit moment wel dusdanig dat daling van grondprijzen een hoog risico vormt.

Het niet of later verkopen van gronden kan op verschillende wijzen ontstaan. Enerzijds door de marktsituatie waardoor grond te duur is geworden of dat aan bepaalde woningen geen behoefte is. Anderzijds kan dit ook ontstaan door het niet of later goedkeuren van bestemmings- en exploitatieplannen.

Actualiteit exploitatiegebieden

Terug naar navigatie - Actualiteit exploitatiegebieden

Bestaande exploitatiegebieden

De basis voor de bestaande gebieden zijn de kostprijsberekeningen die bij het in ontwikkeling nemen van het gebied zijn vastgesteld. Het zijn de gebieden industrieterrein De Kolk, Molenbeek, Weversweg Hulshorst en Elspeet NoordWest, Kijktuinen, bedrijventerrein Elspeet en Elspeterbosweg Vierhouten.

Bij de jaarrekening wordt jaarlijks volledige verantwoording afgelegd over de mutaties in de grondexploitatie in het jaar waarop de rekening betrekking heeft.

Dit gebeurt als volgt:

  • In het jaarverslag wordt op hoofdlijnen een tekstuele toelichting gegeven.
  • De tekstuele toelichting per project in de paragraaf grondbeleid.
  • In de Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) staat de volledige actualisatie van alle grondexploitaties.

Zo nodig worden ontwikkelingen ook gerapporteerd via de tussentijdse rapportages en via de Meerjarenperspectief Grondexploitaties (MPG) worden jaarlijks de geactualiseerde exploitaties vastgesteld door de raad.

Planning en realisatie 2021
De verkochte aantallen kavels woningen en hectares bedrijventerrein zijn voor 2021 als volgt samen te vatten:

aantal woningen planning realisatie verschil
Molenbeek 34 72 38
Kijktuinen 28 0

-28

Elspeterbosweg 5 0 -5
Hectares bedrijventerrein      
De Kolk 1,95 0 -1,95

Toelichting afwijkingen en consequenties voor herziening grondexploitatie, zoals verwerkt in dit MPG:
• Voor Molenbeek zijn de geplande 34 kavels gerealiseerd. Daarnaast zijn er nog 38 kavels eerder uitgegeven dan gepland stonden (in 2022-2024).
• Door de verandering van het project Kijktuinen zijn de 28 kavels die gepland stonden voor 2021 niet gerealiseerd. Gezien de programmawijzigingen zal nu een deel van het totaal programma uit worden gegeven in 2022 en een deel in 2023.
• De vijf kavels die gepland stonden voor Elspeterbosweg zijn doorgeschoven naar 2022.
• Voor wat betreft het gemeentelijk deel van grondexploitatie de Kolk zijn alle kavels verkocht (13,6 ha), Na 2021 bleef er nog een restant over van circa 0,35 hectare. Dit is 0,1 hectare minder dan voorzien bij het voorgaande MPG. De uitgifte van dit restant stond gepland in 2021, maar heeft begin 2022 plaatsgevonden.
• Voor de Kolk deel gronden GPS was een uitgifte van 1,6 ha voorzien in 2021. Deze uitgifte heeft niet plaatsgevonden en schuift door naar 2022.

Molenbeek
In 2021 is de laatste gemeentelijke kavel uit fase 1 verkocht en zijn de verwachte 32 kavels van fase 2 uitgegeven. Daarnaast zijn de opbrengsten voor de supermarkt met bijbehorende sociale huurwoningen (28) in 2021 ontvangen, eerder dan voorzien bij het laatste MPG. Hiermee zijn alle opbrengsten van fase 1 en 2, met uitzondering op nog een mogelijke extra grondopbrengst voor woningbouw nabij de supermarkt, ontvangen.

Fase 1 t/m 3 zijn bouwrijp gemaakt en voor fase 2 dient de helft van het plangebied nog woonrijp gemaakt te worden. Voor fase 1 het toegevoegde supermarkt deel en fase 3 resteren deze werkzaamheden volledig. Deze werkzaamheden zullen plaatsvinden tussen 2022 en 2024, net als het ontvangen van de grondopbrengsten van fase 3 en eventueel de extra grondopbrengst van fase 1.

Voor dit project is een nieuwe grondexploitatie vastgesteld. Rekening houdend met de al genomen winstnemingen is het verwachte resultaat 1,957 miljoen euro positief. In het verleden is voor het project al een bedrag van 2,8 miljoen euro aan verliezen genomen. In 2020 is de tussentijdse winstneming berekend op circa 1,5 miljoen euro en in 2021 op circa 3,0 miljoen euro. Bij elkaar zorgt dit voor een voorlopig positief effect van circa 1,7 miljoen euro.

Elspeet NoordWest
In 2020 is de laatste kavel van het project verkocht. Afgelopen jaar zijn er met name woonrijp werkzaamheden verricht. Er dient nog een aantal van deze werkzaamheden uitgevoerd te worden. Daarnaast wordt hiervoor een bijdrage gedaan vanuit fase 3. Deze grondexploitatie is  per 31 december 2021 afgesloten, gezien de omvang van deze werkzaamheden. De nog te realiseren kosten en opbrengsten zijn als nog te betalen en nog te ontvangen posten opgenomen in de algemene exploitatie. 
In totaal hebben er in het verleden afboekingen voor een bedrag van 1,293 miljoen euro plaatsgevonden. Daartegenover is er een tussentijdse winstneming in 2020 genomen van € 137.000,-- en een eindwinstneming in 2021 van € 187.000,--. Per saldo een negatief eindresultaat van 0,969 miljoen euro.

Weversweg Hulshorst
De werkzaamheden voor het oorspronkelijke deel zijn in 2021 afgerond, met uitzondering van wat laatste groen werkzaamheden. Voor het extra aangekochte stuk grond zal het bouwrijp maken plaatsvinden in 2022 en 2023 en het woonrijp maken in 2023 en 2024. De grondopbrengsten voor de kapwoningen staan gepland in 2023.
De geactualiseerde exploitatieberekening laat een negatieve uitkomst van € 78.000,-- zien. In de voorziening grondexploitaties is een bedrag van € 78.000,-- voor het project Weversweg gereserveerd.

Bedrijventerrein De Kolk
In 2021 hebben er woonrijp werkzaamheden plaatsgevonden voor het oorspronkelijke deel en naar verwachting zullen deze werkzaamheden in 2022 afgerond worden. Eveneens heeft begin 2022 het laatste deel van de uitgifte van de totaal 14 hectare bedrijfskavels plaatsgevonden. Voor het deel gronden GPS zijn de eerste bouwrijp werkzaamheden in 2021 gestart. Het grootste deel van deze werkzaamheden zal in 2022 plaatsvinden, waarna in 2023 en 2024 de woonrijp werkzaamheden zullen worden uitgevoerd. De opbrengsten worden voorzien in 2022 t/m 2024. Voor het bedrijventerrein De Kolk is een nieuwe exploitatieberekening opgesteld. Rekening houdend met winstnemingen is er een positief saldo van 1,36 miljoen euro. Inclusief de gecorrigeerde winstneming in 2021 is de totale winstneming 3,427 miljoen euro. In het verleden heeft er al een afwaardering van 1,756 miljoen euro plaatsgevonden. 

Kijktuinen
Het herziene bestemmingsplan, met een aangepaste programmering naar 84 woningen, is in december 2021 door de raad vastgesteld. In 2021 hebben er verschillende onderzoeken plaatsgevonden en is er een begin gemaakt met de bouwrijp werkzaamheden. Door de verandering van de programmering en het doorvoeren van de nieuwe grondprijzen is het geactualiseerde exploitatieberekening € 472.000,-- positief.

Bedrijventerrein Elspeet
In juni 2021 er een nieuw deel aan de grondexploitatie toegevoegd en is het bestemmingsplan vastgesteld door de raad. Deze toevoeging aan de grondexploitatie heeft effect aan de kostenkant maar een groter effect aan de opbrengstenkant. De exploitatieberekening laat nu een positieve uitkomst zien van € 206.000,--.

Elspeterbosweg Vierhouten
In 2021 is er met name gewerkt aan het bestemmingsplan en zijn de benodigde onderzoeken hiervoor uitgevoerd. In 2022 zullen de laatste onderzoeken uitgevoerd worden en zullen de bouwrijp werkzaamheden starten. Het resultaat van de nieuwe exploitatieberekening komt uit op circa € 253.000, -- negatief. De vorige berekening was nog € 100.000,-- negatief. Deze verslechtering komt met name door het opvoeren van de geschatte kosten voor de onvoorziene bodemsanering, onvoorziene kosten voor asbestinventarisatie, een overschrijding van de plankosten en minder m2 uitgeefbaar dan eerder voorzien. In de voorziening grondexploitaties is een bedrag van € 253.000,-- voor dit project gereserveerd.

 

Jaarverslag - Paragraaf Gemeentelijke heffingen

Algemeen

Terug naar navigatie - Algemeen

Algemeen
De gemeente ontvangt de financiële middelen waarmee de gemeentelijke taken moeten worden uitgevoerd in hoofdzaak van de rijksoverheid, in de vorm van een algemene uitkering uit het Gemeentefonds en diverse doeluitkeringen. Daarnaast beschikt de gemeente over een relatief klein eigen belastinggebied dat uiteenvalt in belastingen en rechten.

Overzicht op hoofdlijnen
De volgende belastingen en heffingen zijn in de gemeente Nunspeet te onderscheiden:
-    onroerendezaakbelastingen;
-    forensenbelasting;
-    toeristenbelasting;
-    afvalstoffenheffing;
-    rioolheffing;
-    rechten (leges, begraafplaatsrechten, marktgelden, rioolaansluitrechten)
-    precariobelasting.

De onroerendzaakbelastingen, forensenbelasting, toeristenbelasting en precariobelasting dienen in principe tot het verkrijgen van algemene dekkingsmiddelen. De rioolheffing en de afvalstoffenheffing zijn heffingen die bedoeld zijn om de kosten van deze specifieke taken te dekken en mogen maximaal kostendekkend zijn. Andere heffingen waartegenover een dienst staat zoals marktgelden, begraafplaatsrechten en leges mogen eveneens maximaal 100% kostendekkend zijn op verordeningniveau.

Het beleid voor de lokale belastingen is vastgelegd in de verschillende verordeningen. Het tarievenbeleid wordt jaarlijks geformuleerd bij de vaststelling van de begrotingsuitgangspunten. De gecombineerde aanslagbiljetten onroerendezaakbelastingen, rioolheffing, afvalstoffenheffing zijn grotendeels eind januari verzonden. Voor de overige belastingsoorten gelden andere verzenddata. De belastingen zijn opgelegd in overeenstemming met de door de gemeenteraad vastgestelde verordeningen. De opbrengsten zijn verantwoord bij de diverse taakvelden.

Heffingen in Nunspeet: lokale lastendruk

Terug naar navigatie - Heffingen in Nunspeet: lokale lastendruk

Volgens de Atlas van de lokale lasten was in 2021 in de gemeente Nunspeet het gemiddelde bedrag dat een meerpersoonshuishouden in een woning met een gemiddelde waarde betaalt aan ozb, rioolheffing en afvalstoffenheffing, in totaal € 680,--. In Gelderland was dat € 808,--. 

In de Coelo-atlas staat de gemeente Nunspeet qua woonlasten op de ranglijst in 2021 op de 29e plek, waarbij nummer 1 de laagste woonlasten heeft (Oldebroek 117e, Elburg 13e en Hattem 278e). Binnen de provincie Gelderland staat de gemeente Nunspeet op plek 8.   

Huurders in de gemeente Nunspeet met een meerpersoonshuishouden betalen aan afvalstoffenheffing € 204,--.  Nunspeet staat hiermee op de ranglijst op plek 5 (Oldebroek 208e, Elburg 135e en Hattem 105e). Binnen de provincie Gelderland staat de gemeente Nunspeet op plek 2.   

De Nunspeetse heffingen nader beschouwd

Terug naar navigatie - De Nunspeetse heffingen nader beschouwd

Uitvoering Wet waardering onroerende zaken 

Op grond van de Wet waardering onroerende zaken (Wet WOZ) zijn gemeenten verantwoordelijk voor de taxatie van onroerende zaken (gebouwen en grond). In de Wet WOZ is bepaald dat de waarde van onroerende zaken jaarlijks opnieuw moet worden vastgesteld, onafhankelijk van de voorafgaande waardevaststellingen. De waardepeildatum ligt een jaar voor de ingangsdatum (voor belastingjaar 2021 is de waardepeildatum 1 januari 2020). De werkzaamheden worden zo veel mogelijk modelmatig uitgevoerd met behulp van de hiervoor beschikbare software. Voor het jaarlijks waarderen is onder andere het bijhouden van de marktontwikkeling van groot belang. Deze wordt uitgevoerd op basis van de hiervoor in de Wet WOZ opgenomen uitgangspunten. 

De Waarderingskamer is een onafhankelijk orgaan en houdt toezicht op de waardebepaling en waardevaststelling van onroerende zaken en op de overige in de Wet WOZ geregelde onderwerpen. De herwaarderingswerkzaamheden worden zo ingepland dat de Waarderingskamer op tijd toestemming kan geven de beschikkingen (uiterlijk) in februari, aansluitend aan het jaar waarin de herwaardering is uitgevoerd, te verzenden. Eind januari 2021 zijn de meeste beschikkingen in het kader van de Wet WOZ aan belanghebbenden verzonden. 

Het algemene oordeel van de Waarderingskamer is dat de uitvoering van de Wet WOZ in de gemeente Nunspeet goed verloopt (5 sterren) en de Waarderingskamer heeft toestemming gegeven om de WOZ-beschikkingen voor 2021 te verzenden. 

Ad 1. Onroerendezaakbelastingen

Terug naar navigatie - Ad 1. Onroerendezaakbelastingen

De OZB bestaat uit twee belastingen te weten een eigenaren- en een gebruikersbelasting.  OZB-eigenaren: Belastingplichtig zijn degenen die op 1 januari van een belastingjaar het genot hebben van een onroerende zaak op grond van eigendom, bezit of beperkt recht. OZB-gebruikers: Belastingplichtig zijn degeneN die op 1 januari van een belastingjaar een onroerende zaak gebruiken.

De tarieven voor de OZB worden berekend naar een percentage van de vastgestelde WOZ-waarde. De OZB is als algemeen dekkingsmiddel verreweg de belangrijkste belastingsoort. Het voorgenomen beleid over de ozb is overeenkomstig de begroting uitgevoerd.

Ad 2. Recreatieve heffingen

Terug naar navigatie - Ad 2. Recreatieve heffingen

De forensenbelasting wordt geheven van natuurlijke personen die, zonder in de gemeente hoofdverblijf te hebben, meer dan negentig dagen van het belastingjaar voor zichzelf of hun gezin een gemeubileerde woning beschikbaar houden. Ten aanzien van de forensenbelasting geldt een vast bedrag per recreatieobject.

De gemeente Nunspeet heft toeristenbelasting voor het houden van verblijf binnen de gemeente door personen die niet als ingezetene in de Basisregistratie Personen zijn ingeschreven. Heffing vindt conform de verordening plaats per overnachting per persoon, voor vaste standplaatsen kan een forfaitair tarief worden gekozen voor een jaar- of (voor)seizoensplaats.

Het voorgenomen beleid over de forensenbelasting en toeristenbelasting is overeenkomstig de begroting uitgevoerd.  Echter in verband met de situatie rondom Covid-19  is afgezien van het opleggen van de voorlopige aanslagen toeristenbelasting 2021. In 2022 zullen op basis van de door de recreatieondernemers opgegeven werkelijke aantallen de definitieve aanslagen 2021 worden opgelegd.

Ad 3. Precariobelasting

Terug naar navigatie - Ad 3. Precariobelasting

Vanaf belastingjaar 2016 is de precariobelasting voor het hebben van buizen, kabels, draden of leidingen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond in de gemeente Nunspeet ingevoerd. De aanslagen precariobelasting voor het hebben van buizen, kabels, draden of leidingen worden op grond van de wettelijke bepalingen pas na afloop van het belastingjaar opgelegd.

Als gevolg van een wetswijziging is per 1 juli 2017 de precariobelasting op nutsleidingen afgeschaft. Dat betekent dat gemeenten geen precariobelasting meer kunnen heffen van nutsbedrijven over netwerken die ze in, op of boven gemeentegrond exploiteren. Gemeenten die, net als Nunspeet, echter op 10 februari 2016 in hun belastingverordening een tarief hadden voor nutsnetwerken, mogen uiterlijk tot 1 januari 2022 nog precariobelasting op nutsnetwerken blijven heffen. Onder de overgangsregeling kan een gemeente maximaal het tarief in rekening brengen dat op 10 februari 2016 gold.

Ad 4. Afvalstoffenheffing

Terug naar navigatie - Ad 4. Afvalstoffenheffing

Om de kosten in het kader van het ophalen en verwerken van huishoudelijke afvalstoffen te verhalen, heft de gemeente Nunspeet de afvalstoffenheffing. Het uitgangspunt voor de afvalstoffenheffing is een 100%-dekking van de in begroting opgenomen kosten. Het voorgenomen beleid ten aanzien van het heffen van afvalstoffenheffing is overeenkomstig begroting uitgevoerd.

Berekening van kostendekkendheid van de afvalstoffenheffing

Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente € 2.331.000
Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen, extra onttrekking voorziening € 286.000
Inkomsten taakveld(en), excl. Heffingen, overige inkomsten

€ 485.000

Netto kosten taakveld € 1.560.000
   
Toe te rekenen kosten:  
Overhead incl. (omslag)rente € 48.000
BTW € 391.000
Totale kosten € 1.999.000
Opbrengst heffingen € 1.999.000
Dekking (na extra onttrekking uit voorziening) 100 %

 

Ad 5 Rioolheffing

Terug naar navigatie - Ad 5 Rioolheffing

De gemeente Nunspeet legt de rioolheffing op aan de eigenaar van een direct of indirect op het riool aangesloten onroerende zaak in het kader van de WOZ-wetgeving. Het uitgangspunt voor de rioolheffing is een 100%-dekking van de in begroting opgenomen kosten. Het voorgenomen beleid ten aanzien van het heffen van rioolheffing is overeenkomstig de begroting uitgevoerd.

Berekening van kostendekkendheid van de rioolheffing

Kosten taakveld(en) incl. (omslag)rente € 1.248.000
Kosten taakveld(en),  hogere toevoeging aan voorziening € 545.000
Inkomsten taakveld(en), excl. heffingen € 78.000
Netto kosten taakveld € 1.715.000
   
Toe te rekenen kosten:  
Overhead incl. (omslag)rente € 18.000
BTW €126.000
Totale kosten € 1.859.000
Opbrengst heffingen € 1.859.000
Dekking (na hogere toevoeging aan voorziening)  100 %

 

Ad 6 Rechten

Terug naar navigatie - Ad 6 Rechten

De gemeente Nunspeet hanteert bij de rechten in principe op verordeningniveau de maximale norm van 100% kostendekkenheid.

a. Leges
Leges worden geheven voor een door de gemeente te verlenen individuele dienst (zoals het verstrekken van een paspoort of uittreksel uit het bevolkingsregister) maar ook voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verlenen van een vergunning (zoals een omgevingsvergunning).

b. Begraafrechten
Onder de naam ‘begraafrechten’ worden in Nunspeet rechten geheven voor het gebruik van de begraafplaats en voor het door of vanwege de gemeente verlenen van daarop betrekking hebbende diensten.

Lasten begraven en begraafplaatsen € 448.000
Baten begraven:  
Begraafrechten € 304.000
Koopsommen eigen graf € 95.000
Totaal baten begraven € 399.000
   
Dekkingspercentage  89 %

 

 

c. Marktgelden
Onder de naam 'marktgelden' worden in Nunspeet rechten geheven voor het innemen van een standplaats op de voor markt aangewezen plaatsen gedurende de voor markt aangewezen tijd.

Kosten markt € 58.000
Overhead € 21.000
Marktgelden (inclusief inkomsten stroomverbruik) € 44.000
   
Dekkingspercentage 56 %

 

d. Rioolaansluitrechten
Dit recht wordt geheven voor het genot van de door of vanwege het gemeentebestuur verleende dienst, bestaande uit het aanleggen van de aansluitbuis tussen het riool en de grens van de openbare weg.

Kwijtschelding

Terug naar navigatie - Kwijtschelding

Het gemeentelijk kwijtscheldingsbeleid maakt integraal deel uit van het gemeentelijk minimabeleid. Kwijtschelding is alleen mogelijk voor de afvalstoffenheffing. Hierbij wordt maximaal gebruik gemaakt van de wettelijke vrijheden op dit gebied.